4. Machtsverhoudingen

MACHTSVERHOUDINGEN
1 / 49
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

MACHTSVERHOUDINGEN

Slide 1 - Slide

4.1 / Het ontstaan van het statensysteem:
- Ontstaan statensysteem in West - Europa: twee geloven, meerdere vorsten en geen keizer.
- Maatschappelijke rationaliteit: burger is een inwoner van een land, een staat, de staat beschermt de burger en het recht op bescherming geruild tegen plicht belasting.
- non interventiebeginsel of soevereiniteitsbeginsel. Je bemoeit je niet met andere landen.


Slide 2 - Slide

TOPO
Ja tochhhhhh! 
Wat hebben groep 8 en VWO 6 met elkaar gemeen? TOPO! ❤

Laat zien wat je nog weet en win een prijs!
timer
10:00

Slide 3 - Slide

4.2 / Mondiale machtsverhoudingen:
Mondiale machtsverhoudingen verschuiven. Opkomende economieën, waaronder de BRICS-landen worden belangrijker. Dit gaat ten koste van traditionele machtspositie van de VS en Europa. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Falende staten:
Een falende staat bevat 3 kenmerken:
1. Hij is niet bij machte (grote delen van) zijn grondgebied te beheersen, de veiligheid van de burgers te garanderen omdat hij zijn monopolie op gebruik geweld verloren heeft.
2. Hij is niet langer in staat de interne rechtsorde te handhaven.
3. Hij kan zijn bevolking geen openbare diensten meer leveren of voorwaarden daartoe scheppen.  

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Op de vorige slide is een lijst van falende, fragiele staten. Kies er 1 en geef kort weer op welke punten dit land falend is met een voorbeeld uit dit land. In tweetallen.

Slide 8 - Open question

Falende staten?
Door de term te gebruiken wordt (militair) interventie in een ander land gezien als legitiem. 
Het non-interventiebeginsel heeft zijn onaantastbaarheid verloren. 

Slide 9 - Slide

Bush-doctrine:
"Schurkenstaten"
Trump:
"Shithole countries"

Slide 10 - Slide

Leg vanuit het sociaal-constructivistische paradigma uit dat ingrijpen in andere landen gerechtsvaardig is:

Slide 11 - Open question

Noem 3 landen die Trump "shithole countries" noemt. Leg uit waarom het volgens het sociaal-constructivistische paradigma nodig is om deze term op deze landen te plakken.

Slide 12 - Open question

4.3 / nieuwe actoren
Het huidig beeld van de internationale orde is veel meer divers van aard. Natiestaten spelen nog altijd een prominente rol, maar hun speelruimte is beperkt door andere factoren en actoren. Niet-gouvernementele organisaties, zowel maatschappelijk als marktactoren, beslissen mee over de veiligheid, welvaart en welzijn van miljoenen mensen. 

Slide 13 - Slide

Welke NGO's ken je?

Slide 14 - Mind map

Slide 15 - Slide

Welke grote multinationals ken je?

Slide 16 - Mind map

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Welke kritiek heeft HangYouth op grote multinationals? Bij welke theorie past deze kritiek het best?

Slide 20 - Open question

BEGRIPPEN:
  • Intergouvernementele: tussen regeringen
  • Supranationaal: boven een nationale regering staand
  • NGO's: niet gouvermentele-organisaties
  • Multinationals of transnationale organisaties: internationaal grote en economische machtige bedrijven met vestigingen over de hele wereld. 

Slide 21 - Slide

IMF (Internationaal Monetair Fonds) > 
de stabiliteit van het geldstelsel bevorderen. 
Wereldbank > deze financiert ontwikkelingsprojecten en aanpassingsprogramma's.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Lees het artikel en leg uit waarom de Wereldbank volgens dit artikel juist armoede veroorzaakt.

Slide 24 - Open question

WTO (World Trade Organization) > is een forum voor het sluiten van handelsorganisaties.
Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) > Wetenschappelijk en technische samenwerking op gebied van nucleaire technologie. 

