hv1a Unité 2 - les 38- 251122

Salut hv1a!
Le 25 novembre, 2022
BIENVENUE!

-  svp boek, schrift en pen op tafel
- svp telefoon in de telefoontas
- je begint aan de startopdracht, overleggen mag op fluistertoon

1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Salut hv1a!
Le 25 novembre, 2022
BIENVENUE!

-  svp boek, schrift en pen op tafel
- svp telefoon in de telefoontas
- je begint aan de startopdracht, overleggen mag op fluistertoon

Slide 1 - Slide

Regels in de klas
- Bij binnenkomst doe je je telefoon in de telefoontas en leg je je boek, schrift en pen op tafel.
- Telefoon op "stil" in de telefoontas en geen oordopjes in de klas. 
- Huiswerk is gemaakt 
- "Attention" betekent "let op!", als ik dat zeg ga ik iets uitleggen en dan zijn jullie stil. 
- We hebben respect voor elkaar en luisteren naar elkaar, wil je
   iets zeggen dan steek je je vinger op. 
- Rood stoplicht betekent mond dicht en je steekt je vinger op als je iets 
   wilt zeggen. Pas als ik je het woord geef praat je en de rest is stil. 
- Oranje stoplicht betekent fluisterend overleggen mag. 
- Groen stoplicht is 'praat' blokje dan mag je praten maar niet te hard 

Slide 2 - Slide

Le but (het doel van deze les)
Na deze les:
- Kan ik mezelf voorstellen en daarbij een bezittelijk voornaamwoord gebruiken in het Frans. 

Slide 3 - Slide

Startopdracht 
Schrijf in je schrift. 5 minuten - we komen er straks op terug. 

Wat weet je nog van de vorige les?
Schrijf op wat je weet over de Franse bezittelijke voor-
naamwoorden. 



Slide 4 - Slide

Le program
  1. Comment ça va?
  2. Startopdracht - wat weet je nog van de Franse bezittelijke voornaamwoorden?
  3. Het huiswerk noteren voor volgende keer. 
  4. Les devoirs
  5. Het bezittelijk voornaamwoord
  6. Parler
  7. On travaille
  8. Au revoir!
  9. Au revoir!

Slide 5 - Slide

Les devoirs pour le 28 novembre 
- Faire: exercice 16D + 16E (page 60) en 16 F (page 77) 
- Apprendre: apprendre 5 - het bezittelijk voornaamwoord
   

Slide 6 - Slide

Les devoirs 
- De startopdracht. 
- Corriger exercice 16B en 16C (page 58-59)
   

Slide 7 - Slide

Qui voit la faute?
Boeken dicht! Het rad
1. l'enfent 
2. sammedi
3. la fète 
4. l'aniversaire 
5. le trian
6. le copaine
7. le mesage 


Slide 8 - Slide

À toi! 
Ouvre le livre à la page 70.
1. Zijn moeder =      ...................... mère. 
2. Haar neef =     ........................ cousin. 
3. Jouw ouders =  ..........................  parents.
4. Mijn school =  ........................... école.
5. Zijn hotel = ........................... hôtel. 
6. Jouw katten =  ............................  chats. 
 

Slide 9 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord - ontdek in duo's - 5 min.  
- Wat geeft het aan?
- Wat valt je op?
- Ontdek de regel
         
mijn                                  mon père          ma mère              mes parents  jouw                                 ton père            ta mère                tes parents    zijn                                   son père           sa mère               ses parents    haar                                 son père           sa mère               ses parents
                                                          
                                         son père             sa mère               ses parents

Slide 10 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord
De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord dat erachter komt. In het Frans zie je niet aan de woorden son, sa en ses of het zijn of haar betekent. Daarom moet je naar de rest van de zin kijken!
Voilà Joop avec son frère.                         Daar is Joop met zijn broer. 
Voilà Sandra avec son frère                      Daar is Sandra met haar broer.
 
Bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord + klinker of stomme h = mon, ton, son (mnl. bezittelijk voornaamwoord)  > mon adresse, ton école, son histoire.... Waarom?


Slide 11 - Slide

Parler 
Jezelf voorstellen en een bezittelijk voornaamwoord gebruiken. Hoe zou je dat kunnen doen? 



Slide 12 - Slide

Parler 
- Comment tu t'appelles?
- Tu as quel âge?
- Tu habites où?
- Tu as des frères et des soeurs?
- Tu as des copains ou des copines?

   

Slide 13 - Slide

On travaille 

- Faire: exercice 16D + 16E (page 60) en 16 F (page 77)
- Apprendre: apprendre 5 - het bezittelijk voornaamwoord

Jullie mogen samenwerken in groepjes en elkaar 
helpen. Kun je aan de slag ga je achteraan zitten. 
Wil je verlengde instructie kom je vooraan. Maak groepjes. 

Slide 14 - Slide

Evaluatie
- Wat heb je vandaag geleerd?

À lundi et bon weekend!

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

On joue et au revoir!
- We maken twee groepen
- We tellen tot 20 in het Frans. Om de beurt een getal
  noemen. Is er een getal fout > opnieuw beginnen.
- Welke groep het eerst bij 20 is heeft gewonnen! 

   

Slide 17 - Slide