This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Communicatie periode 3
Beïnvloeden en overtuigen
Slide 1 - Slide
WEEK 1
Overtuigen (Aristoteles)
Beïnvloedingsstrategieën Introductie Cialdini
Slide 2 - Slide
ARISTOTELES - OVERTUIGEN
Slide 3 - Slide
Overtuigen: vertrouwen, emoties, logica
Spiegelneuronen: zelfvertrouwen wekt vertrouwen op. Onrustig en nerveus? Twijfel.
Bekend product: speel in op emotie (waarom de klant het product wil hebben)
Onbekend product: speel in op logisch denkvermogen (welke voordelen heeft het product voor de klant?)
Voorbeeld: nieuwe iPhone / dakpannen met geïntegreerde zonnepanelen.
Slide 4 - Slide
Op jouw droomstage reageren meerdere studenten, maar er is slechts één stageplaats. Er zijn twee dingen die je kunt doen: je doelen en belangen loslaten of anderen beïnvloeden. Wat zou jij doen en waarom?
Slide 5 - Open question
Beïnvloedingsstrategieën
Overtuigen (duwstrategie)
Aansporen (duwstrategie)
Hierbij ga je uit van je eigen doelen en belangen.
Onderzoeken (trekstrategie)
Inspireren (trekstrategie)
Hierbij ga je uit van de doelen en belangen van de ander, om hem vervolgens van standpunt te laten veranderen.
Slide 6 - Slide
Duwstrategieën
Overtuigen
Voorstellen doen: hoe zou jij het aanpakken?
Argumenteren: je voorstel vervolgens beargumenteren
Aansporen
Grenzen stellen: als je nog één keer te laat komt plan ik je een week lang niet in.
Beroep doen op autoriteit: hogere functie of inhoudelijk deskundiger
Oordelen: motiveer de ander om het vaker zo te doen. Nadruk op positief gedrag.
Slide 7 - Slide
Trekstrategieën
Onderzoeken
Vragen stellen: peilen wat de ander wil, zodat je weet waar je invloed kunt uitoefenen
Luisteren: oprecht aandacht geven maakt het makkelijker iemand te beïnvloeden
Persoonlijk beroep doen: vragen om de steun van de ander, laat je gevoelens zien
Coalities sluiten: zoek medestanders, samen sta je sterk!
Inspireren
Anderen enthousiast maken voor jouw doel(en). Zorg dat ze geïnspireerd raken en ervoor willen gaan!
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Door van de ene naar de andere stijl te switchen, boek je het vaakst succes! Welke stijl past het best bij jou? Overtuigen, aansporen, onderzoeken of inspireren?
A
Overtuigen
B
Aansporen
C
Onderzoeken
D
Inspireren
Slide 10 - Quiz
Welke stijl ligt in deze situaties voor de hand? Je hebt een hoge functie en macht binnen een bedrijf.
A
Overtuigen
B
Aansporen
C
Onderzoeken
D
Inspireren
Slide 11 - Quiz
Iemand heeft een mooi toekomstbeeld nodig om gemotiveerd te blijven.
A
Overtuigen
B
Aansporen
C
Onderzoeken
D
Inspireren
Slide 12 - Quiz
Iemand is bereid naar je te luisteren.
A
Overtuigen
B
Aansporen
C
Onderzoeken
D
Inspireren
Slide 13 - Quiz
Iemand heeft veel weerstand en een stellige, andere mening dan jij.
A
Overtuigen
B
Aansporen
C
Onderzoeken
D
Inspireren
Slide 14 - Quiz
Nieuw onderwerp!
Heb je weleens een product gekocht...
Slide 15 - Slide
...omdat er nog maar enkele beschikbaar waren?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quiz
...omdat er veel positieve recensies over geschreven werden?
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quiz
...omdat je een gratis sample kreeg, en je daarna geen ‘nee’ meer durfde te zeggen tegen de verkoper?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
...omdat een bekende Nederlander het ook had?
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quiz
...omdat de verkoper ontzettend aardig was en je het hem gunde?
A
Ja
B
Nee
Slide 20 - Quiz
Als je op één of meer vragen 'ja' hebt geantwoord...
Zou dat kunnen komen door Cialdini's principes om klanten te verleiden tot het doen van aankopen.
Slide 21 - Slide
Opdracht
Zoek de 6 principes van Cialdini op. (mag in tweetallen)
Leg ze in je eigen woorden uit en geef bij alle 6 een praktijkvoorbeeld. Gebruik de reader en het internet voor deze opdracht.
Straks komt een aantal van jullie aan het woord om een principe uit te leggen.