Sales - Hoofdstuk 2

Sales
Jaar 1 | 2022-2023 | Periode 2 | Week 2
Basisklassen niveau 4 
šŸ‘©ā€šŸ« Liza Bakhuis
     al.bakhuis-botter@alfa-college.nl
1 / 51
next
Slide 1: Slide
SalesMBOStudiejaar 1

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Sales
Jaar 1 | 2022-2023 | Periode 2 | Week 2
Basisklassen niveau 4 
šŸ‘©ā€šŸ« Liza Bakhuis
     al.bakhuis-botter@alfa-college.nl

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Presentie

Slide 2 - Slide

Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
Afspraken tijdens de les
Samen: je respecteert elkaar en laat elkaar in de waarde. Je helpt elkaar met de dingen die je lastig vindt.

Elkaar laten uitspreken: luister naar elkaar en laat de ander uitspreken. Heb je een vraag of opmerking? Steek dan je hand op.

Telefoongebruik: je telefoon gaat aan het begin van de les in je tas, tenzij anders aangegeven door je docent.

Lesmateriaal: LessonUp presentaties, PowerPoints, opdrachten en studiewijzers vind je in ItsLearning.

Opdrachten: je doet actief mee in de les en maakt de opdrachten. Je werkt zelfstandig aan je opdrachten, tenzij anders aangegeven door je docent.

Niet eten: drinken mag. Eten doe je buiten het klaslokaal.





Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesprogramma deze week
  • Welkom
  • Presentiecheck 
  • Afspraken
  • Planning
  • Terugblik Hoofdstuk 1 - Het Salestraject
  • Behandelen theorie Hoofdstuk 2 - Planning maken
  • Kennisquiz over de theorie tot nu toe




  • Zelf aan de slag
  • Vooruitblik volgende week
  • Afsluiting

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Planning
  • Lessen in periode 2
  • Boek: Het Salestraject
  • Hoofdstuk 1 t/m 8
  • Iedere week een hoofdstuk + herhaling





Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Vorige week: Hoofdstuk 1 - Sales
  • Sales = verkoop
  • De salesorganisatie 
  • Binnendienst, buitendienst en technische dienst
  • Functies in de sales
  • Verschil tussen de managementlagen (strategisch, tactisch en operationeel management)
  • Indelingen van salesorganisaties: geografisch, productgericht, afnemersgericht, marktgericht en functioneel.


Slide 6 - Slide

Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
Hoofdstuk 2 - Planning maken
Als verkoper moet je ā€˜denkenā€™ en ā€˜doenā€™ goed op elkaar afstemmen. 
Je zorgt ervoor dat beide in balans zijn. 

Doen = Verkopen 
Bellen, mailen, naar de (potentiĆ«le) klant toe. 








Denken = planmatig werken 
Naar de tekentafel. Wat gaat er goed? Wat kan er beter? Hoe pak je dat aan? 
Samen met je collegaā€™s leidt dat dan bijvoorbeeld tot een verkoopplan en/of een accountplan.

Slide 7 - Slide

Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
Verkoopplan / Salesplan
Het verkoopplan of salesplan bevat de strategie en aanpak voor alle (potentiĆ«le) klanten. 

Zoā€™n plan bestaat uit de volgende onderdelen:
  • verkoopanalyse
  • verkoopprognose (SWOT-analyse)
  • verkoopdoelen (SMART)
  • verkoopstrategie
  • verkooptactiek
  • verkoopactieplan

Slide 8 - Slide

Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
Target
    Een verkoopplan helpt je om je target te halen. 

    Een target is een concreet doel. 

    Voorbeeld target:
    ā€˜Zorg dit jaar voor een verkoop van ā‚¬ 2.000.000,-ā€™ 
    (en volgend jaar zeven Ć  tien procent erbij). 

    Slide 9 - Slide

    Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

    Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
    Verkoopanalyse
    Je start het verkoopplan met een SWOT-analyse op verkoopniveau. 
    Het gaat dan om historische verkoopcijfers en relevante ontwikkelingen. 

    Je onderzoekt hoe de verkopen zijn geweest en waarom ze meevallen of juist tegenvallen. Op basis van die informatie neem je beslissingen voor de toekomst. 

    Je kunt bijvoorbeeld het eind van het jaar gebruiken om eens goed te kijken naar de resultaten die je hebt geboekt.

    Slide 10 - Slide

    Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

    Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
    SWOT-analyse

    Slide 11 - Slide

    This item has no instructions

    Slide 12 - Video

    This item has no instructions

    Verkoopprognose
    De verkoopanalyse geeft enig inzicht in de te verwachten verkopen. Je spreekt van een sales forecast of verkoopprognose als je het hebt over een voorspelling van de toekomstige verkopen van een organisatie, op basis van eerdere verkoopprestaties Ć©n de huidige marktomstandigheden. 

