Par. 1 en 2 : Stadstaten in het oude Griekenland. Klassiek = een voorbeeld voor altijd

De 'Oude' Grieken
Stadstaten in het oude Griekenland
Par. 1 en 2
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

De 'Oude' Grieken
Stadstaten in het oude Griekenland
Par. 1 en 2

Slide 1 - Slide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Slide

Wat weet je eigenlijk
van Griekenland?

Slide 3 - Mind map

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen waarom de Oude Grieken kolonies hadden gesticht en op welke manier ze hun stadstaten bestuurden.

Slide 4 - Slide

Bergen, heuvels en dalen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Griekse 
stadstaten (1)
  • Griekenland bestond nog niet als één land ('Staat')

  • Er zijn steden die als landen werden bestuurd: bijvoorbeeld met een eigen koning

  • Zo'n zelfstandige stad heet een polis (stadstaat)

Slide 7 - Slide

Griekse 
stadstaten (2)
  • Poleis (meervoud van polis) worden op verschillende manieren bestuurd

  • Ze hebben wel vaak dezelfde 'Griekse' cultuur, taal en goden

  • De bekendste poleis zijn Athene en Sparta

Slide 8 - Slide

Kolonies buiten Griekenland 
  • Een kolonie is een gebied van een land buiten dat land

  • Griekenland is door het droge klimaat en de rotsachtige grond erg onvruchtbaar (slechts 20% is geschikt voor landbouw)

  • Een mislukte oogst betekende al snel een hongersnood

Slide 9 - Slide

Oplossing voor dit probleem:
  • Sommige Grieken trekken weg, op zoek naar een beter leven

  • Rond 750 v. Chr. hebben de Grieken kolonies in de gebieden die we nu kennen als Spanje, Italië en Turkije

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

De Grieken stichtten koloniën.
Waarom deden ze dat?

Slide 12 - Open question

Griekse samenleving: 'sociale lagen'
  • Er zijn grote verschillen tussen inwoners van de Griekse steden.  
  • Burgers hebben rechten: grond bezitten en inspraak in het bestuur.  
  • Geen burgerrechten hebbenvreemdelingen, vrouwen en slaven.  

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Sparta
  • Een koning heeft de macht (Monarchie) Een 'Monarch' is een vorst, heerser, regeerder

  • Oorlog en het leger zijn uiterst belangrijk: m i l i t a r i s m e

  • Kinderen krijgen een zware, 'Spartaanse' opvoeding

Slide 16 - Slide

Athene
  • Het volk heeft de macht (Democratie)
Demos = Volk
Krateo = Heersen, kracht, macht
  • Alleen volwassen mannen mochten stemmen;
  • Volksvergadering (Ekklesia)  
  • Directe democratie in de buitenlucht (Agora) 
  • Ostracisme = schervengericht
Om te voorkomen dat een iemand te machtig werd. 

Slide 17 - Slide


Democratie ?! 'Ja' en 'Nee'




  • Niet helemaal...
  • ...alleen mannelijke burgers (ongeveer 16% van de bevolking) 
  • Vrouwen, slaven en vreemdelingen mochten niet meepraten.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Welk bestuur had de stad Athene?
A
Keizer
B
Democratie
C
Adel
D
Koning

Slide 20 - Quiz

Wat betekent 'democratie'?
A
Een koning regeert
B
Het volk regeert
C
Een tiran regeert
D
Een kleine groep rijken regeert

Slide 21 - Quiz

I. Athene ligt in Griekenland, Sparta niet.
II. Athene is een stadstaat, Sparta niet.
A
stelling I is juist, stelling II is onjuist.
B
stelling I is onjuist, stelling II is juist.
C
Stelling I en II zijn allebei juist
D
Stelling I en II zijn allebei onjuist

Slide 22 - Quiz

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd :

Slide 23 - Open question

Begrippen uit deze les :

  • Kolonie
  • Polis (stadstaat); Poleis 
  • Democratie
  • Monarchie
  • Burger
  • Ostracisme
  • Tirannie 
  • Aristocratie
  • Oligargie 
  • Volksvergadering 

Slide 24 - Slide

Jaartallen uit deze les

  • 800 v. Chr. - 550 v. Chr.: Griekse kolonisatie
  • 500 v. Chr.: wetten van Kleisthenes: Athene wordt een democratie

Slide 25 - Slide