Ontwikkeling 2.5

Ontwikkeling 
Periode 2 - lesweek 5
Hoofdstuk 5: Creatieve ontwikkeling – 5.2 Beeldende vorming

1 / 22
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Ontwikkeling 
Periode 2 - lesweek 5
Hoofdstuk 5: Creatieve ontwikkeling – 5.2 Beeldende vorming

Slide 1 - Slide

Terugkoppeling voorgaande les

  • Wat houdt creativiteit in?
  • En wat kan jij doen als onderwijsassistent
      om de creativiteit te stimuleren? 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lesdoelen 2.5
Paragraaf 5.2 - beeldende vorming.

De student weet.. 
  • Wat beeldende vorming inhoudt
  • Hoe de creatieve ontwikkeling in beeldend werken van kinderen/jongeren van 0 – 15 jaar en ouder verloopt.

Slide 4 - Slide

Wat weet je al over
beeldende vorming?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Link

Beeldende vorming 
= Kinderen leren dat ze hun gevoelens en ervaringen kunnen uitdrukken in beeldend werk. 

Slide 7 - Slide

Beeldende vorming
Aan de hand van materialen en gereedschappen ontstaat er een persoonlijk werkstuk dat het verhaal van dat kind vertelt. 

  1. Eigen betekenis meegeven  (leert zich uitdrukken, door er een eigen verhaal aan te maken).
  2. Beeldaspecten toepassen (ruimte, kleur, vorm etc.)
  3. Materiaal en technieken (tekenen, schilderen). 

Slide 8 - Slide

Ervaren en reageren 
De ontwikkeling van 0 t/m 1 jaar (bladzijde: 114).

  • Zien, ervaren en reageren
  • Na een half jaar iets maken (vingerverven) 


                      Hoe zou je een baby kunnen helpen in zijn creatieve ontwikkeling?

Slide 9 - Slide

Stel je voor 
De ontwikkeling van 1 tot 4 jaar (bladzijde: 114).

  • Dreumes: eerst maken, dan betekenis geven.
  • Peuter: symbolisch denken
    (realiseren wat niet bestaat).

    tip: keuze laten maken in werkmateriaal.

Slide 10 - Slide

Fantasie als uitgangspunt 
De ontwikkeling van 4 tot 6 jaar (bladzijde 115).

  • Schematische fase: de manier waarop je een werkstuk maakt --> kiezen bewust voor materiaal. 

Tip: Neem de fantasieën en ideeën als 
uitgangspunt om de creativiteit te prikkelen. 

Slide 11 - Slide

Het resultaat is belangrijk 
De ontwikkeling van 6 tot 9 jaar (bladzijde: 116). 

  • Plannen wat ze vooraf willen maken --> eindresultaat belangrijk. 
  • Nog weinig technieken: werkt met voorbeelden
    of sjablonen. 

                 Hoe zou je een baby kunnen helpen in zijn creatieve
                 ontwikkeling?

Slide 12 - Slide

Onderzoeken en interesse
De ontwikkeling van 9 tot 12 jaar (bladzijde 117). 

  • Eigen interesses, voorkeuren en meningen.
  • Onderzoekende instelling voor technieken leren.

Tip: voorkeuren gebruiken in activiteiten.

Slide 13 - Slide

Placemat
Pak je boek erbij! 

  • Werk in tweetallen de ontwikkeling van  12 tot 14 jaar
     & 15 jaar en ouder uit (benoem de belangrijkste punten!). 
  • Bladzijde 118 en 119. 
  • Tien minuten de tijd! 


Slide 14 - Slide

Logisch denken 
De ontwikkeling van 12 tot 14 jaar (bladzijde 118). 

  • Abstracte kunst (meerdere ideeën)
  • Complexe projecten kun je toepassen

Tip: zoeken naar talent : doorzetten. 

Slide 15 - Slide

Eigen keuze en informatie
De ontwikkeling van 15 jaar en ouder (bladzijde 119). 

  • Beeldend werk vanuit eigen gemaakte keuzes. 
  • Vooraf goede instructie en informatie. 
  • Kleur, vorm, structuur etc. 

tip: deskundigen kunnen ontwikkeling verder stimuleren.

Slide 16 - Slide

Een kind van 6 jaar gebruikt zijn fantasie in de beeldende vorming
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Eindopdracht 2.5
  • Kies één van de voorgaande doelgroepen
  • Maak in de ontwikkeling van die doelgroep een eigen beeld vorming.
1. eigen betekenis
2. beeldaspecten toepassen
3. materiaal en technieken gebruiken

  • Onderbouw welke betekenis er in je tekening te zien is.
  • Onderbouw waarom deze tekening bij de doelgroep past.
  • Maak gebruik van paragraaf 5.2! 
    Succes!! 


Slide 18 - Slide

Verantwoording 
1.Een beknopte samenvatting van de theorie die is behandeld tijdens de les waar de eindopdracht bij hoort (Ong. 6 regels).



2. Waarom het voor jou als onderwijsassistent van belang is dat je kennis hebt van deze theorie (Gebruik voorbeelden).


3. Op welke manier je deze theorie kan toepassen in de beroepspraktijk (Gebruik ook voorbeelden). 

Slide 19 - Slide

Tussenevaluatie 
Waar sta ik? Feedback vragen en werken aan de eindopdrachten: 


Week 1
Paragraaf 4.2
Efteling
Week 2
Paragraaf 4.3
Nieuwsbegrip
Week 3
Paragraaf 3.4
Professional (min. 4 zinnen)
Week 4
Paragraaf 5.1
Creativiteit
Week 5
Paragraaf 5.2
Beeldvorming 
timer
20:00

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Na de vakantie! 
Lees voor de volgende les: & neem je boek mee!! 
Hoofdstuk 5: Creatieve ontwikkeling – 5.4 Stappen in muziek. 


Slide 22 - Slide