Zelfstandige naamwoorden groep 4

Wat zijn wel werkwoorden en wat niet. Sleep ze naar de juiste kant. 

wel

geen

knutselen

boom

gooien

kist

moeder

maken

Wat is het lidwoord?
De kast heeft twee deurtjes.

1. De
2. kast
3. heeft
4. twee

Wat is het lidwoord?
Juf loopt op het plein.

1. Juf
2. loopt
3. op
4. het

Wat is het lidwoord?
Ik maak een opdracht voor rekenen.

1. Ik
2. maak
3. een
4. opdracht

het zelfstandig naamwoord

Wat is het zelfstandig naamwoord?
De kat loopt erg snel.

1. De
2. kat
3. loopt
4. snel

Wat is het zelfstandig naamwoord?
Mijn huis is erg mooi.

1. Mijn
2. is
3. erg
4. huis

Wat is het zelfstandig naamwoord?
Hij stelt een vraag.

1. Hij
2. stelt
3. een
4. vraag

Wat is het zelfstandig naamwoord?
De kinderen zijn toppers.

1. De
2. kinderen
3. zijn
4. toppers

Wat is het zelfstandig naamwoord?
De juf schrijft

1. de juf
2. schrijft

het zelfstandig naamwoord

de slak zit

1. zit
2. de slak

het zelfstandig naamwoord.

De man loopt.

1. de man
2. loopt

Schrijf de 2 zelfstandig naamwoorden op.
Er staat een boom voor mijn huis.

Schrijf de zelfstandig naamwoorden op.
Ik schop de bal naar mijn broer.

Wat is het zelfstandig naamwoord?

Ik loop naar huis.

1. ik
2. loop
3. naar
4. huis

Wat is het zelfstandig naamwoord in de zin?
Ik zit op de stoel.

1. ik
2. zit
3. op
4. de stoel