3.4 Planten

H3.4 Planten
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H3.4 Planten

Slide 1 - Slide

Boek, laptop, schrift/jdw-map op tafel
log in op Lesson-up

Slide 2 - Slide

Boek, laptop, schrift/jdw-map op tafel
log in op Lesson-up

Slide 3 - Slide

Planning
  • Vragen huiswerk?
  • Extra oefenen indelen dierenrijk
  • Basisstof 4 - het plantenrijk
  • Aan de slag met het huiswerk

Slide 4 - Slide

Vragen over het huiswerk?

opgave 1 tm 6
 

blz 188 tm 191

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Oefenen dierenrijk
Vul de uitgedeelde opdracht zoveel mogelijk zelfstandig in.

Wat waren ook al weer de twee kenmerken waarmee dieren in verschillende stammen worden ingedeeld?
timer
7:00

Slide 7 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt planten indelen in acht stammen.
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren.
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.

Slide 8 - Slide

Indeling plantenrijk
- soort bladgroenkorrels, 
- bouw van de plant, 
- werking van de celorganellen

Slide 9 - Slide

Indeling plantenrijk
wieren
mossen
vaat-
planten

Slide 10 - Slide

3

Slide 11 - Video

01:09
SPORENPLANTEN

Slide 12 - Slide

01:25
WIEREN

Slide 13 - Slide

01:52
ZAADPLANTEN

Slide 14 - Slide

Vaatplanten
Hebben vaten voor de transport van stoffen.

Tot de stam van de vaatplanten behoren de zaadplanten en sporenplanten

Slide 15 - Slide

Zaadplanten
Hebben wortels, stengels, bladeren en bloemen.

Voortplanting vindt plaats d.m.v. zaden (deze ontstaan in de bloemen)

Slide 16 - Slide

Sporenplanten
Hebben wortels, stengels en bladeren, maar GEEN bloemen

Voortplanting vindt plaats d.m.v. spore (een cel waaruit een nieuw plant kan ontstaan)


Slide 17 - Slide

Sporenplanten
Paardenstaarten en varens zijn vaatplanten die zich voortplanten met sporen.

Ook mossen en sommige wieren planten zich zo voort


Slide 18 - Slide

Paardenstaart
  • Opgebouwd uit een soort 'buisjes'
  • Voortplanting: sporen ontstaan in sporenvormende orgaantjes aan het uiteinde van sommige stengels

Slide 19 - Slide

Varens
  • Grote bladeren die bestaan uit meerdere kleine bladeren aan een hoofdnerf.
  • Voortplanting: sporen ontstaan in sporenhoopjes aan de onderkant van de kleine blaadjes 

Slide 20 - Slide

Mossen
  • Kleine plantjes, ze groeien in groepen bij elkaar.
  • Geen echte wortels geen vaatbundels.
  • Voortplanting: sporen ontstaan in sporendoosjes die op steeltjes er boven uit steken

Slide 21 - Slide

Sporenplanten
Mossen: mossen zijn kleine plantjes, ze groeien in groepen bij elkaar.
Geen echte wortels geen vaatbundels. 

Varens: varens herken je aan hun grote bladeren. De bladrand is vaak ingesneden. 
Zo lijkt één blad uit allemaal kleine blaadjes te bestaan. Ze hebben wortels en vaatbundels

Paardenstaarten: holle stengels, kleine blaadjes

Slide 22 - Slide

Paardenstaart
Sporenvormende orgaantje

Slide 23 - Slide

Varen
Sporenhoopjes

Slide 24 - Slide

Mossen
Sporendoosjes

Slide 25 - Slide

Mossen

Voortplanting:
Mosplantjes vormen sporendoosjes die 
(ver) boven het plantje zelf uitsteken.

In de sporendoosjes komen sporen, 
dat zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.

Slide 26 - Slide

Varens
Voortplanting:
Varens vormen sporendoosjes aan de onderzijde van de bladeren.

De sporen zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.
Mannetjesvaren

Slide 27 - Slide

Wieren
  • algen
  • leven vooral in water > geen wortel, geen stengel, geen bladeren en geen bloemen


Stam: groenwieren




Slide 28 - Slide

Groenwieren
  • eencellige of meercellige organismen met bladgroenkorrels 
  • voortplanting: sporen en celdeling
Zeesla

Slide 29 - Slide

Ordening Plantenrijk

Slide 30 - Slide

Welke 3 woorden zag je in het filmpje langskomen?

Slide 31 - Open question

Paardenstaarten
 Ze hebben holle stengels en kleine bladeren
 Sporen groeien in sporenvormende organen aan het uiteinde van de stengel.

Slide 32 - Slide

Stam: Zaadplanten
Zaadplanten planten zich voort door zaden. Uit een zaad kan een nieuw plantje groeien.
Zaadplanten hebben bloemen, in de bloem kan een zaad ontstaan.

Voorbeelden van zaadplanten zijn bijvoorbeeld gras, struiken, bomen en planten zoals in de afbeelding.

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Aan het werk: maak thema 3.4

Eerste  werk je alleen 
Daarna met je buurman/vrouw overleggen

Leren en maken vraag 1 t/m 7
blz 197-199

timer
15:00

Slide 35 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt planten indelen in acht stammen.
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren.
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.

Slide 36 - Slide