Verkeersregels en -borden Quiz
1 / 14
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
A
Iedereen moet stoppen
B
Iedereen moet doorrijden
C
Je moet links gaan
D
Je moet rechts gaan
Slide 2 - Quiz
A
De rode wagen moet stoppen
B
De blauwe wagen moet stoppen
Slide 3 - Quiz
A
De rode wagen moet stoppen voor het rode licht
B
De rode wagen mag doorrijden
Slide 4 - Quiz
A
Volgens dit licht mag ik doorrijden, maar moet ik voorrang verlenen voor rechts
B
Volgens dit licht mag ik doorrijden
Slide 5 - Quiz
A
Iedereen moet stoppen.
B
Je mag alleen links afslaan
C
Je mag alleen rechts afslaan
D
Je mag alleen rechtdoor
Slide 6 - Quiz
A
De rode auto heeft voorrang
B
De blauwe auto heeft voorrang
Slide 7 - Quiz
A
De rode auto heeft voorrang
B
De brommer heeft voorrang
Slide 8 - Quiz
A
De rode auto heeft voorrang
B
De blauwe auto heeft voorrang
Slide 9 - Quiz
A
De auto heeft voorrang
B
De brommer heeft voorrang
Slide 10 - Quiz
A
De rode auto heeft voorrang
B
De blauwe auto heeft voorrang
Slide 11 - Quiz
A
De rode auto heeft voorrang
B
De blauwe auto heeft voorrang
C
De zwarte auto heeft voorrang
Slide 12 - Quiz
A
De rode auto heeft voorrang
B
De blauwe auto heeft voorrang
C
De fietser heeft voorrang
Slide 13 - Quiz
Wat betekent dit bord?
A
Je komt in de buurt van een vliegveld
B
Hier kunnen raketten opstijgen
C
Jij rijdt op een voorrangsweg en moet voorrang krijgen
D
Kijk uit voor verkeer van rechts en links
