Inleiding thema sociaal netwerk en netwerkmethodieken_MZ module NETW

wat is een sociaal
netwerk?
1 / 20
next
Slide 1: Mind map
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

wat is een sociaal
netwerk?

Slide 1 - Mind map

This item has no instructions

Slide 2 - Video

https://quez.movisie.nl/#clientengesprek
Sociaal netwerk
Een sociaal netwerk is het geheel van relaties dat je hebt met mensen in de naaste omgeving, inclusief je familie en je partner.

Alle mensen met wie iemand in zijn dagelijkse leven te maken heeft, vormen samen zijn sociale netwerk.
 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waarom is een sociaal netwerk belangrijk?

Een mens is een sociaal wezen. Mensen leven al sinds de oertijd in groepen, omdat ze kwetsbaar zijn als ze alleen zijn. Mensen kunnen zich slecht handhaven als ze geen sociaal netwerk om zich heen hebben.

Uit onderzoek is gebleken dat mensen met een goed sociaal netwerk gelukkiger en gezonder zijn, en meer bereiken in hun leven.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is het belang van een sociaal netwerk voor jóuw cliënten?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Kwaliteit van bestaan (schalock)


Zelfbepaling: de cliënt vertelt zelf wie voor hem/ haar belangrijk is en wat hij met die personen wil ondernemen
Persoonlijke relaties : nieuwe contacten leggen maar ook bestaande contacten onderhouden of verstevigen)
Sociale inclusie : deelnemen aan reguliere sportclub/ zangclub, etc
Persoonlijke ontwikkeling : Door meer activiteiten in de samenleving te ondernemen en zo te ontwikkelen
Emotioneel welbevinden: door positieve contacten met belangrijke anderen voelt iemand zich meer geliefd en veilig
Fysiek welbevinden: lichamelijke klachten kunnen ontstaan door te weinig zelfzorg en eenzaamheid
Materieel Welbevinden: ook in materiële zaken kan een netwerk ondersteunen
Recht: Recht op zorg en op keuze van partner

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat voor cliënten heb jij?
Type 1: Niet in staat zelfstandig een netwerk op te bouwen
Type 2: Wel in staat een netwerk op te bouwen maar kan geen contacten opbouwen of behouden
Type 3: In staat een sociaal netwerk op te zetten en te gebruiken
Type 4: In staat een sociaal netwerk op te zetten en te gebruiken maar dit leidt niet tot het gewenste resultaat.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Korte ervaringsoefening

Slide 8 - Slide

Deze oefening komt later in de module uitgebreider terug!!! Een student brengt zijn eigen netwerk in kaart in de klas, waarbij de groepsgenoten als representanten staan voor de familie, vrienden, externen etc. Je laat diegenen ervaren wat een netwerk is en wat er gebeurt als je bijvoorbeelden mensen weghaalt of verplaatst. Dit altijd in overleg met de groep en uit veiligheid. Als de netwerkopstelling klaar is, zorg je dat iedereen bewust de eigen identiteit weer aanneemt. 
Wat doe jij om je eigen sociale netwerk te onderhouden en/of vergroten?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Netwerkkaart

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Familie: broers, zussen, nichten, neven, etc. 
Clientcontacten: mensen uit het verzorgingshuis, leren kennen bij therapie, etc. 
Professionele contacten: huisarts, activiteitenbegeleiding, collega's  
Samenleving: overige bekenden, buren, mensen van de bingo, etc.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat voor soort contacten?
Wat is bij iedere persoon uit het sociale netwerk de reden voor contact?
Geef dat aan met bijvoorbeeld de letters: E, P, G, A.
E = Emotionele steun. Met wie bespreekt de zorgvrager persoonlijke en vertrouwelijke zaken? Bij wie zoekt hij troost of kan hij stoom afblazen?
P = Praktische steun. Wie helpt met de boodschappen? Wie past op de kinderen? Wie helpt bij vervoer? Wie geeft financiële steun?
G = Gezelschap. Naar wie gaat de zorgvrager voor de gezelligheid? Met wie onderneemt hij iets gezelligs?
A = Advies en informatie. Aan wie vraagt de zorgvrager raad voor het nemen van moeilijke beslissingen?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

In kaart brengen van een sociaal netwerk
Je kunt met behulp van verschillende instrumenten het sociale netwerk van een cliënt in kaart brengen. Deze les ga je leren hoe je de volgende instrumenten kunt gebruiken:
➢ Groslijst
➢ Genogram
➢ Ecogram
➢ Netwerkcirkel van 
➢ Contactladder
➢ Wijkecogram
➢ Straatladder
➢ Mantelscan

Iemand al bekend met één van deze instrumenten/
methodieken?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Opdracht in groepjes
Wie 
De klas wordt in 4 groepen verdeeld en zitten met elkaar aan de tafel.
Wat gaan jullie doen
Je gaat je verdiepen in instrumenten (manieren) om een sociaal netwerk in kaart te brengen.
Jullie verdelen de netwerkmethodes die op de tafel liggen en leggen aan elkaar uit wat ze inhouden.
Daarna bepaal je welke instrumenten geschikt zouden zijn voor jouw doelgroep.
Bron: 'aan de slag met sociale netwerken - Movisie'
Eindresultaat 
Je hebt inzicht in instrumenten om het netwerk te behouden of vergroten van jouw cliënten en kan deze inzetten in de praktijk en ter ondersteuning van toekomstige examens en de eindopdracht
Hoe lang 
45 - 60 minuten
Klaar met de opdaracht 
Bedenk met elkaar welke jullie favoriet is en die delen we met de groep

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat is jullie favoriete netwerkmethodiek als groep?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Individueel:
Link naar de eindopdracht
Maak met behulp van 1 van de methodes inzichtelijk hoe het netwerk van zelf gekozen cliënt eruit ziet.

* Wat kan er verbeterd worden aan dit netwerk?
* Hoe zou je dat vanuit jouw rol in de organisatie kunnen aanpakken?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Dit neem ik mee van de les van vandaag in mijn eigen werk....

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Is het doel van deze les voor jou behaald?

* Je kunt het netwerk van een cliënt met verschillende instrumenten in kaart brengen
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

This item has no instructions

Huiswerk
Je leest binnen Traject Participatie, module 2 Participatie en de sociale omgeving: 

hoofdstuk 3 Het sociale netwerk van de cliënt.

 En maken van de verwerkingsopdrachten

Slide 20 - Slide

This item has no instructions