Slide 25 - Slide

NAVO
EU

Slide 26 - Slide

GLOBALISERING
Het proces van uitbreiding en intensivering van contacten en afhankelijkheden over zeer grote afstanden en over landsgrenzen heen

Slide 27 - Slide

CULTUUR
Het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven.

Slide 28 - Slide

MACHT
Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten.

Slide 29 - Slide

4.4 / Culturele gevolgen van het proces van globalisering en internationalisering 
Cultureel imperialisme: modern westerse leefstijl opleggen in minder ontwikkelde landen en een traditionele bevolking die vasthoudt aan oude waarde, normen en gebruiken.

Culturele toe-eigening: is de niet-erkende of ongepaste overname van een element of elementen van een cultuur of identiteit door leden van een andere cultuur of identiteit. Dit kan als controversieel worden ervaren, voornamelijk wanneer leden van een dominante cultuur stijlelementen van een sociaal-etnische minderheid overnemen

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Verkleed als indiaan?
Kan gewoon
Boeit me niet
Kan niet meer

Slide 32 - Poll

Slide 33 - Video

Hanky Panky Shanghai zingen:
Kan gewoon
Boeit me niet
Kan echt niet

Slide 34 - Poll

Slide 35 - Slide

Welk advies zou jij geven?

Slide 36 - Open question

Koloniale moederland
Wij Nederlanders van kleur hebben taal, cultuur en andere (on-) hebbelijkheden van het koloniale moederland moeten overnemen. Maar dit kan ook omgekeerd – en vrijwillig. Mijn advies: laat uw dochter zich alsjeblieft ongedwongen een zwarte haardracht aanmeten. Tegenwoordig dragen cornrows en box braids bij aan het schoonheidsideaal van een wit pubermeisje. Wie had dat gedacht? Prachtig!
Esther Lalbahadoersing (54), Nijmegen

Kleurenblind
Ja, u moet als ouders uw dochter uitleggen wat culturele toe-eigening is en de daarbij behorende pijnlijke geschiedenis die maakt dat het voor sommige mensen gevoelig ligt als een wit persoon cornrows draagt. Een ‘kleurenblinde’ opvoeding – hoewel vaak goedbedoeld – leidt eerder tot ontkenning van maatschappelijke fenomenen zoals racisme en ongelijkheid tussen groepen dan tot inzichten die bijdragen aan een inclusieve samenleving.
Judi Mesman (47), Den Haag

Slide 37 - Slide

Anti of anders globalisten:
Antiglobalisme of antimondialisme is een beweging die zich verzet tegen het globalisme in zijn geheel. Antiglobalisten verzetten zich radicaal tegen iedere vorm van globalisering, men ziet het als een bedreiging voor de lokale cultuur en economie.

Andersglobalisten: deze beweging verzet zich tegen de huidig manier van globalisering. Men uit kritiek op het gegeven dat vooral arme landen te weinig profiteren van de globalisering.

Slide 38 - Slide

Gebruik pagina 96:
hoe kijkt het cultuur relativisme naar culturele tegenstellingen?

Slide 39 - Open question

Gebruik pagina 97:
hoe kijkt het cultuur universalisme naar culturele tegenstellingen?

Slide 40 - Open question

4.5 / Nieuwe problemen, nieuwe structuren
Lees zelf door
4.6 / De relatieve betekenis van het internationale recht
Lees zelf door

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Link

Bekijk de filmpjes bij het artikel en geef een standpunt van de voorstander en tegenstander:

Slide 43 - Open question

4.7 / Theorieën over rijkdom en armoede:
Er zijn vele theorieën over de ongelijke verdeling van rijkdom en armoede in de wereld. Vat ze op de volgende slide samen. 

Slide 44 - Slide

De afhankelijkheidstheorie:

Slide 45 - Open question

De centrum-periferie-theorie:

Slide 46 - Open question

De marxistische theorie:

Slide 47 - Open question

De evolutionistische theorie:

Slide 48 - Open question

THE END!

Slide 49 - Slide