2. De (onregelmatige) werkwoorden

Los deberes

Leren: de onregelmatige werkwoorden ser / tener / llamarse

Maken uit de module: 
Neem de tabel (p. 15) over en maak
opdracht 1.4 (p. 16) in je schrift.

Leerdoel: Ik heb de werkwoorden ser en tener herhaald en ik ken deze. 
                     Ik ken de vervoeging van het werkwoord llamarse.
el viernes, 22 de abril, cuarta hora
1 / 45
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Los deberes

Leren: de onregelmatige werkwoorden ser / tener / llamarse

Maken uit de module: 
Neem de tabel (p. 15) over en maak
opdracht 1.4 (p. 16) in je schrift.

Leerdoel: Ik heb de werkwoorden ser en tener herhaald en ik ken deze. 
                     Ik ken de vervoeging van het werkwoord llamarse.
el viernes, 22 de abril, cuarta hora

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

De onregelmatige werkwoorden
SER / TENER / LLAMARSE
soy
es
somos
sois
tengo
tienes
tenemos
tienen
me llamo
te llamas

Slide 3 - Slide

Schrijf de antwoorden 
in je schrift!
A. 1. tienes
2. tengo
3. tiene
4. tenemos
5. tienen
6. tenéis
7. tiene

B.1. se llama
2. se llama
3. se llaman
4. te llamas
5. me llamo
6. nos llamamos

C. 1. eres
2. soy 
3. son 
4. sois
5. somos
6. es

Slide 4 - Slide

Mi padre …………. Juan. (llamarse)

Slide 5 - Open question

Mis hermanos …….. 9 y 14 años. (tener)

Slide 6 - Open question

Él …….. profesor de Matemáticas. (ser)

Slide 7 - Open question

¿Cuántos años …………. vosotros? (tener)

Slide 8 - Open question

Javi y yo ……… 13 años. (tener)

Slide 9 - Open question

¿De dónde ………… vosotros? (ser)

Slide 10 - Open question

Nosotros ……… de Holanda. (ser)

Slide 11 - Open question

Mis abuelos ………… Carmen y José. (llamarse)

Slide 12 - Open question

¿Tú ………. español, verdad? (ser)

Slide 13 - Open question

No, yo ………. francés. (ser)

Slide 14 - Open question

¿Cómo …………….. vosotros? (llamarse)

Slide 15 - Open question

Nosotros …………… Lisa y Ana. (llamarse)

Slide 16 - Open question

Yo ……… dos hermanos. (tener)

Slide 17 - Open question

Mi hermano mayor ………. Felipe. (llamarse)

Slide 18 - Open question

Paco ……… una familia grande. (tener)

Slide 19 - Open question

Zijn er nog vragen over 
SER / TENER / LLAMARSE?




We gaan door met een nieuw leerdoel!

Slide 20 - Slide

De verslaglegger van klas W1A
Bedenk tijdens de les 3 vragen. 

Deze 3 vragen mag je aan het eind van de les stellen aan je klasgenoten.

Zorg dat de vragen te maken hebben met het leerdoel van deze les. 
Leerdoel:
Ik ken het bezittelijk voornaamwoord in het Spaans

Slide 21 - Slide

Los posesivos

Wat zijn bezittelijk voornaamwoorden? 

bezittelijk voornaamwoorden

Slide 22 - Slide

Los posesivos

Slide 23 - Slide

Let op!

  • Het bezittelijk voornaamwoord is gericht aan het bezit
  • Het bezit is een zelfstandig naamwoord wat er achter staat.
  • Is het bezit meervoud? Dan wordt het bezittelijk voornaamwoord ook meervoud!
  • Bij nuestro en vuestro verandert het ook nog in nuestra en vuestra als het bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat.
  • tú = jij     tu = jouw

                                                      
                                                       es nuestro libro    -    es nuestra casa            (mannelijk/vrouwelijk)        
                                                       es mi libro               -     son mis libros              (enkelvoud/meervoud)  


anders dan in het Nederlands
voorbeelden

Slide 24 - Slide

boek
Libro del alumno página cincuenta y dos

Slide 25 - Slide

boek
Libro del alumno página cincuenta y tres.

Slide 26 - Slide

boek
Libro del alumno página cincuenta y dos
mi
su
nuestros
tu
vuestra
sus

Slide 27 - Slide

boek
Libro del alumno página cincuenta y tres.

Slide 28 - Slide

Klaar?
Oefen nog met de namen van de familieleden door de opdrachten op de volgende pagina's in je schrift te maken. 


Leerdoel:
Ik ken de namen van de familieleden in het Spaans.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

hija
marido
nieto
madre
abuelo
abuelos
las hijas
los hijos
los hermanos
la hermana
los nietos
la nieta
los nietos

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Lola
Ana
Carlos
Juan
Emilia
Paco
Gloria

Slide 33 - Slide

Las preguntas
Pregunta 1: ____________________


Pregunta 2: ____________________


Pregunta 3: ____________________

Slide 34 - Slide

¡Vamos a hablar!

Slide 35 - Slide

¿Tienes hermanos?

Slide 36 - Slide

¿Cómo se llama tu tío?

Slide 37 - Slide

¿Cómo se llaman tus hermanos?

Slide 38 - Slide

¿Cuántos años tiene tu madre?

Slide 39 - Slide

¿Dónde vive tu primo?

Slide 40 - Slide

¿Tienes una hermana?

Slide 41 - Slide

¿Cuántos primos tienes?

Slide 42 - Slide

¿Cómo se llama tu prima?

Slide 43 - Slide

Los deberes


Maken: werkboek 3.1 t/m 3.4 (p. 18+19)
Leren: woordenlijst 1.1 (familieleden) 
el viernes, 13 de mayo, cuarta hora

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Link