Schrijven: leg uit waarom je voor deze kaft gekozen hebt
Beoordelen: 2 beoordelingswoorden + uitleg
Slide 4 - Slide
Over schrijven/beoordelen:
Onderbouw alles wat je zegt met argumenten en voorbeelden
Dus niet: 'Er staat een hond op de kaft, want de hoofdpersonen hebben een hond.'
Maar wel: 'Er staat een hond op de kaft, want Daan de hond is een belangrijk personage uit het boek. Hij helpt bijvoorbeeld om Gerson uit coma te halen, door zijn gezicht te likken. Ook zat Daan in de auto toen het ongeluk gebeurde.'
Dus niet: 'Ik vond het boek ontroerend, omdat hij blind werd en dat is zielig.'
Maar wel:
'Ik vond het boek ontroerend, omdat het een erg heftig onderwerp is en het boek ook een tragisch einde heeft. Allereerst was ik al geraakt toen Gerson blind werd. Je zag hoe hij worstelde met zijn emoties, bijvoorbeeld toen hij zo kwaad werd op de buurman die kwam vragen hoe het ging.'
Slide 5 - Slide
Herhaling woordsoorten:
Maak opdracht 19, pagina 46
Je mag zachtjes overleggen, óf muziek luisteren
Gebruik het overzicht op p. 271 en verder
Stel vragen als je iets niet begrijpt
Klaar? Maak een samenvatting van alle theorie van woordsoorten