    Doel = voorspellen hoeveel producten in de toekomst verkocht worden.

    Waar liggen de kansen en bedreigingen op het gebied van sales? Beredeneer dit vanuit de SWOT-analyse!

    Slide 13 - Slide

    Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

    Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
    Verkoopdoelen
    Een vast onderdeel van het verkoopplan is het vaststellen van de verkoopdoelen. Bijvoorbeeld: omzet per product, eventueel onderverdeeld per rayon of verkoper, marges per product, aantal bezoeken, offertes, orders enzovoort. 

    Doel is SMART: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden. 

    Je beschrijft wat je wilt bereiken. Je geeft de ā€˜hoeveelheidā€™ aan, zorgt dat dit aanvaardbaar is voor de medewerkers Ć©n haalbaar is. Ten slotte maak je duidelijk wanneer het doel behaald moet zijn.

    Slide 14 - Slide

    Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

    Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.












    Voorbeeld: 
    Ik wil het aantal bezoeken aan deze klant dit jaar verhogen van vier naar zes. 
    Wij willen in dit kalenderjaar ons marktaandeel met negen procent verhogen.
    Ik wil het aantal bezoeken aan deze klant dit jaar verhogen van vier naar zes. 
    Wij willen in dit kalenderjaar ons marktaandeel met negen procent verhogen. 

    Slide 15 - Slide

    This item has no instructions

    Verkoopstrategie
    Een verkoopstrategie is de aanpak gericht op het bereiken van de doelen in het verkoopplan. Het salesmanagement maakt nu keuzes. 

    Bijvoorbeeld:

    • Zetten we vooral in op klantretentie (behoud) of op acquisitie (nieuwe klanten)? 
    • Investeren we vooral in A-klanten of gaan we ook langs bij B- en C-klanten?

    De Amerikaanse econoom Igor Ansoff heeft een model ontwikkeld voor groeistrategieƫn. Je kunt met behulp van zijn model ook een deel van de verkoopstrategie vaststellen.

      Slide 16 - Slide

      Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

      Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
      Ansoff-model

      Slide 17 - Slide

      This item has no instructions

      Slide 18 - Video

      This item has no instructions

      Verkooptactiek
      Op basis van de strategie maak je tactische keuzes. 
      Doel hiervan is de strategische doelen zo efficiĆ«nt mogelijk te realiseren. Het gaat daarom vaak om organisatorische zaken. 

      Denk hierbij aan procedures, verkoopmethoden, rayonindeling, afspraken over kortingen en personeelsinzet.

      Slide 19 - Slide

      Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

      Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
      Verkoopactieplan
      Geeft antwoord op vragen als: 
      1. Hoe ga ik mijn klanten benaderen? (beurzen/bezoeken)
      2. Hoe vaak ga ik mijn klanten benaderen?
      3. Ga ik werken met specifieke verkoopacties? (salespromotions)
      4. Benader ik mijn klanten zelfstandig of samen met collega's / andere afdelingen?
      5. Hoe lang loopt mijn plan?
      6. Welke investeringen moet ik doen? En wat is de terugverdientijd?

      De te ondernemen acties moeten goed afgestemd worden binnen het bedrijf, bijvoorbeeld met de afdelingen Marketing en Communicatie.

      Slide 20 - Slide

      Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

      Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
      Evaluatie van het verkoopplan
      Tussentijdse evaluatie
      Het regelmatig evalueren en monitoren van gerealiseerde resultaten doe je natuurlijk niet alleen aan het einde van het traject, maar ook tussentijds. Tussentijds regelmatig evalueren is belangrijk, zodat jij en je collegaā€™s inzicht krijgen in de voortgang van de contacten met de klant. Heb je bijvoorbeeld persoonlijk contact gehad met je klant, dan maak je een gespreksrapport

      Gespreksrapport
      • Wat is er besproken?
      • Welke afspraken zijn er gemaakt?
      • Wat zijn de volgende stappen?
      • Bijzonderheden/ontevredenheid
      • Aanbevelingen/voorstellen. 
      • Soms krijgt de klant een kopie van (een beknopte versie van) het gespreksrapport, uiteraard zonder op- en aanmerkingen die alleen voor intern gebruik zijn.

      Slide 21 - Slide

      Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

      Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
      Evaluatie van het verkoopplan
      Overzicht
      In het dossier dat je gebruikt voor je evaluaties zijn ook de werkelijke (verkoop)resultaten van je acties te vinden. Vaak verwerk je gegevens in tabellen en grafieken. Die zijn meestal overzichtelijker dan woorden.

