7.3 het verhaal van fossielen 1

7.3 het verhaal van fossielen
Je kan toepassen: fossilisatie, relatieve en absolute leeftijd, halveringstijd (isotoop), homologe en analoge structuren,  rudimentaire organen 

Je kan :
-beschrijven hoe fossielen ontstaan
-ouderdom bepalen
-de verschillen tussen convergente en divergente evolutie uitleggen

1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

7.3 het verhaal van fossielen
Je kan toepassen: fossilisatie, relatieve en absolute leeftijd, halveringstijd (isotoop), homologe en analoge structuren,  rudimentaire organen 

Je kan :
-beschrijven hoe fossielen ontstaan
-ouderdom bepalen
-de verschillen tussen convergente en divergente evolutie uitleggen

Slide 1 - Slide

Nakijken
Kijk na en overleg met elkaar

aan het eind mogelijkheid tot vragen
timer
7:00

Slide 2 - Slide

ossilf
5 mogelijke manieren:
  1. Verstening
  2. Verdroging
  3. Lage temperaturen
  4. Lage pH + zuurstofgebrek
  5. Opsluiten in barnsteen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Relatieve ouderdomsbepaling fossiel
Schatting maken hoe oud een fossiel is m.b.v. gidsfossielen in aardlagen --> kort op aarde hebben geleefd & verspreidingsgebied groot

Ouderdom gidsfossiel is exact bepaald, dus alle andere soorten fossielen die in dezelfde aardlaag zijn gevonden, zijn dan ook ongeveer zo oud.



Slide 6 - Slide

Trilobiet   Gidsfossiel voor het Cambrium

Slide 7 - Slide

absolute ouderdomsbepaling
Koolstof atomen in de atmosfeer bestaan voor een vaste percentage  radioactieve C14 isotopen. (rest = C12)


fotosynthese-> CO2 -> glucose -> voeding -> bouwstof
Een organisme is opgebouwd uit hetzelfde  percentage C14 atomen (rest is C12)

Slide 8 - Slide

Absolute ouderdomsbepaling fossiel
Absoluut: wordt vastgesteld met behulp van radioactieve isotopen waarvan halveringstijd bekend is.

Isotopen: verschillende vormen van een element, elk met een andere atoommassa: C14 = radioactief isotoop, C12= gewoon isotoop

Verhouding van C14/C12 meten in fossiel: na 5736 jaar is de helft van de radioactieve C14-atomen verdwenen 



Slide 9 - Slide

Radioactieve isotopen
C14: voor bepalen ouderdom van fossielen t/m 60.000 jaar oud

Oudere fossielen worden de isotopen van uranium of kalium gebruikt, omdat de halveringstijd langer duurt. (BINAS 25A)

Slide 10 - Slide

vraag(je)

bereken de tijd  dat er van een koolstof-14 atoom nog  17% over is.
timer
2:00

Slide 11 - Slide

antwoord
De halveringstijd van koolstof-14 is ongeveer 5730 jaar. 

17 % is over dus 17:100= 0,17
Log(0,17) = 0,7696 :  Log (0,5)= 0.3010 = 2,56
2,56 x5730= 14648 jaar 












Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

timer
1:00

Slide 15 - Slide

het peer momentje
Leg elkaar het volgende leerdoel uit. 
Gebruik hierbij alleen de kerndoelenkaart. 
Beoordeel elkaars poging met een 3 / 5/ 7 of 9 en geef tips.
Je kan :
  • beschrijven hoe fossielen ontstaan
  • ouderdom bepalen

timer
5:00

Slide 16 - Slide

overeenkomsten bouw
Homologe organen vertonen een overeenkomst in bouw die voortkomt uit eenzelfde embryonale ontstaanswijze. Verschillende functies zijn ontstaan als aanpassing aan een verschillend milieu. 
Analoge organen hebben eenzelfde functie, maar een totaal verschillende bouw. Deze is ook niet terug te vinden in een gemeenschappelijke voorouder.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

missing link
Coelacanth
fat boy slim ? (1:04)

Slide 21 - Slide

het peer momentje
Leg elkaar het volgende leerdoel uit. 
Gebruik hierbij alleen de kerndoelenkaart. 
Beoordeel elkaars poging met een 3 / 5/ 7 of 9 en geef tips.
Je kan:
  • de verschillen tussen convergente en divergente evolutie uitleggen
timer
5:00

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

vraag(je)

Noteer eerst voor je zelf 3 rudimentaire organen bij een mens
en vergelijk dan met elkaar
timer
2:00

Slide 25 - Slide

antwoord
heiligbeen
appendix
oorspieren
palmares longus
kippenvel
verstandskiezen
 


Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

timer
1:00

Slide 29 - Slide

Je kan nu toepassen: fossilisatie, relatieve en absolute leeftijd, halveringstijd (isotoop), homologe en analoge structuren,  rudimentaire organen 

Je kan nu :
-beschrijven hoe fossielen ontstaan
-ouderdom bepalen
-de verschillen tussen convergente en divergente evolutie uitleggen

Slide 30 - Slide