2HV les 7

2HV
Go to: lessonup.app
Fill in the code!
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

2HV
Go to: lessonup.app
Fill in the code!

Slide 1 - Slide

Learning objectives
  • I can pronounce the b and p ending correctly.
  • I can pronounce the ed ending correctly.
  • I can use adjectives and adverbs correctly.
  • I can use the present perfect and past simple correctly.

Slide 2 - Slide

Today's programme
  • Writing assignment
  • Pronunciation practice
  • Present perfect
  • Round off

Slide 3 - Slide

Pronunciation

Slide 4 - Slide

Which word do you hear?
A
cab
B
cap

Slide 5 - Quiz

Which word do you hear?
A
cob
B
cop

Slide 6 - Quiz

Which word do you hear?
A
cub
B
cup

Slide 7 - Quiz

Which word do you hear?
A
gab
B
gap

Slide 8 - Quiz

Which word do you hear?
A
lab
B
lap

Slide 9 - Quiz

Which word do you hear?
A
mob
B
mop

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

ww+ed

Slide 14 - Slide

ww+ed
2e rij

Slide 15 - Slide

ww+ed
2e rij
did + hele werkwoord

Slide 16 - Slide

ww+ed
2e rij
did + hele werkwoord
Iets is in het verleden gebeurd.

Slide 17 - Slide

ww+ed
2e rij
did + hele werkwoord
Iets is in het verleden gebeurd.
Je weet wanneer iets is gebeurd in het verleden.

Slide 18 - Slide

ww+ed
2e rij
did + hele werkwoord
Iets is in het verleden gebeurd.
Je weet wanneer iets is gebeurd in het verleden.
yesterday/ last .../ ... ago/ in 2019 / when I was ...

Slide 19 - Slide

ww+ed
2e rij
did + hele werkwoord
Iets is in het verleden gebeurd.
Je weet wanneer iets is gebeurd in het verleden.
yesterday/ last .../ ... ago/ in 2019 / when I was ...
have/has + volt. deelw.

Slide 20 - Slide

ww+ed
2e rij
did + hele werkwoord
Iets is in het verleden gebeurd.
Je weet wanneer iets is gebeurd in het verleden.
yesterday/ last .../ ... ago/ in 2019 / when I was ...
have/has + volt. deelw.
ww+ed

Slide 21 - Slide

ww+ed
2e rij
did + hele werkwoord
Iets is in het verleden gebeurd.
Je weet wanneer iets is gebeurd in het verleden.
yesterday/ last .../ ... ago/ in 2019 / when I was ...
have/has + volt. deelw.
ww+ed
3e rij

Slide 22 - Slide

ww+ed
2e rij
did + hele werkwoord
Iets is in het verleden gebeurd.
Je weet wanneer iets is gebeurd in het verleden.
yesterday/ last .../ ... ago/ in 2019 / when I was ...
have/has + volt. deelw.
ww+ed
3e rij
Iets is in het verleden begonnen en nog steeds zo.

Slide 23 - Slide

ww+ed
2e rij
did + hele werkwoord
Iets is in het verleden gebeurd.
Je weet wanneer iets is gebeurd in het verleden.
yesterday/ last .../ ... ago/ in 2019 / when I was ...
have/has + volt. deelw.
ww+ed
3e rij
Iets is in het verleden begonnen en nog steeds zo.
Iets is gebeurd, het is niet duidelijk wanneer.

Slide 24 - Slide

ww+ed
2e rij
did + hele werkwoord
Iets is in het verleden gebeurd.
Je weet wanneer iets is gebeurd in het verleden.
yesterday/ last .../ ... ago/ in 2019 / when I was ...
have/has + volt. deelw.
ww+ed
3e rij
Iets is in het verleden begonnen en nog steeds zo.
Iets is gebeurd, het is niet duidelijk wanneer.
Je hebt het over ervaringen in iemands leven.

Slide 25 - Slide

ww+ed
2e rij
did + hele werkwoord
Iets is in het verleden gebeurd.
Je weet wanneer iets is gebeurd in het verleden.
yesterday/ last .../ ... ago/ in 2019 / when I was ...
have/has + volt. deelw.
ww+ed
3e rij
Iets is in het verleden begonnen en nog steeds zo.
Iets is gebeurd, het is niet duidelijk wanneer.
Je hebt het over ervaringen in iemands leven.
for, yet, never, ever, since,
just, already, always, lately

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide