Noem minstens twee oorzaken van sociale ongelijkheid
Slide 7 - Open question
Oorzaak 1: Cultuur
Mensen met een migratieachtergrond hebben ook een andere cultuur en taal. Veel kinderen met een migratieachtergrond hebben daardoor een taalachterstand, wanneer hun ouders thuis weinig Nederlands spreken
Denk aan het schoolsysteem: Je wilt je kind volgen, maar wat als je een taalachterstand hebt? Wat als je ouders je niet zo goed kunnen helpen?
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Oorzaak 2: Opleiding en inkomen
Sommige kinderen hebben ouders die geen studie gedaan hebben. Voor deze ouders is het moeilijker om hun kinderen te helpen met huiswerk.
Denk ook aan inkomen: als je laaggeschoold bent, heb je vaak een lager inkomen.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Oorzaak 3: Wonen
In iedere stad heb je goedkopere huizen en duurdere huizen.
Sommige mensen kunnen geen duur huis betalen, en gaan dus bij elkaar in de buurt wonen.
Zo ontstaat er segregatie: verschillende groepen mensen wonen in andere wijken en ontmoeten elkaar niet meer
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Oorzaak 4: Discriminatie
Discriminatie is het ongelijk behandelen van mensen in gelijke gevallen.
Denk aan sollicitaties: je huidskleur, je leeftijd, je geslacht
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Noem de vier oorzaken van sociale ongelijkheid
Slide 16 - Open question
De begrippen:
1. Maatschappelijke positie (uitleggen waarom we een 'ladder' gebruiken) 2. 4 oorzaken voor sociale ongelijkheid:
1. Cultuur
2. Opleiding of inkomen.
3. Wonen
4. Discriminatie
- Ik kan uitleggen hoe sociale ongelijkheid ontstaat -
Slide 17 - Slide
Heb je iets geleerd tijdens deze les?
ja
nee
Slide 18 - Poll
Schrijf drie dingen op die je geleerd hebt over 'sociale ongelijkheid'.
Slide 19 - Open question
Noem 4 oorzaken van 'sociale ongelijkheid'.
Slide 20 - Open question
Opdracht
Maak de vragen die horen bij de paragraaf;
Maak een kleine samenvatting van deze paragraaf;
Maak een kleine samenvatting van het volgende filmpje.