inval havo 3 - Leesvaardigheid (argumentatie uitleg + oefeningen)

ARGUMENTEREN
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

ARGUMENTEREN

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
- je kent het verschil tussen een standpunt en een argument;
- je kent het verschil tussen feitelijke en waarderende argumenten;
- je weet wat enkelvoudige, nevenschikkende en onderschikkende argumentatie is;
- je kunt standpunten en verschillende soorten argumentatie herkennen en benoemen in een tekst.

Slide 2 - Slide

Standpunt en argument
Een standpunt is wat je vindt over een bepaald onderwerp (m.a.w. je mening).

Een argument is een onderbouwing van je mening. Je geeft aan waarom je iets vindt om je mening sterker neer te zetten.

Slide 3 - Slide

Argumenten: feitelijk of waarderend?
Er zijn twee soorten argumenten: feitelijke en waarderende argumenten. Een feitelijk argument kun je controleren (het is waar of het is niet waar); een waarderend argument kun je niet controleren:
– Ik bestel liever een pizza bij de pizzakoerier in plaats van er zelf een te bakken, want bestellen is veel minder werk. (feitelijk argument)

– Ik bak liever zelf een pizza in plaats van er een bij de pizzakoerier te bestellen, want zelfgemaakte pizza’s vind ik lekkerder. (waarderend argument)

Slide 4 - Slide

Argumentatie-structuur

Slide 5 - Slide

Soms (vaak) lastig om het standpunt en het argument van elkaar te onderscheiden in een tekst.

Want en daarom zijn handige hulpmiddelen om het verschil te zien.
iedereen zou per direct moeten stoppen met roken.
roken is ontzettend slecht 
voor de gezondheid.

Slide 6 - Slide

1

2

3

4

We hebben al heel lang niet geshopt.
Laten we naar de stad gaan.
Het is onaanvaardbaar dat hij een voldoende krijgt.
Hij heeft plagiaat gepleegd.
Iedereen zou per direct moeten stoppen met roken.
Roken is ontzettend slecht voor de gezondheid.
Iedereen zou The Hate U Give moeten lezen.
Je ervaart dan de grote rol die racisme nog in de VS heeft.

Slide 7 - Drag question

Enkelvoudig
De eenvoudigste vorm van argumentatie. Een standpunt dat onderbouwd wordt door één argument.

Let op: blijf nagaan wat het standpunt is en wat het argument.

Slide 8 - Slide

Nevenschikkend (onafhankelijk)
De losse argumenten hebben niets met elkaar te maken. Het is een opsomming van argumenten om het standpunt te onderbouwen.

Slide 9 - Slide

Nevenschikkend (onafhankelijk)
De losse argumenten hebben niets met elkaar te maken. Het is een opsomming van argumenten om het standpunt te onderbouwen.
Het lezen van boeken is ontzettend belangrijk.
Het geeft je de kans avonturen te beleven die je anders nooit zou meemaken.
Door literatuur krijg je een grotere woordenschat.

Slide 10 - Slide

Onderschikkend
Je geeft niet alleen een argument, maar je geeft ook nog een uitleg of toelichting waarom dat argument klopt.

Slide 11 - Slide

Onderschikkend
Je geeft niet alleen een argument, maar je geeft ook nog een uitleg of toelichting waarom dat argument klopt. Deze toelichting of uitleg is een op zichzelf staand argument (subargument).
Het is belangrijk om huiswerk te maken.
Alleen door te oefenen zet je de stap van kennen naar kunnen.
Je brein heeft training nodig om de leerstof te begrijpen.

Slide 12 - Slide

Combinatie

Slide 13 - Slide

A Zij heeft ruim voldoende ervaring in het basisonderwijs.

B Deze sollicitante is zeker geschikt voor die functie van hoofdonderwijzer.

C De school wilde het aantal vrouwelijk collega’s vergroten.

D Ruime ervaring is nodig voor deze functie.

E Zij is een vrouw.

F Zij past goed in de samenstelling van het team wat betreft leeftijd.

A
B
C
D
E
F

Slide 14 - Drag question

1

2

3

4

Het regent.
Het is verstandig een paraplu mee te nemen.
Je moet snel de tickets bestellen.
De concerten van Harry Styles zijn snel uitverkocht.
Je kunt je tijd beter besteden aan het leren.
Morgen maak je een ontzettend moeilijke toets.
Iedereen mag in Nederland zijn mening uiten.
In Nederland is iedereen gelijk.

Slide 15 - Drag question

Let op: je moet alles verslepen!
enkelvoudig
combinatie
nevenschikkend (afh)
onderschikkend
nevenschikkend (onafh)

Slide 16 - Drag question

A Lezen is een investering in de toekomst.

B Het lezen van boeken zou een belangrijkere rol op school moeten krijgen.

C Door veel te lezen ga nu en later meer begrijpen.

D In deze vluchtige tijd is het belangrijk om je soms van alle prikkels te ontdoen.

E Lezen zorgt voor ontspanning.

F Je leert je beter te verplaatsen in de gevoelens en gedachten van een ander.

A
B
C
D
E
F

Slide 17 - Drag question

Aan de slag - groepsopdracht
1. Je krijgt van de docent zo een aantal stellingen te zien. 
Kies er vier uit en schrijf je standpunt ten aanzien van deze stelling op het A3-blad.
2. Bedenk nu argumenten voor je standpunt op basis van de verschillende blokjesschema's.
3. Schrijf deze op het A3-blad op.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Aan de slag - NN - Meer dan lezen - Par. 3 - blz. 22-23
Maak opdracht 4 en 5 - Welke vragen niet (opdracht 5): 1 - 11 - 12

Wat niet af is, is huiswerk voor de eerstvolgende les!

Slide 20 - Slide