Klas 1BK2 - Lesweek 29 - Les 1

Kapitel  drei / Thema Schule
Iedereen zit op zijn / haar eigen plaats!


Achtung!
Handys in je eigen tas.
Op tafel ligt:
dein Buch, dein Heft, dein Etui




1 / 37
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Kapitel  drei / Thema Schule
Iedereen zit op zijn / haar eigen plaats!


Achtung!
Handys in je eigen tas.
Op tafel ligt:
dein Buch, dein Heft, dein Etui




Slide 1 - Slide

Was machst du wenn deinen Ranzen* zu schwer ist?






*der Ranzen - de schooltas

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Was macht ihr diese Stunde?




  • Wortschatz
  • die Uhrzeiten
  • Hausaufgaben machen
  • Unterricht abschließen

Slide 4 - Slide

Lernziele
Was lernt ihr diese Stunde?
• Je leert nieuwe Duitse woorden over het thema “Schule".
• Je leert de kloktijden in het Duits.

Slide 5 - Slide

Hausaufgaben
- Je gebruikt een andere kleur pen.
- De antwoorden komen op het bord (BK)
- Ik loop rond om mee te kijken of het huiswerk af is.
Niet gemaakt? 
- Dan maak jij je huiswerk na schooltijd + extra opdracht (ophalen in lokaal 1.05)
- Wekker? Dan open je je boek auf Seite 94 / 96

Slide 6 - Slide

Hausaufgaben
timer
5:00
Gaat de wekker -> 
Seite 94 / 96

Slide 7 - Slide

Wortschatz
BK und KT 
- Ӧffnet euer Buch auf Seite 94 (KT -> Seite 96)

- Wir lesen zusammen die Lernliste N – D.
-> (ab Mathe)

Ik lees voor en jullie zeggen na.

Slide 8 - Slide

Was weißt du schon? 
Ken je de woorden niet goed genoeg?
Dan schrijf je vanmiddag na schooltijd de Lernliste N - D  
3 keer over.
Bijvoorbeeld
de leraar - der Lehrer
de leraren - die Lehrer
etc.
netjes schrijven !
 

Slide 9 - Slide

Wortschatz
Ӧffnet euer Buch auf Seite sechsundneunzig.

Afgelopen week -> linker rijtje
Heute -> die rechte Reihe

Ik lees voor en jullie zeggen na.
Iedereen doe mee.

Slide 10 - Slide

die Uhrzeiten
de kloktijden

Slide 11 - Slide

de kloktijden

Schreibe in deinen Heft:
- onder elkaar de cijfers 1 tm 12 in woorden
(een, twee, etc.)
- daarnaast de cijfers in het Duits in woorden.

De 1e minuut werk je alleen en is het stil in de klas.
daarna mag je overleggen of de cijfers opzoeken in je boek.
Je krijgt in totaal 3 minuten de tijd.

timer
1:00

Slide 12 - Slide

de kloktijden:
Je schrijft deze zinnen op in je schrift. 
De Nederlandse en de Duitse zijn.

Slide 13 - Slide

de kloktijden
Je moet dus de getallen kennen en de woorden hieronder!  

Slide 14 - Slide

ein Tipp! 
De Duitse kloktijden staan in dezelfde volgorde als in het Nederlands. Vertaal dus woord voor woord. 
Voorbeeld: vijf over vier = fünf nach vier

Slide 15 - Slide

Ook opschrijven in je schrift.
Wichtige Wörter:

ein Uhr = een uur
eine Stunde = een lesuur

 eine Viertelstunde = een kwartier
eine halbe Stunde = een half uur

ein Viertel = een kwart
halb = half
vor = voor
nach = over

Slide 16 - Slide

Op de volgende slides ga je oefenen.
Auf Deutsch natürlich! :0)

Slide 17 - Slide

Vraag: Wie spät ist es? (Hoe laat is 't?)

Antwoord: Es ist....     (Het is.....)



Kijk op de klok links en zeg in het Duits hoe laat het is:


 Es ist...  sieben Uhr.


Slide 18 - Slide

Wie spät ist es?


A
Es ist zehn Uhr.
B
Es ist halb sechs.
C
Es ist Viertel vor sieben.

Slide 19 - Quiz

Wie spät ist es?

A
Es ist fünf nach zwei.
B
Es ist fünf Uhr.
C
Es ist Viertel vor zwei.

Slide 20 - Quiz

Wie spät ist es?

A
Es ist neun Uhr .
B
Es ist fünf vor halb zehn.
C
Es ist halb eins.

Slide 21 - Quiz

Wie spät ist es?

A
Es ist sieben Uhr.
B
Es ist halb sechs.
C
Es ist Viertel nach zehn.

Slide 22 - Quiz

Wie spät ist es?

A
Es ist neun Uhr.
B
Es ist halb fünf .
C
Es ist Viertel vor neun.

Slide 23 - Quiz

Wie spät ist es?

A
Es ist elf Uhr.
B
Es ist Viertel nach zwei
C
Es ist Viertel vor sechs.

Slide 24 - Quiz

Wie spät ist es?
A
Es ist zehn vor halb drei
B
Es ist zehn nach halb drei.
C
Es ist drei Uhr vierzig.

Slide 25 - Quiz

Wie spät ist es?

A
Es ist drei Uhr.
B
Es ist zehn Uhr.
C
Es ist Viertel nach zwölf .

Slide 26 - Quiz

Wie spät ist es?

A
Es ist zehn Uhr fünfunddreißig.
B
Es ist fünf vor halb zehn.
C
Es ist fünf nach halb zehn.

Slide 27 - Quiz

Wie spät ist es?

A
Es ist Viertel vor vier.
B
Es ist Viertel nach vier.
C
Es ist halb zehn.

Slide 28 - Quiz

Wie spät ist es?
A
Es ist fünf nach zwei.
B
Es ist fünf vor zwei.
C
Es ist zwei Uhr fünfundfünfzig.

Slide 29 - Quiz

Schrijf de kloktijd voluit in het Duits:
Het is half zes.
Es ist........

Slide 30 - Open question

Schrijf de kloktijd voluit in het Duits:
Het is kwart over negen.
Es ist.........

Slide 31 - Open question

Schrijf de kloktijd voluit in het Duits:
Het is kwart voor vier.
Es ist..............

Slide 32 - Open question

Schrijf de kloktijd voluit in het Duits:
Het is vijf voor elf.
Es ist............

Slide 33 - Open question

Hausaufgaben machen
timer
5:00

Slide 34 - Slide

Lernziele
Was lernt ihr diese Stunde?
• Je leert nieuwe Duitse woorden over het thema “Schule".
• Je leert de kloktijden in het Duits.

Slide 35 - Slide

Je kent de kloktijden in het Duits.
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

Slide 37 - Slide