Semaine 40 (week 7)

H5 Semaine 40 (30 sept - 4 oct)
Les cours:
  • Mercredi H45: 
    actualité/photo/vidéo 
    + selectie weektaken , dingen herhalen, belangrijk voor MO
    + werken aan weektaak (smoes mag  ook altijd)
  • Mercredi H5: gesprekken oefenen/weektaak/stelling
  • Jeudi H45: vocabulaire schoolexamen 1 leren


1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

H5 Semaine 40 (30 sept - 4 oct)
Les cours:
  • Mercredi H45: 
    actualité/photo/vidéo 
    + selectie weektaken , dingen herhalen, belangrijk voor MO
    + werken aan weektaak (smoes mag  ook altijd)
  • Mercredi H5: gesprekken oefenen/weektaak/stelling
  • Jeudi H45: vocabulaire schoolexamen 1 leren


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide


Donderdag werden de lichten van de Eiffeltoren gedoofd als symbool van nationale rouw, nadat bekend was geworden dat de Franse oud-president Jacques Chirac op 86-jarige leeftijd was overleden.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

H5 TRAVAIL DE LA SEMAINE 

Faire et corriger: ch 1: ex 46-49 + ch 2:  ex 46-52                       

(la semaine dernière: ch 1 ex 36-45 + ch 2 ex 46-52)
(selectie belangrijkste dingen uit weektaak)
Voor morgen: voorbereiden ex 47 + 49 ch 1, ex 47 + 52 ch 2!
Let op: de weektaak van volgende week: tâche finale ch 1 voorbereiden voor woensdag 9 oktober!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Mercredi H5 in H45 
  • Actualité/photo  
  • Herhalen futur/conditionnel (ex 38-41)
  • Onderwijs/studie in Frankrijk (ex. 42-44)
    Welk vocabulaire heb je nodig? (een gesprek over school)
  • Denk ook aan het vocabulaire van de weg wijzen (gesprek vorige week hotel)
  • Nog meer vocabulaire voor je MO, schrijf zoveel mogelijk op in je schrift
  • Gebruik ook het nakijkboekje op its learning als je niet weet hoe je bepaalde dingen moet zeggen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

L'enseignement supérieur en France
Après le bac, on a trois possibilités en France:
1 les formations courtes (deux années d'étude avec des stages en entreprise)
2 les formations longues
- universités (trois ans pour la licence/bachelor et puis deux ans pour le master)
-écoles supérieures (universités spécialisée/travailler très dur)
3 les formations en alternance (on gagne de l'argent et on fait des études 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Nog wat vocabulaire sollicitatie NL
  • Hoe vraag je of de ander zich wil voorstellen.
  • Vraag waarom de ander geïnteresseerd is in een baan als gastheer/gastvrouw in een hotel.
  • Vraag wat voor werk de ander op de camping deed.
  • Vraag naar de goede eigenschappen/kwaliteiten van de ander.
  • Vraag wanneer de ander beschikbaar is.
  • Zeg dat de ander 5 dagen in de week beschikbaar moet zijn.
  • Zeg dat je deze week ook nog andere mensen zult spreken, maar dat je de ander aan het eind van de week laat weten of hij/zij de baan heeft of niet.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Nog wat vocabulaire sollicitatie FA
  • Vous voulez/pourriez-vous/vous voudriez/tu veux te/vous présenter?
  • Pourquoi le poste/le travail comme hôte/hôtesse dans un hôtel vous intéresse?
  • Qu'est-ce que vous avez fait comme travail au camping?
  • Quelles sont vos/tes qualités?
  • Vous êtes/serez disponible quand? Quand est-ce que vous serez disponible?
  • Il faut être disponible 5 jours par semaine.
  • Cette semaine j'ai encore d'autres entretiens d'embauche, mais je vous renseignerai/téléphonerai avant la fin de la semaine.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vocabulaire voor dialogen
Zeg dat in Nederland een gemiddelde HBO-opleiding 4 jaar duurt.
Zijn er in Frankrijk ook open dagen?
Hoe zeg je welke studie je na je eindexamen wil doen. Omschrijf de richting.
Noem een beroep dat je leuk lijkt en zeg ook waarom je dat leuk vindt.
Zeg dat je in een restaurant werkt en zeg ook waarom je dit werk leuk vindt.
Vraag aan de ander of die zin heeft om vanavond iets te drinken op een terrasje.
Zeg dat je vanavond niet kan maar doe een voorstel voor een ander moment.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Vocabulaire voor dialogen
Aux Pays-Bas, une formation après le bac (HBO) dure 4 ans en moyenne.
Il y a aussi des journées portes ouvertes en France?
Après le bac, je voudrais faire/je veux faire une formation.....
J'aimerais devenir infirmière parce que....
Je travaille dans un restaurant. J'aime ça parce que j'aime le contact avec les clients.
Tu as envie de boire un coup/d'aller boire quelque chose à une terrasse?
Dommage, je ne peux pas ce soir, mais est-ce que tu peux demain soir?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Stellingen
Stelling 3 Ce sont uniquement les parents qui ont le droit de décider de l'heure à laquelle leur enfant doit rentrer.

Verzamel in een groep van 4/5 leerlingen zoveel argumenten voor of tegen en lever die argumenten in op een blaadje bij mij.
In totaal moeten er per groepje 10 argumenten opgeschreven worden.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vos arguments thèse 3
Pour:
Je suis pour cette thèse parce que tu rentres à la maison en toute sécurité (parce que tes parents savent à quelle heure tu rentres)
Les enfants ne doivent pas être dehors/dans la rue tard le soir.
Les enfants dorment toute la journée s'ils rentrent trop tard.
Les enfant boivent plus d'alcool et c'est mauvais pour la santé.
Contre:
Je suis contre cette thèse parce qu'il faut donner de la liberté à l'enfant.
Les enfants doivent apprendre la responsabilité (concernant les heures de rentrer)
Pour moi, le mieux serait de discuter ensemble et discuter de ce qui est le mieux.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Stellingen
Stelling 4  Les parents n'ont rien à voir avec le temps que leur enfant passe sur Internet.

Verzamel in een groep van 4/5 leerlingen zoveel argumenten voor of tegen en lever die argumenten in op een blaadje bij mij.
In totaal moeten er per groepje 10 argumenten opgeschreven worden.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Vos arguments thèse 4
Je suis d'avis que si tes parents ne te surveillent pas, tu es trop sur Internet.
Je suis pour parce que si mes parents ne suivent pas, je passe trop de temps sur Internet.
Je suis contre parce que j'aime être sur Internet et c'est pour la détente (me détendre).
A mon avis, ils ne doivent pas lire vos messages, parce qu'il faut pouvoir garder des choses pour vous.
Quand les enfants sont sur Internet tous les jours, ce n'est pas sain.
Ces enfants apprennent faire des choix.
Sur Internet on peut trouver des choses utiles.
Je suis pour parce qu'ils sont responsables pour vous.
Je suis pour parce que c'est leur responsabilité d'élever leurs enfants.
Je suis pour parce que Internet n'est pas nécessairement mauvais pour les enfants.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Parler
Parler à deux du sport:
  • Tu fais quel sport?
  • Tu t'entraînes combien de fois par semaine?
  • Tu t'entraînes où?
  • Quel est le sport que tu détestes? Explique!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Notez!
Voetballen =  - faire du foot /jouer au foot
Volleyballen = faire du volley/jouer au volley
Zwemmen = faire de la natation
Dansen = faire de la danse
Waterpoloën = faire du waterpolo

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

LA FIN
MERCI POUR VOTRE ATTENTION!
Qu'est-ce que tu as appris?
Pour demain: 
Faire: 7
Appr.: Vocabulaire B fr-néerlandais







Slide 17 - Slide

This item has no instructions