4H Periode 4 (24-25)

SPAANS
4 HAVO


Periodo 4
1 / 44
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

SPAANS
4 HAVO


Periodo 4

Slide 1 - Slide

Clase 1
  • Inzien + bespreken toets TW3
  • Opstart P4
  • Compañeros p.52 eje 1-3
Semana 1
9 abr - 12 abr

Slide 2 - Slide

¿Qué hacer en período 4?
Pruebas

  • Formatief:         Luistervaardigheid
  • Week 7:              Voca toets 4/4 (N-S)
  • Toetsweek 4:    Mondeling & Leesvaardigheid

Slide 3 - Slide

Inzien + bespreken TW 3

Slide 4 - Slide

¿Qué?
Compañeros p.52 eje 1-3 (voca)

¿Cómo?
Zachtjes overleggen con tu compañero@

¿Objetivo?
Je maakt kennis met de nieuwe voca van hfd 5.

¿Tiempo?
20 minutos
¡A trabajar!
¿List@? verbuga.eu --> oefenen ww 

Slide 5 - Slide

Clase 2

  • Estudiar voca Unidad 5: 1-25 
+ ww + sig.woorden 
+ voorzetsels & structuurwoorden 1-10

  • Verschil indefinido/perfecto
  • Compañeros p.55 eje 1-3
Semana 1
9 abr - 12 abr

Slide 6 - Slide

Unas preguntas:

- Hoe maak je de perfecto?
- Noem minimaal 4 onregelmatige vervoegingen van de perfecto.
- Wanneer gebruik je de perfecto?

- Wat zijn de uitgangen van de regelmatige indefinido?
- Welke uitzonderingen van de indefinido ken je?
- Wanneer gebruik je de indefinido?
Perfecto vs Indefinido

Slide 7 - Slide

Perfecto vs Indefinido

Perfecto

Slide 8 - Slide

Perfecto vs Indefinido

Indefinido

Slide 9 - Slide

Perfecto
Perfecto vs Indefinido

Indefinido
Hier zit je nog in
(relatie met het heden)
Este año
Esta semana
Hoy
Nunca
etc..
Duidelijk begin & eind (afgesloten)
Anoche
El año pasado
El 24 de mayo
En 2024
etc..

Slide 10 - Slide

¿Qué?
Compañeros p.55 ej 1-3 (gram)

¿Cómo?
Zachtjes overleggen con tu compañero@

¿Objetivo?
Je maakt kennis met de nieuwe voca van hfd 5.

¿Tiempo?
20 minutos
¡A trabajar!
¿List@? verbuga.eu --> oefenen ww indefinido

Slide 11 - Slide

Clase 3

  • Estudiar voca Unidad 5: 1-25 
+ ww + sig.woorden 
+ voorzetsels & structuurwoorden 1-10

  • Examentekst
  • Online opdrachten Perf vs Indef
Semana 1
9 abr - 12 abr

Slide 12 - Slide

Voca 1-25 NL-SP
Vertaal de Nederlandse woorden naar het Spaans
1. De tonijn
2. De bloemkool
3. De aardbei
4. De eieren
5. De sinaasappel
6. Het meel
7. De koffie
8. De granen
9. De spinazie
10. De peulvruchten

Slide 13 - Slide

Voca 1-25 NL-SP
Blaadjes wisselen
1. El atún
2. La coliflor
3. La fresa
4. Los huevos
5. La naranja
6. La harina
7. El café
8. Los cereales
9. La espinaca
10. Las legumbres

Slide 14 - Slide

¿Qué?
Compañeros p. 53 eje 4, 6 & 7 (voca)

¿Cómo?
Zachtjes overleggen con tu compañero@

¿Objetivo?
Je maakt kennis met de nieuwe voca van hfd 5.

¿Tiempo?
20 minutos
¡A trabajar!
¿List@? verbuga.eu --> oefenen ww
Ej 6
Ej 7

Slide 15 - Slide

Examenteksten
We lezen een tekst uit een examen
Onderstreep waar je je antwoorden hebt gevonden

Slide 16 - Slide

Clase 1

  • Estudiar voca Unidad 5: 1-25 
+ ww + sig.woorden 
+ voorzetsels & structuurwoorden 1-10

  • Compañeros p. 53 eje 4-7
Semana 2
14 abr - 18 abr

Slide 18 - Slide

¿Qué?
Compañeros p. 53 eje 4-7 (voca)

¿Cómo?
Zachtjes overleggen con tu compañero@

¿Objetivo?
Je maakt kennis met de nieuwe voca van hfd 5.

¿Tiempo?
20 minutos
¡A trabajar!
¿List@? verbuga.eu --> oefenen ww
Ej 6
Ej 7

Slide 19 - Slide

Clase 2
  • Estudiar voca Unidad 5: 1-25 
+ ww + sig.woorden 
+ voorzetsels & structuurwoorden 1-10
  • Verschil imperfecto/indefinido in  verhaalvorm (zonder signaalwoorden)
  • Pez de oro
  • Compañeros p. 57 eje 8
Semana 2
14 abr - 18 abr

Slide 20 - Slide

¿Qué?
Compañeros p. 54 eje 8 (voca)

¿Cómo?
Zachtjes overleggen con tu compañero@

¿Objetivo?
Je maakt kennis met de nieuwe voca van hfd 5.

¿Tiempo?
10 minutos
¡A trabajar!
¿List@? verbuga.eu --> oefenen ww 

Slide 21 - Slide

Perfecto
Perfecto, Indefinido, Imperfecto

Indefinido
Hier zit je nog in
(relatie met het heden)
Este año
Esta semana
Hoy
Nunca
etc..
Duidelijk begin & eind (afgesloten)
Anoche
El año pasado
El 24 de mayo
En 2024
etc..
Imperfecto
GEEN duidelijk begin & eind / gewoontes / herhalingen
Cuando era pequeño/-a
Hace mucho tiempo
Cada sábado
Antes
etc..

