TH1 Woche 50 (Vorbereitung Test Kapitel 3)

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Deutsch

Deutsch

Ziele der Unterrichtsstunden

Planung der Woche

Ziele der Unterrichtsstunde	Planung der Woche
- Aan het einde van de lessen heb je gewerkt aan de vaardigheid spreken. - Aan het einde van de lessen heb je de grammatica van Kapitel 4 herhaald.	- Leerwerk overhoren. - Huiswerk controleren. - Herhalen grammatica Kapitel 4. - Vaardigheid spreken.

An die Arbeit!

Im Unterricht In de les	Hausaufgaben Huiswerk
Prüfen: eerste - wie (p.96) + H: anfangen - der Unterricht (p.97) Kontrollieren: W3: 6-8 (p.180) Grammatik: wiederholen Kapitel 3 und Kapitel 1+2 Sprechen: 29, 30, 32 (p.84-85) + 34-38 (p.86-88)	Machen: W3: 9-10 (p.180-181) Lernen: Sprachmittel eerste 6 zinnen (p.99) ____________________________________

Rad des Schicksals!

Grammatik

Die Personalpronomen (de persoonlijke voornaamwoorden) und die Verben haben (hebben) und sein (zijn).   

Extra Erklärung Verben haben und sein

De werkwoorden haben (hebben) en sein (zijn), zijn onregelmatige werkwoorden. Deze moet je dus uit je hoofd leren, er is namelijk geen standaard regel!

1. Is zij - _______ Julia?

2. ik ben - _______ 13 Jahre alt.

3. wij zijn - _______ in Österreich geboren.

4. ik heb - _______ eine Schwester.

5. wij hebben - _______ auch noch einen Bruder.

Geschlecht von Substantiven (het geslacht van zelfstandige naamwoorden)

Grammatik

Extra Erklärung Geschlecht Substantive

Ook de meeste woorden die in het Duits eindigen op -ion, zijn vrouwelijk. 

Beispiel:

die Union, die Aktion

6. _______ Mutter

7. _______ Kind

8. _______ Löwe (leeuw)

Grammatik

Das Plural bilden (het meervoud vormen). 

Het lidwoord voor meervoud is altijd die

Extra Erklärung zur Darstellung von Umlauten

De klinkers waarop in het Duits een Umlaut kunnen komen zijn de klinkers in het woord auto. 

De mogelijkheden zijn:

- ä

- äu

- ü

- ö

In het Duits kan er dus geen Umlaut komen op een -e of -i

Verdopplung von Konsonanten -n oder -s im Plural

Bij vrouwelijk woorden en onzijdige woorden krijg je net als in het Nederlands een klinkerverdubbeling van de -n of -s. 

Beispiel:

die Freundin = die Freundinnen

das Ereignis = die Ereignisse 

9. die Freundin

10. der Lehrer

11. der Schrank

12. das Jahr

Haben wir aktiv mitgemacht und unsere Ziele (doelen) erreicht?

😒🙁😐🙂😃