      Verkoopoverleg
      Regelmatig evalueer je al deze gegevens en bekijk je of je nog wel de juiste actie(s) onderneemt. Dat doe je vaak met collegaā€™s die jou adviezen kunnen geven, mocht dit nodig zijn. 

      Belangrijk in een evaluatie is telkens een vraag als: haal ik mijn doelen of mijn geplande omzet wel of moet ik mijn plannen aanpassen? 

      Je kunt natuurlijk beter niet wachten met aanpassingen tot het einde van een periode, als je al eerder ziet aankomen dat je je doelen niet gaat halen.

      Slide 22 - Slide

      Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

      Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
      Verkoopresultaten

      Slide 23 - Slide

      This item has no instructions

      Accountplan
      Uit een verkoopplan volgen vaak meerdere accountplannen. Een accountplan is bedoeld voor Ć©Ć©n zakelijke klant met wie je een intensieve en langdurige relatie onderhoudt. Zoā€™n klant noem je ook wel een account.

      Slide 24 - Slide

      Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

      Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
      Accountplan
      Een accountplan draait om de accountdoelen en de manier waarop je die accountdoelen denkt te bereiken. Maar een volledig accountplan bevat nog veel meer informatie. Zoā€™n plan bestaat uit de volgende onderdelen:

      • accountprofiel
      • accountanalyse
      • accountdoelen
      • accountstrategie
      • accountactieplan
      • accountbegroting/budget

      Slide 25 - Slide

      Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

      Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
      Accountprofiel
      Het is voor een commercieel professional handig om veel over de account en de organisatie te weten. Die informatie staat in het accountprofiel. 

      Het accountprofiel bevat algemene gegevens zoals:
      naw-gegevens, bezoekverslagen,offertes en omzetgegevens, gegevens over de organisatie, marktgegevens, gegevens over het marketingbeleid en financiƫle gegevens van de account.

      Slide 26 - Slide

      Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

      Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
      Accountanalyse
      Met de gegevens uit het accountprofiel kun je de account analyseren. Je wilt graag weten welke waarde hij heeft voor jouw organisatie. Je kijkt ook of er kansen en bedreigingen zijn voor de account. En wat jij kunt doen om daarop in te spelen.

      Slide 27 - Slide

      Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

      Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
      Accountdoelen
      De accountdoelen beschrijven wat jij wilt bereiken bij deze account. In een accountplan gaan de doelen vrijwel altijd over omzet, winst, bezoekfrequentie en klanttevredenheid.

      Slide 28 - Slide

      Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

      Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
      Accountstrategie
      Er zijn verschillende manieren om de accountdoelen te bereiken. Bij het bepalen van de accountstrategie denk je na over de aanpak om de accountdoelen te bereiken. 

      Wil je meer verkopen van hetzelfde product dat je al verkoopt aan deze account? Of wil je nieuwe producten gaan verkopen aan de account? 

      Misschien wil je zelfs samen werken aan een nieuw product of een nieuwe afzetmarkt.

      Slide 29 - Slide

      Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

      Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
      Accountactieplan
      In het actieplan beschrijf je wat je gaat doen om de doelen volgens de bepaalde strategie te halen. Dit doe je zo concreet mogelijk. 

      • Welke kortingen mag je de account geven? 
      • Hoe ziet je propositie eruit? 
      • Welke salespromotions zijn er beschikbaar? 
      • Hoe vaak ga je langs? 
      • Welke ondersteuning krijg je vanuit de organisatie? 

      Het accountactieplan bevat dus: 
      concrete acties met een taakverdeling, tijdsplanning en deadlines.

      Slide 30 - Slide

      Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

      Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
      Accountbegroting en budget
      Het actieplan moet wel te betalen zijn. Het moet de investering waard zijn. Daarom maak je een inschatting van de kosten (= begroting). 

      Vaak zie je ook een berekening van de terugverdientijd van de acties uit het accountplan. 

      Als het management daarmee akkoord gaat, heb je een accountbudget waarmee je aan de slag kunt.

      Slide 31 - Slide

      Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

      Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.

      Slide 32 - Video

      This item has no instructions

      LessonUp
      1. Ga naar LessonUp.app
      2. Log in met de code van de les

      Slide 33 - Slide

      This item has no instructions

      Als een bedrijf veel vacatures heeft op de sales-afdeling is dat een:
      A
      Sterkte
      B
      Zwakte
      C
      Kans
      D
      Bedreiging

      Slide 34 - Quiz

      This item has no instructions

      Wat is een SMART doelstelling?
      A
      Een slimme doelstelling
      B
      Een internet applicatie
      C
      Een makkelijke doelstelling
      D
      Een in 1 zin geformuleerde concrete doelstelling

      Slide 35 - Quiz

      This item has no instructions

      SMART staat voor:
      S = Specifiek
      M = Meetbaar
      A = Acceptabel
      R = Realistisch
      T = Tijdsgebonden

      A
      Juist
      B
      Onjuist

      Slide 36 - Quiz

      This item has no instructions


      ACCEPTABEL. Als je een SMART-doel voor jezelf stelt, dan is het voldoende dat je het zelf accepteert.
      A
      Juist
      B
      Onjuist

      Slide 37 - Quiz

      This item has no instructions

      Het werkgebied van een salesorganisatie is ingedeeld in A-, B- en C-klanten.

      Welke soort indeling is dit?
      A
      geografische indeling
      B
      productgerichte indeling
      C
      afnemersgerichte indeling
      D
      functionele indeling

      Slide 38 - Quiz

      This item has no instructions

      Welke management niveaus kun je in een sales organisatie tegenkomen?
      A
      Strategisch, Tactisch en Operationeel
      B
      Alleen Operationeel
      C
      Alleen Strategisch
      D
      Strategisch en Operationeel

      Slide 39 - Quiz

      This item has no instructions

      1. Een commercieel directeur zet de strategie uit.
      2. Een salesmanager geeft leiding aan accountmanagers.
      3. De key-accountmanager richt zich op grote klanten.
      A
      1,2 en 3 onjuist
      B
      1, 2 en 3 juist
      C
      1 juist en 2 + 3 onjuist
      D
      3 juist en 1 + 2 onjuist

      Slide 40 - Quiz

      This item has no instructions

      Wat is een target?
      A
      verkoopplan
      B
      verkoopdoel
      C
      verkoopstrategie
      D
      verkoopprognose

      Slide 41 - Quiz

      This item has no instructions

      Een groothandel in computers en elektronica wil grote orders binnenhalen. De groothandel biedt daarom korting bij afname van grote partijen.

      Van welke groeistrategie van Ansoff is hier sprake?
      A
      Diversificatie
      B
      Marktontwikkeling
      C
      Marktpenetratie
      D
      Productontwikkeling

      Slide 42 - Quiz

      This item has no instructions

      Een Nederlands warenhuis gaat winkels openen in Belgiƫ met het bestaande assortiment.

      Van welke groeistrategie van Ansoff is hier sprake?
      A
      Diversificatie
      B
      Marktontwikkeling
      C
      Productontwikkeling
      D
      Marktpenetratie

      Slide 43 - Quiz

      This item has no instructions

      Fabrikant Softy maakt al lange tijd babyshampoo en gaat nu ook luiers fabriceren.
      Volgens Ansoff is dit:
      A
      Marktontwikkeling
      B
      Diversificatie
      C
      Marktpenetratie
      D
      Productontwikkeling

      Slide 44 - Quiz

      This item has no instructions

      Oase bv wil meer klandizie trekken door gebruik te maken van een loyaliteitsprogramma. Om welke groei strategie van Ansoff gaat het?
      A
      Marktontwikkeling
      B
      Marktpenetratie
      C
      Diversificatie
      D
      Productontwikkeling

      Slide 45 - Quiz

      This item has no instructions

      Wanneer evalueer je het verkoopplan?
      A
      tussentijds
      B
      aan het einde van de periode
      C
      zowel tussentijds als een het einde van de periode
      D
      aan het begin van de periode

      Slide 46 - Quiz

      This item has no instructions

      Is een gespreksapport staat wat er besproken is, welke afspraken er gemaakt zijn en wat de volgende stappen zijn.
      A
      Juist
      B
      Onjuist

      Slide 47 - Quiz

      This item has no instructions


      Hoe vond je 
      deze les?
      šŸ˜’šŸ™šŸ˜šŸ™‚šŸ˜ƒ

      Slide 48 - Poll

      This item has no instructions

      Zelf aan de slag! šŸ§‘ā€šŸ’»
      Dit ga je doen:
      šŸ“š Lezen hoofdstuk 2. 
      šŸ“– Oefenen van de begrippen hoofdstuk 2. 
      āœļø Maken opdrachten bij Hoofdstuk 2 (zie Itslearning). 

      Huiswerk:
      āœ… Opdrachten bij H1 & H2 maken en tijdig inleveren via Itslearning.

      Slide 49 - Slide

      This item has no instructions

      Volgende week 
      āœ… Je hebt de opdrachten van H1 & H2 ingeleverd op Itslearning.
      šŸ“š Klassikaal behandelen theorie hoofdstuk 3.
      šŸ† Kennisquiz Hoofdstuk 1, 2 en 3.

      Slide 50 - Slide

      This item has no instructions

      Bedankt allemaal
      Bedankt allemaal!!
      Bedankt voor jullie inzet!

      Slide 51 - Slide

      This item has no instructions