Les 4: werken in de kinderopvang/taalontwikkeling

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Keuzevak welzijn kind en jongere

Leerjaar 3

Periode 1

Thema: werken in de kinderopvang

Competentie: zelfstandig leren en werken

Afspraken

Telefoon

Kauwgom

Huiswerk

Spullen

Brieven

Belangrijke data

SO: 29/9

Eindtoets: 6 oktober

Lesdoelen

Aan het einde van deze les:

- kun je vertellen wat de namen en leeftijden zijn van de doelgroepen

- kun je vertellen wat de opvangmogelijkheden zijn

- kun je vertellen wat de verschillende fasen in de taalontwikkeling van een kind zijn

- heb je de opdracht uitgevoerd

Lesplanning

Herhalen Quiz

Werken in de kinderopvang

Doelgroepen

Opvangmogelijkheden

Taalontwikkeling - opdracht

Opruimen 12.35u

Reflectie en vooruitblik

Cognitieve ontwikkeling zegt wat over:

1. het verstand
2. de emoties
3. de omgang met anderen
4. de motoriek

de sociale ontwikkeling zegt wat over:

1. het leren en denken
2. de emoties
3. de omgang met anderen
4. de motoriek

De motorische ontwikkeling hoort bij

1. de cognitieve ontwikkeling
2. de lichamelijke ontwikkeling
3. de sociale ontwikkeling
4. de emotionele ontwikkeling

Hier is sprake van:

1. grove motoriek
2. Fijne motoriek

Hier is sprake van:

1. grove motoriek
2. fijne motoriek

Voor kralen rijgen heb je nodig:

1. grove motoriek
2. fijne motoriek

Hier is sprake van:

1. grove motoriek
2. fijne motoriek

Knippen hoort bij:

1. grove motoriek
2. Fijne motoriek

Jongens krijgen de baard in de keel. Wat betekent dit?

1. Ze krijgen een hogere stem
2. Er groeit haar in hun keel
3. Ze krijgen baardgroei
4. Ze krijgen een lagere stem

Jongens worden eerder geslachtsrijp dan meisjes.

1. waar
2. niet waar

Wat kan een jongen als hij geslachtrijp is?

1. een meisje verkering vragen
2. autorijles nemen
3. een meisje zwanger maken
4. alcohol drinken

Werken in de kinderopvang

Wie?

Weet je wat je werk dan inhoudt?

Welke opleiding heb je dan gedaan?

Taken pedagogisch medewerker

????

• begeleiden groepen kinderen van 0 tot 12 jaar
• dagelijkse verzorging: eten, drinken, verschonen, slapen
• passende activiteiten
• contact met ouders, collega's en leidinggevende
• opvoedkundige taken
• observeren, rapporteren en overleggen

Doelgroepen

Welke doelgroepen ken je in de leeftijd van 0 tot 16 jaar.

Schrijf ze op en schrijf de leeftijden erbij.

Doelgroepen

• Baby: van 0 tot 12 maanden
• Dreumes: van 1 tot 2 jaar (Hummel)
• Peuter: van 2 tot 4 jaar
• Kleuter: van 4 tot 6 jaar
• Schoolkind: van 6 tot 12 jaar
• Pubers: van 12 tot 16 jaar

Opvangmogelijkheden

Welke opvangmogelijkheden ken je?

Schrijf op en schrijf erbij voor welke leeftijd die opvang is.

Opvangmogelijkheden - 1

Kinderdagverblijf/creche

• Baby, dreumes, peuter

Peuterspeelzaal:

• geen opvang
• peuters
• 2x per week een dagdeel

Opvangmogelijkheden - 2

Gastouder:

• alle leeftijden

Buitenschoolse opvang (BSO):

• vanaf 4 jaar (kleuter en schoolkind)
• voor en na school

Taalontwikkeling

• Baby’ s zijn meteen vanaf hun geboorte al bezig met communicatie.
• Pasgeboren baby’s reageren op de stem van hun ouders.
• Daarmee begint de taalontwikkeling al.
• In de eerste levensjaren van een kind gaat de taalontwikkeling ontzettend snel.

1. Huilen

• Eerste 6 weken
• Enige vorm van communicatie

2. Klanken

• 6 - 24 weken
• "eh", "oh",  enz.

3. Gebrabbel

dadada of mamama

vanaf 6 maanden

4. Begrijpen

Vanaf 8 maanden

Begrijpen verband eigen gedrag en reactie van de ander

5. Eerste woordjes

- één woord om iets aan te wijzen

- vanaf 12 maanden

6. Twee woord - zinnen

- vanaf 18 maanden

"mama bal"

7. Zinnen

Vanaf 2 jaar

zinnen van drie, vier of vijf woorden

8. Gesprek voeren

vanaf 3 jaar

langere en betere zinnen

In welke volgorde verloopt de taalontwikkeling van baby's? Begin bij de fase die als eerst komt. 

Brabbelen 

Eénwoord-zinnen

Huilen

Imiteren

Volledige zinnetjes

1

2

3

4

5

Bronnenboek

1.5: blz 16 - 18

Opdracht taalontwikkeling

uitdelen en uitleg

Nakijken opdracht

Huiswerk?

Reflectie

Zijn de lesdoelen behaald?

Zo ja > waarom?

Zo nee > waarom?

Ben je tevreden over je eigen gedrag?

Ben je tevreden over de docent?

Vooruitblik

Volgende les:

Observeren, rapporteren en communiceren