Horen zien en schrijven 10 in huis

• Nederlands
• ISK

Horen zien en schrijven 10 in huis

Deze woorden gaan we leren

het fornuis

het raam

de spons

de emmer

de bloempot

de vrachtwagen

de straat

de man

de pet

het gordijn

het licht

het kussen

het laken

de deken

het bed

de beker

de thee

de bank

de bloempot

de beker

het licht

het kussen

het gordijn

het fornuis

het laken

de deken

We leren: 

Ik stap op de stoel.

Wij stappen op de stoel.

Ik stap op de stoel.

Ik zeem het raam.

Ik zet thee.

Ik voel aan de beker.

Wij stappen op de stoel.

Jullie zemen het raam.

Wij zetten thee.

Jullie voelen aan de beker.

Ik drink een beker thee.

Ik sjouw een doos.

Wij drinken een beker thee.

Wij sjouwen een doos.

Ik .... de doos.

1. zet
2. zetten
3. sjouw
4. sjouwen

Wij .... het raam.

1. zeem
2. zemen
3. drink
4. drinken

Ik .... op de stoel.

1. voel
2. voelen
3. stap
4. stappen

Wij ... thee.

1. drink
2. drinken
3. stap
4. stappen

Ik ... aan een beker thee.

1. zet
2. zetten
3. voel
4. voelen

Ik voel aan de beker.
Jullie ...

Ik sjouw een doos.
Wij ....

Wij zetten thee.
Ik ...

Jullie zemen het raam.
Ik ...

Tegenstellingen

Niet groot maar klein

Het is licht buiten.

Het is donker buiten.

Ik eet. Ik heb honger.

Ik drink. Ik heb dorst.

Het fornuis is zwaar.

Het kussen is licht.

Ik drink thee met suiker. 

Ik drink thee zonder suiker.