H1 In het begin

• Godsdienst
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

In het begin

Les 1

Lesdoelen

• Je kunt uitleggen waarom Genesis het boek van het begin is.
• Je kunt de scheppingsdagen in een schema zetten.
• Je kunt vertellen op welke manier God de wereld schiep
• Je kunt de Bijbelse visie op de schepping vergelijken met de evolutie

Het begin

Blz. 3

Maken opdracht 1 en 2

Scheppen door woorden

Blz. 7

Maken opdracht 1.2 en 1.3. Klaar?

Lees Psalm 139 en beantwoord de volgende vragen:

- Wat zegt de dichter in deze psalm over God?

- Wat zegt de dichter in deze psalm over zichzelf?

- Wat heeft deze psalm te maken met het thema 'in het begin'?

Moderne wetenschap

blz. 9

Maken opdracht 1.4 en 1.5

Opdracht

Zoek zoveel mogelijk argumenten op voor de schepping

Zoek zoveel mogelijk argumenten op tegen de schepping

Lesdoelen

1. Waarom is het boek Genesis het boek van het begin?
2. Wat schiep God op de verschillende dagen?
3. Hoe schiep God de wereld?
4. Wat is evolutie?

Lesdoelen vorige week

1. Waarom is het boek Genesis het boek van het begin?
2. Wat schiep God op de verschillende dagen?
3. Hoe schiep God de wereld?
4. Wat is evolutie?

Lesdoel 1: De mens 

Lezen blz. 11

Maken opdracht 2.1 en 2.2 en 2.3 (blz. 11)

Lesdoel 2: Levensdoel

Kijk naar het volgende filmpje en probeer de volgende vraag te beantwoorden: Wat is het levensdoel in deze film? 

Lesdoel 2: Levensdoel

Wat is jouw levensdoel? (schrijf het antwoord op blz. 12)

Lesdoel 3: de taak van God

Lezen 2.2 (blz. 12) 

Maken opdracht 2.4 en 2.5 en 2.6

Lesdoel 4,5: Levensdoel en God

Vergelijk je opgeschreven levensdoel eens met de taak die God heeft gegeven (blz. 12). 

Zie je overeenkomsten?

Zijn er dingen die niet samen kunnen gaan? 

Klaar? Maak keuzeopdracht op blz. 31

Lesdoelen (controle)

1. Welke plaats kreeg de mens in de schepping van God?
2. Wat is je levensdoel?
3. Welke taak heeft God aan de mens gegeven?

In het begin

Les 3

Lesdoelen (vorige week)

• Welke plaats kreeg de mens in de schepping van God?
  
• Wat is je levensdoel?
  
• Welke taak heeft God aan de mens gegeven?

Lesdoelen

1. Je kunt het verhaal van de zondeval in eigen woorden vertellen.
2. Je kunt uitleggen wat zonde betekent.
3. Je kunt drie gevolgen van de zondeval noemen.
4. Je kunt verwoorden hoe wij besmet zijn door de zondeval en zondaren zijn. 

Lesdoel 1: Je kunt het verhaal van de zondeval in je eigen woorden zeggen.

1. blz. 13
2. maken opdracht 3.1 en 3.2

Lesdoel 2: Je kunt uitleggen wat zonde is

1. blz. 14
2. maken opdracht 3.3

Lesdoel 3: je kunt drie gevolgen van de zonde noemen.

- lezen 3.4

Maken 3.4 en 3.5

Lesdoel 4: Je kunt verwoorden hoe wij besmet zijn door de zondeval en zondaren zijn.  

blz. 15

opdracht 3.6

In het begin

Les 4

Lesdoelen

1. Je kunt het verhaal van de zondeval in eigen woorden vertellen.
2. Je kunt uitleggen wat zonde betekent.
3. Je kunt drie gevolgen van de zondeval noemen.
4. Je kunt verwoorden hoe wij besmet zijn door de zondeval en zondaren zijn. 

Lesdoelen (deze week)

1. Je kunt uitleggen hoe God een nieuw begin maakt met de mens.
2. Je weet wat het begrip verbond inhoudt.
3. Je weet wat het genadeverbond is
4. Je weet welke tekenen bij welk verbond horen en wat de verschillen tussen de verbonden zijn.

Lesdoel 1: Je kunt uitleggen hoe God een nieuw begin maakt met de mens.

Genesis 3:15 'Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare. Zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel.

Lesdoel 1: Je kunt uitleggen hoe God een nieuw begin maakt met de mens.

Maak opdracht 4.1

Lesdoel 2: Je weet wat het begrip verbond inhoudt.

Lesdoel 2: Je weet wat het begrip verbond inhoudt.

Maak opdracht 4.2, 4.3

en extra opdracht 4.1 en 4.2

In het begin

Les 5

Lesdoelen (vorige week)

1. Je kunt uitleggen hoe God een nieuw begin maakt met de mens.
2. Je weet wat het begrip verbond inhoudt.

Lesdoelen (deze week)

1. Je weet wat het genadeverbond is.
2. Je weet welke tekenen bij welk verbond horen en wat de verschillen tussen de verbonden zijn.
3. Je kunt verwoorden hoe jij vandaag de dag te maken hebt met het verbond. 

Lesdoel 3: Je weet wat het genadeverbond is.

Maken:

opdracht 4.4

extra opdracht 4.3

opdracht 4.5

Lesdoel 3: Je kunt verwoorden hoe jij vandaag de dag te maken hebt met het verbond. 

blz. 22

Maken opdracht 4.9

Toets

Dinsdag 11 februari:

s.o. hoofdstuk 1-4.4

Voorbereidende toetsopdracht

1. Maak 10 vragen vanuit hoofdstuk 1-4.

2. Noteer ook ergens de antwoorden.

3. Stel je de vragen aan je buurman en andersom.

Lesdoelen (einde)

1. Je weet wat het genadeverbond is.
2. Je weet welke tekenen bij welk verbond horen en wat de verschillen tussen de verbonden zijn.
3. Je kunt verwoorden hoe jij vandaag de dag te maken hebt met het verbond. 

In het begin

Les 7

Lesdoelen

1. Je kent de namen van de drie aartsvaders van het volk Israel.
2. Je kunt het woord vertrouwen uitleggen aan de hand van het leven van de aartsvaders.
3. Je kunt het begrip landbelofte in eigen woorden uitleggen.
4. Je kunt uitleggen hoe het volk van God begint en groeit.

Lesdoel 1: Je kent de namen van de drie aartsvaders van het volk Israel.

Abraham

Izaak

Jakob

Lezen blz. 24

Lesdoel 2: Je kunt het woord vertrouwen uitleggen aan de hand van het leven van de aartsvaders.

lezen blz. 25  + maken opdracht 5.1

Lesdoel 3: Je kunt het begrip landbelofte in eigen woorden uitleggen.

Maken opdracht 5.2 en 5.3 en 5.4

Lesdoel 4: Je kunt uitleggen hoe het volk van God begint en groeit.

Maken opdracht 5.4