Formatieve toets - Relaties

Formatieve oefentoets Relaties

Lees goed!
1 / 36
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Formatieve oefentoets Relaties

Lees goed!

Slide 1 - Slide

Ben je al klaar voor de toets?
A
Ja, helemaal
B
Bijna
C
Nee nog niet
D
Weet ik niet

Slide 2 - Quiz

Zakelijke relatie

Persoonlijke relatie

Een baas en werknemer 
Twee vriendinnen die winkelen 
Zakgeld van ouders 
Voetballen met je vader 
Bijles van docent wiskunde 
Lesbisch stel 
UWV-bedrijf die helpt met het zoeken van een baan 
Karten met een vriend 
Pinnen bij de kassamedewerker van de Jumbo 

Slide 3 - Drag question

Waarom is in veel bedrijven een liefdesrelatie tussen een leidinggevende en een ondergeschikte verboden?

Slide 4 - Open question

Wat is een voorbeeld van grensoverschrijdend gedrag bij machtsmisbruik?
A
je krijgt een discriminerende opmerking van je baas
B
je baas plaagt je keer op keer ondanks jouw bezwaar
C
je baas wordt zo boos op je, dat je er bang van wordt
D
je baas zegt iets over je achterwerk, waar jij je niet prettig bij voelt

Slide 5 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van emancipatie?
A
Vrouwen mogen hetzelfde werk doen als mannen.
B
Meisjes gaan studeren.
C
Honden mogen loslopen in het park.
D
Het homohuwelijk

Slide 6 - Quiz

Wat betekent het dat een vrouw handelingsonbekwaam was?
A
een vrouw mag niets
B
een vrouw mag niets zonder toestemming van de man
C
de vrouw is gehandicapt
D
de vrouw kan niets

Slide 7 - Quiz

Welke zinnen zijn juist?
1. Iemands seksuele moraal wordt sterk bepaald door de opvoeding.
2. Bij dubbele moraal worden jongens en meisjes ongelijk beoordeeld.
3. De dubbele moraal betekent dat vreemdgaan fout is.
4. Bij de meeste mensen is de seksuele moraal aangeboren.
A
1 en 2
B
1 en 4
C
2 en 3
D
3 en 4

Slide 8 - Quiz

Grenzen stellen is in de praktijk vooral lastig als er sprake is van …
Wat is weggelaten?

A
een maatschappelijk probleem.
B
machtsmisbruik.
C
Seksueel misbruik
D
Seksuele intimidatie

Slide 9 - Quiz

Wat heeft GEEN invloed op de seksuele moraal?
A
Tijd
B
Plaats
C
Groep
D
Sekse

Slide 10 - Quiz

Stel: Iemand die jij leuk vindt is compleet dronken en vraagt of je met hem of haar naar bed wil.
Is er dan sprake van machtsmisbruik? Leg uit!

Slide 11 - Open question

Hoe zag, tot ongeveer 1960, een 'standaard' huishouden eruit?
A
Vader werkt, moeder zorgt voor de kinderen, opa en oma worden door (klein)kinderen verzorgt
B
Vader werkt, moeder zorgt voor de kinderen, opa en oma krijgen AOW en verzorgen zichzelf
C
Vader werkt, moeder werkt, opa en oma worden door (klein)kinderen verzorgt
D
Vader werkt, moeder doet het huishouden, jongeren krijgen studiefinanciering en wonen op zichzelf. Opa en oma worden door (klein)kinderen verzorgt

Slide 12 - Quiz

De meeste Nederlanders wonen in een standaardgezin. Geef 3 voorbeelden van hoe het ook anders kan

Slide 13 - Open question

Julia zit in een pleeggezin. Er zijn diverse manieren om ons leven in te richten, zo kennen we eenoudergezinnen, en ook samengestelde gezinnen. Wat is dat, een samengesteld gezin?
A
een gezin met zowel jongens als meisjes
B
een gezin met zowel biologische als geadopteerde kinderen
C
een gezin met kinderen waar de ouders niet voor kunnen zorgen
D
een gezin met kinderen uit verschillende eerdere relaties

Slide 14 - Quiz

Leg deze zin uit:
'Door de individualisering is het aantal echtscheidingen toegenomen.'

Slide 15 - Open question

Welk woord hoort er niet bij en waarom?
Huwelijk-woongemeenschap-samenlevingscontract-zelfstandig

Slide 16 - Open question

Met wie mag je niet trouwen?
A
je neef/nicht
B
je buurman
C
je vriend(in) van 17
D
je pianoleraar

Slide 17 - Quiz

Mensen die een relatie hebben, moeten elkaar trouw zijn.
Trouw zijn is een:

A
Waarde
B
Norm
C
Wetsregel
D
belang

Slide 18 - Quiz

Homo's mogen trouwen
A
Dominante cultuur
B
Subcultuur

Slide 19 - Quiz

Wat is een eis om te kunnen trouwen?
A
Je bent ouder dan 16 jaar.
B
Je bent nog niet getrouwd.
C
Je weet wat je doet.
D
Je trouwt niet met een achternicht/-neef.

Slide 20 - Quiz

Een trouwambtenaar en 2 getuigen per partner is verplicht bij trouwen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

beperkte gemeenschap van goederen
betekent:
A
Dat je een verhuisbedrijf hebt
B
dat alles van jullie samen is
C
dat je goederen verkoopt
D
Je bepaald zelf wat van jouw is en wat van de ander is.

Slide 22 - Quiz

Een vrouw heeft tijdens haar huwelijk 10.000 euro gespaard. Ze is in beperkte gemeenschap van goederen getrouwd met een man die 20.000 euro voor het huwelijk gespaard had. Wat krijgt de vrouw bij een echtscheiding?
A
10.000 euro
B
5.000 euro
C
20.000 euro
D
30.000 euro

Slide 23 - Quiz

Welke uitspraak past bij trouwen op huwelijkse voorwaarden?
A
Je deelt wel elkaars bezittingen, maar niet elkaars schulden.
B
De bezittingen zijn van beide partners.
C
Je laat vastleggen wat van wie is.
D
Je krijgt bij echtscheiding ieder de helft.

Slide 24 - Quiz

Selina is 23 jaar. Ze wil met haar 18-jarige neef Mitch trouwen. Mag dit van de wet?
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quiz

Ouderlijk gezag is:
A
de wettelijke plicht om voor je kinderen te zorgen
B
De wettelijke plicht om ouder te zijn
C
De wettelijke plicht om voor je moeder te zorgen
D
De wettelijke plicht om van iemand te houden

Slide 26 - Quiz

Met mij als docent heb je een...
A
Persoonlijke relatie
B
zakelijke relatie
C
Geen relatie
D
Beide relaties

Slide 27 - Quiz

Als je getrouwd bent, heb je een persoonlijke en zakelijke relaties met elkaar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Welke uitspraak is onjuist?
A
De seksuele moraal bepaalt of iets seksuele intimidatie is
B
seksuele intimidatie is altijd een vorm van misbruik
C
Seksuele intimidatie is altijd een vorm van seksueel geweld
D
Seksuele intimidatie is altijd grensoverschrijdend gedrag

Slide 29 - Quiz

Een dubbele moraal betekent op seksueel gebied,
A
dat meisjes meer mogen dan jongens
B
dat jongens meer mogen dan meisjes
C
dat er andere waarden gelden voor jongens dan voor meisjes
D
dat er andere normen gelden voor jongens dan voor meisjes

Slide 30 - Quiz

Dit is een voorbeeld van een:
A
eenoudergezin
B
pleeggezin
C
samengesteld gezin
D
alleenstaand (happy single)

Slide 31 - Quiz

Een trouwambtenaar en 2 getuigen per partner is verplicht bij trouwen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

Welke relatie is vooral zakelijk?
A
Neshantini is verloofd met Jerry.
B
Dillon heeft ruzie met zijn vriend Gachiek
C
Lucas koopt een fiets van Timo.
D
Zena gaat op bezoek bij haar oma.

Slide 33 - Quiz

Was het duidelijk wat je moest leren?
Ja
Nee

Slide 34 - Poll

Ik moet nog verder gaan met leren.
Ja
Beetje
Nee

Slide 35 - Poll

Ga je de app van Essener gebruiken om te leren voor de toets? 0 = zeker niet 100 = zeker wel
0100

Slide 36 - Poll