Slide 22 - Slide

Indefinido vs Imperfecto

Wat nu als er geen tijdsaanduidingen in de zin staan: ayer, antes, hace una semana etc.. ???
Dan stel je jezelf de vraag: 

Was het er al? = imperfecto
Gebeurde het (plotseling)? = indefinido

Slide 23 - Slide

Voorbeeld in het NL: De zon scheen.

Was het er al? --> Was de zon al aan het schijnen?
of
Gebeurde het? --> Ging de zon (plotseling) schijnen?

A
Het was er al (imperfecto)
B
Het gebeurde (indefinido)

Slide 24 - Quiz

Voorbeeld in het NL: Ik liep door het bos.

Was het er al? --> Was ik al aan het lopen enige tijd?
of
Gebeurde het? --> Ging ik (plotseling) lopen?

A
Het was er al (imperfecto)
B
Het gebeurde (indefinido)

Slide 25 - Quiz

Voorbeeld in het NL: Het ging regenen.

Was het er al? --> Was het al aan het regenen?
of
Gebeurde het? --> Ging het (plotseling) regenen?

A
Het was er al (imperfecto)
B
Het gebeurde (indefinido)

Slide 26 - Quiz

Voorbeeld in het NL: Ik struikelde.

Was het er al? --> Was ik al gestruikeld?
of
Gebeurde het? --> Struikelde ik op dat moment?

A
Het was er al (imperfecto)
B
Het gebeurde (indefinido)

Slide 27 - Quiz

Voorbeeld in het NL: En toen vond ik een gouden ring.

Was het er al? --> Had ik deze ring al gevonden??
of
Gebeurde het? --> Vond ik de ring op dat moment (plotseling)?

A
Het was er al (imperfecto)
B
Het gebeurde (indefinido)

Slide 28 - Quiz


Ik begrijp hoe ik moet kiezen tussen de indefinido en de imperfecto als ik geen tijdsaanduiding in de zin/ het verhaal zie staan.

A
Sí!
B
No!

Slide 29 - Quiz

Foto 1 (mondeling deel 2)

Slide 30 - Slide

Foto 1: la fiesta

Slide 31 - Mind map

Foto 1 mondeling (deel 2)
1. Wie zie je op de foto =  ¿Quiénes ves en la foto?
2. Wat voor relatie hebben ze? =  ¿Qué relación tienen?
3. Hoe zien ze eruit? =  ¿Cómo son y qué llevan?
4. Waar zijn ze ? =   ¿Dónde están?
5. Hoe voelen ze zich?  =  ¿Cómo se sienten?
6. Wat doen ze / wat gebeurt er? =    ¿Qué hacen? / ¿Qué pasa?
7. Wat gaan ze hierna doen? =   ¿Qué van a hacer después?


Slide 32 - Slide

foto 1: la fiesta de cumpleaños
En la foto veo a ....unos jóvenes/viejos/personas ....
Creo que son.......familiares/amigos/hermanos/enemigos...
Llevan....................ropa de verano/invierno. La chica lleva...
Están en................una casa/un jardín/ en la playa 
Se sienten ............felices/tristes/enfadados/mal/bien
Están (wat zijn ze aan het doen?).........comiendo/celebrando..
Después van a ......casa/un bar/dormir/comer/bailar etc. 

Slide 33 - Slide

Pez de Oro
We lezen een hoofdstukje uit het boek: 
'Pez de oro' (goudvis)

Was het er al? = imperfecto
Gebeurde het (plotseling)? = indefinido

Slide 34 - Slide

Clase 3
  • Estudiar voca Unidad 5: 1-25 
+ ww + sig.woorden 
+ voorzetsels & structuurwoorden 1-10

  • Examentekst

  • Online opdrachten imperfecto/indefinido
Semana 2
14 abr - 18 abr

Slide 35 - Slide

Examenteksten
We lezen een tekst uit een examen
Onderstreep waar je je antwoord hebt gevonden

Slide 36 - Slide

Indefinido vs Imperfecto

¡Ahora practicamos! Haz click aquí.

Actividad 1 (hacemos en clase juntos)
Actividad 2 (en parejas)
Actividad 3 (en parejas)
List@s? Continua con tu vocabulario

Slide 37 - Slide

ADWI
Semana 3
5 may - 9 may

Slide 38 - Slide

  • Examentekst
  • Pez de oro
  • Compañeros p. 56 eje 4-5
  • Voorbereiding MO
Semana 4
12 may - 16 may

Slide 39 - Slide

  • Compañeros p. 57 eje 6-9
  • Examentekst
  • Pez de oro
  • Voorbereiding MO
Semana 5
19 may - 23 may

Slide 40 - Slide

  • Examentekst
  • Compañeros p. 58-59 eje 1-2,4
  • Pez de Oro
  • Voorbereiding MO
Semana 6
26 may - 30 may

Slide 41 - Slide

  • Vocatoets 4/4 Voca 
  • Formatief luisteren
  • Examentekst
  • Voorbereiding MO
Semana 7
2 jun - 6 jun

Slide 42 - Slide

  • Formatief luisteren
  • Compañeros p. 60-61 eje 2,3,6
  • Pez de oro
  • Examentekst
  • Voorbereiding MO


Semana 8
9 jun - 13 jun

Slide 43 - Slide

  • Examentekst
  • Voorbereiding MO

Semana 9
16 jun - 18 jun

Slide 44 - Slide