4 mavo 13.6 Afweer

H13.6 Afweer
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H13.6 Afweer

Slide 1 - Slide

Doel van de les: 

  • Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties en op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
  •  Je kunt omschrijven hoe stoffen een allergische reactie kunnen veroorzaken.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Bacteriën, virussen en schimmels
Sommige bacteriën en schimmels zijn goed, maar soms zijn ze slecht (>ziekteverwekkers) en veroorzaken ze een infectie 

Lichaamsvreemde stoffen

    E. coli  (bacterie)                   Coronavirus          Griepvirus                                      Candida schimmel

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Bestrijding van ziekteverwekkers
Stap 1: Opeten                                             Stap 2: antistoffen maken.
(langzame bestrijding).                          (snelle bestrijding)
               

Slide 7 - Slide

Antigenen en antistoffen
Cellen kunnen herkend worden door antigenen. Wanneer je witte bloedcellen de lichaamsvreemde stoffen gaat eten, leert het de antigenen kennen. Zo maken ze voor dat antigen een antistof.

Een antistof is specifiek voor één antigen. > sleutel en slot

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Allergie
Ook een allergie is een foutje in je immuunsysteem. Je immuunsysteem reageert dan heftig op bepaalde stoffen die eigenlijk niet gevaarlijk zijn (allergische reactie).

                                                                                                                       Anafylactische shock

Slide 12 - Slide

Immuniteit
Vaak word je maar één keer ziek van een ziekteverwekker. Je witte bloedcellen kunnen onthouden welke antistoffen ze moeten maken, je wordt zo immuun (kunt niet meer ziek worden).

Kunstmatig  en natuurlijk

Slide 13 - Slide

Actieve en passieve immunisatie
Vaccinatie
--------------------
- Werkt lang
- Werkt alleen vóór infectie
- Je lichaam onthoudt de nodige antistof
- Vaak levenslang goed na prikken

Serum
--------------------
- Werkt direct
- Alleen tijdens/vlak voor infectie
- Je lichaam onthoudt de antistof niet
- Elke infectie is een nieuwe prik nodig

Slide 14 - Slide

Maar waarom heb je toch steeds een verkoudheid of een griepje?
Sommige virussen veranderen bijna nooit, sommige virussen veranderen helaas heel snel. 

Slide 15 - Slide

Vaccinaties (kunstmatige immuniteit)
Een injectie dat bestaat het uit delen van een virus of bacterie of een verzwakte versie. Je lichaam wordt er niet of nauwelijks ziek door, maar je witte bloedcellen leren ze zo wel herkennen en onthouden!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Ziekteverwekkerdringt het lichaam binnen
De antistof hecht zich aan de antigenen
De ziekteverwekker is met antistof bedekt en onschadelijk gemaakt
Bepaalde witte bloedcellen produceren antistof

Slide 21 - Drag question

Welke ziekteverwekkers kunnen met een antibioticum worden bestreden?
A
bacteriën
B
schimmels
C
parasieten
D
virussen

Slide 22 - Quiz

Wat krijg je bij een inenting toegediend?
A
witte bloed cellen
B
stoffen die de ziekte bestrijden
C
een verzwakt of dode ziekteverwekker
D
extra vitamines

Slide 23 - Quiz

Tekst
Sleep de woorden naar de juiste vorm van immuniteit/immunisatie
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Na doormaken mazelen
Aanmaak antistoffen
Tekst
Serum
Vaccinatie
Koorts

Slide 24 - Drag question

Welke eiwitten zitten op een ziekteverwekker?
A
Antistoffen
B
Antigenen
C
Witte bloedcellen
D
Serum

Slide 25 - Quiz

Antibiotica werkt ook tegen het corona virus en andere virussoorten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Antistof
Ziekteverwekker
Antigenen
Antistofcel (witte bloedcel)
Vreetcel (Witte bloedcel)

Slide 27 - Drag question

Doel van de les: 

  • Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties en op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
  •  Je kunt omschrijven hoe stoffen een allergische reactie kunnen veroorzaken.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide