Les 1: Planten en dieren

• Biologie
• Basisschool
• Groep 5

Thema 1: Planten en dieren

Les 2: Soorten dieren

Niet- levende natuur

Levende natuur

Sleep de afbeelding naar de juiste benaming.

Wat ga je leren?

• Je kunt 5 diergroepen noemen
• Je kunt van elke groep 2 kenmerken noemen
• Je kunt van elke groep een voorbeeld geven 

Gewervelde dieren

Het dierenrijk kent 7 stammen. 

Eén van de stammen noemt men 'gewervelden'. 

Binnen de stam van de gewervelden zijn er 

5 groepen.

Alle gewervelde dieren hebben een inwendig skelet. Een onderdeel van dat skelet is de wervelkolom. De wervelkolom is opgebouwd uit wervels.

gewervelden

Tweezijdig symmetrisch

Inwendig skelet

Ze hebben een wervelkolom die opgebouwd is uit wervels

indeling klasse:

voortplanting

lichaamstemperatuur

Zoogdieren

* leggen geen eieren

* dragen jongen in de buik (net als bij mensen)

* de jongen worden gezoogd (drinken bij de moeder)

* haren op de huid

* longen

* vaste lichaamstemperatuur

Vogels 

Kenmerken

* eieren met kalkschaal

* longen

* meeste kunnen vliegen

* veren

* vaste lichaamstemperatuur

(Een pinguïn is een vogel, maar hij heeft geen veren)

Reptielen

Kenmerken

* eieren leerachtige schaal

* leggen eieren op land

* longen

* meeste leven op land

* sommige leven in water

* huid - droge schubben

* geen vaste lichaamstemperatuur

(slang, hagedis, krokodil)

Amfibieën

Kenmerken

* eieren zonder schaal

* jonge amfibieën leven in water, kieuwen

* grotere amfibieën, kunnen op land leven, longen & huid ademhalen

* geen vaste lichaamstemperatuur

(salemander, pad, kikker)

Vissen

Kenmerken

* leven in het water

* eieren zonder schaal

* kieuwen

* schubben

* geen vaste lichaamstemperatuur