5.2 Organismen

Thema 5 Ecologie




Basisstof 2
Organismen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 5 Ecologie




Basisstof 2
Organismen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoelen B2
  • Je kunt de invloed van de belangrijkste abiotische factoren op organismen beschrijven
  • Je kunt veranderingen van abiotische en biotische factoren en hun onderlinge wisselwerking beschrijven

Slide 3 - Slide

Herhaling

Slide 4 - Slide

timer
1:00
individu
populatie
ecosysteem

Slide 5 - Drag question

Hoe zat het ook alweer?
Sleep de volgende factoren naar het juiste vak.
timer
0:20
Biotische factoren
Abiotische factoren
neerslag
predatie
ziekten
bodem
schaduw
concurrentie
samenwerking

Slide 6 - Drag question

Je kunt
  • de invloed van de belangrijkste abiotische factoren op organismen beschrijven
  • veranderingen van abiotische en biotische factoren en hun onderlinge wisselwerking beschrijven

Slide 7 - Slide

Organisme
  • Aangepast aan milieu
  • erfelijk bepaald
  • Tolerantie
  •  vermogen om schommelingen in abiotische factor te kunnen verdragen


Slide 8 - Slide

Tolerantiegrens

Beperkende factor
Uiterste waarde waarbij een individu kan (over)leven

Slide 9 - Slide

Belangrijke abiotische factoren
Bodem
Licht
Water
Temperatuur

Slide 10 - Slide

Bodemgesteldheid
  • zand
  • klei
  • humus
  • pH, grondwaterstand, mineralen

Slide 11 - Slide

Wat zijn biotische factoren?
A
invloeden die afkomstig zijn van organismen
B
invloeden die afkomstig zijn van de levenloze natuur

Slide 12 - Quiz

Licht
  • Lichtintensiteit
  • Daglengte
  • In water alleen in bovenste lagen

Slide 13 - Slide

Water
  • Wortelstelsel
  • Bouw blad

Slide 14 - Slide

Temperatuur
  • Enzymactiviteit
  • Koudbloedig (poikilotherm)
  • Warmbloedig (homoiotherm)

Slide 15 - Slide

Tolerantiegebied

Optimumkromme
Minimumwaarde
Optimumwaarde
Maximumwaarde

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Verspreidingsgebied
Areaal: daar waar de soort op aarde voorkomt.
Bepaald door de tolerantiegrens voor abiotische factoren (=beperkende factor)

Slide 18 - Slide

Welke soort heeft het grootste tolerantie?
A
Soort a
B
Soort b
C
Soort a en b, want er is overlap

Slide 19 - Quiz

Biotisch
Abiotisch
Wind
Lucht
Zuurstof
Water
Grond
Roofvijanden
Soort
genoten
Plant
Bacterie
Voedsel

Slide 20 - Drag question

Is het tolerantiegebied van een organisme een biotische factor of een abiotische factor?
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 21 - Quiz

Welke soort heeft de grootste tolerantiegebied voor temperatuur?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 22 - Quiz

In diagram 1 staat de tolerantie weergegeven van een bepaalde soort voor de concentratie zouten in de omgeving. Er is geen duidelijk optimum-punt te zien, maar een 'tolerantiegebied'. Wat betekent dat?
A
De soort verdraagt schommelingen in zoutconcentratie goed
B
De soort verdraagt schommelingen in zoutconcentratie slecht
C
Het gaat om een soort wat helemaal niet kan overleven in een zoute omgeving
D
Indien de zoutconcentraties nog hoger zijn zal er een optimum ontstaan bij de soort

Slide 23 - Quiz

Maak de opdrachten 8, 9 en 10
Klaar? Oefen de Flitskaarten en maak Test Jezelf

Slide 24 - Slide

Vandaag heb ik geleerd ...

Slide 25 - Mind map

Huiswerk
lezen bs 2
maken opdr. 8 t/m 10

Slide 26 - Slide