H3.2 Begrijpen

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

H3.2 Begrijpen

leerdoel

ik kan aangeven wat brandstoffen zijn

ik kan aangeven wat wordt bedoeld met verbranding

ik kan uitleggen wat ontbrandingstemperatuur is

ik kan uitleggen wat wordt bedoeld met volledige en onvolledige verbranding

leeractiviteiten

uitleg brandstoffen en verbranding

opdrachten maken

brandstoffen

• welke brandstoffen kennen jullie?
  
• hout
• steenkool 
• aardolie (benzine/diesel/lpg/propaan)
• aardgas
• turf
• kaarsvet 

verbranding

• Wat is verbranding?
  
• = een chemische reactie van een brandstof met zuurstof

• chemische reactie is een reactie van stoffen waarbij andere stoffen worden gevormd

verbranding

chemische reactie van verbranding is:

brandstof + zuurstof ----->   koolstofdioxide en water

voorbeelden dat je zuurstof nodig hebt:

• glas over een kaars zetten -> vlam gaat uit
• blaas naar kooltjes in de bbq -> kooltjes gaan harder gloeien
• bos staat in brand -> meer wind -> grotere brand

hoe komt het dat het staalwol zwaarder wordt?

1. koolstofdioxide gaat aan het ijzer zitten
2. zuurstof gaat aan het ijzer zitten
3. er komt roet op het ijzer
4. er zit minder zuurstof in de lucht

• waarom kan je met een lucifer geen groot stuk hout aansteken?
  
• de temperatuur is niet hoog genoeg.
• waarom kan je met een lucifer wel een pan met benzine aansteken?
• de temperatuur is voor benzine dan wel hoog genoeg

• elke stof heeft een eigen ontbrandingstemperatuur
• hout 270 graden Celsius
• kaarsvet  160 graden Celsius
• staal 1100 graden Celsius

volledige en onvolledige verbranding

• Bij volledige verbranding is er genoeg zuurstof
• Bij onvolledige verbranding is er te weinig zuurstof

• Bij onvolledige verbranding ontstaat roet.

onvolledige verbranding

brandstof + zuurstof ---> koolmonoxide + water + roet

waarom is koolmonoxide gevaarlijk?

Koolmonoxide neemt de plaats in van zuurstof in je lichaam en gaat er heel moeilijk uit.

Hierdoor krijg je steeds meer zuurstof te kort.

Je kan hier aan doodgaan 

opdracht

Wat: lees blz 100 en 101

           maak opgave 26 t/m 31

Hoe: zelfstandig

Hulp: docent en boek

Klaar: zoek op internet wat volledige en onvolledige

             verbranding is