Les 30-03-2021, mavostof les 2

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen!
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
5 minuten: leerdoelen testen
25 minuten: aan het werk!

1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen!
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
5 minuten: leerdoelen testen
25 minuten: aan het werk!

Slide 1 - Slide

In welke box word je salaris belast?
A
Box 1
B
Box 2
C
Box 3
D
Box 4

Slide 2 - Quiz

Hoe rekenen we het belastbaar inkomen uit?
A
bruto inkomen + bijtelling - aftrekposten
B
bruto inkomen - betaalde hypotheekrente
C
bruto inkomen + eigenwoningforfait
D
bruto inkomen - bijtelling + aftrekposten

Slide 3 - Quiz

De WOZ-waarde van een huis wordt ook gebruikt bij het bepalen van:
A
de hoogte van de contributie van Vereniging eigen huis
B
de hoogte van de hypotheekrente
C
de hoogte van de jaarlijkse aflossing op de hypotheek
D
het eigen woningforfait

Slide 4 - Quiz

Juist of onjuist?

Het belastbaar inkomen wordt hoger door de aftrekposten.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

De inkomstenbelasting met schijventarief kent dus een
A
progressief tarief
B
proportioneel tarief

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen:
- Je weet welke vorm van inkomen belast is in box 2 en in box 3
- Je kan de belasting berekenen in box 2 en in box 3
- Je kan de nog te betalen of terug te krijgen inkomstenbelasting berekenen
HUISWERK: Opdrachten van de mavo-stof

Slide 7 - Slide

Boxen
Er wordt onderscheidt gemaakt tussen verschillende soorten inkomens, deze zijn onderverdeeld in boxen.

BOX 1: belasting over inkomen uit werk en eigen woning (vorige les)
Geldt ook voor winsten van eenmanszaak, ZZP'er en VOF
BOX 2: belasting over aanmerkelijk belang, winstuitkering
eigenaars van een BV en NV.
BOX 3: belasting over inkomen uit vermogen

Slide 8 - Slide

Box 2:
Wanneer iemand meer dan 5% aandelen heeft in een BV, wordt in box 2 hierover belasting berekend. Je betaald belasting over de winst

Slide 9 - Slide

Hoe bereken je de belasting over een winst van 
€ 250.000
Je betaald 20% over € 200.000
200.000 / 100 x 20 =                                         € 40.000

Je betaald nog 25% over de rest 
€ 250.000 - 200.000 = € 50.000
50.000 / 100 x 25 =                                            € 12.500+
Totaal betalen                                                      € 52.500

Slide 10 - Slide

Belasting over je spaargeld? 

  • BOX 3: belasting over inkomen uit vermogen
  • Totale vermogen (Spaargeld en beleggingen)
  • Heffingsvrij vermogen -
  • Belastbaar vermogen box 3

Slide 11 - Slide

Berekening belastbaar vermogen in box 3
Pietje (alleenstaand) heeft 50.000 aan spaargeld en een waarde van € 10.000 aan aandelen in zijn bezit.

Vermogen = 50.000 + 10.000 = € 60.000
Vrijstelling (zie tabel)=                  € 25.000-
Belastbaar vermogen =.               € 35.000


Slide 12 - Slide

Vermogensrendementheffing
In box 2 betaal je niet uiteindelijk over het vermogen, maar over het rendement op je vermogen. Er wordt niet gerekend met het daadwerkelijke rendement, maar deze wordt berekend. Het rendement wordt gezien als inkomen en over dat inkomen moet je belasting betalen.

Slide 13 - Slide

Pietjes belastbare vermogen is 
€ 35.000
Over dit belastbare vermogen bereken je het rendement wat de belastingdienst als inkomen ziet.

In dit geval moet je rekenen met 2,9%, want zijn 
belastbare vermogen zit tussen 0 en 100.000.

€ 35.000 / 100 x 2,9 = € 1.015
De belastingdienst gaat ervan uit dat je uit het spaargeld een rendement hebt gehaald van € 1.015

Slide 14 - Slide

Berekening te betalen belasting Pietje
Berekend rendement/inkomen = € 1.015

Hierover moet je 30% belasting betalen 
(zie tabel)

€ 1.015 / 100 x 30 = € 304,50

Slide 15 - Slide

Berekening belasting Box 3 Pietje
Vermogen Pietje = 50.000 + 10.000 = € 60.000
Vrijstelling (zie tabel)=                               € 25.000-
Belastbaar vermogen =.                            € 35.000
Berekend rendement/inkomen
€ 35.000 / 100 x 2,9 =                                  € 1.015
Te betalen belasting in box 3
€ 1.015 /100 x 30% =                                     € 304,50

Slide 16 - Slide

Berekening inkomstenbelasting
Van de belasting die je in box 1, 2  en box 3 hebt berekend, gaat nog heffingskorting af.

Berekening inkomstenbelasting:

belasting box 1 + belasting box 2 + belasting box 3 
heffingskortingen -
te betalen inkomstenbelasting
betaalde loonheffing -
nog te betalen of nog te ontvangen inkomstenbelasting

Slide 17 - Slide

Wat moet Pietje nog betalen?
Pietje moet in box 1 € 2000 betalen. In box 2 moet hij € 6.000 betalen en in box 3 moet hij € 1.000 betalen. Hij heeft een algemene loonheffingskorting van € 1.500 en hij heeft recht op arbeidskorting van € 1.000. Aan loonheffing is er € 4.000 ingehouden.

Totaal aan belastingen in boxen: 2000 + 6000 + 1000 =      € 9000
Totaal heffingskortingen: 1500 + 1000 =                                     € 2500+
Totaal belasting:                                                                                     € 6500
Al betaalde loonheffing :                                                                    € 9000-
Hij krijgt nog terug:                                                                            - € 2500 
want er is teveel loonheffing ingehouden

Slide 18 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 19 - Slide

10 aandelen in Unilever
A
box 1
B
box 2
C
box 3

Slide 20 - Quiz

Inkomen uit sparen en beleggen worden belast in..
A
Box 1
B
Box 2
C
Box 3

Slide 21 - Quiz

In welke box vallen de inkomsten uit werk en woning?
A
Box 1
B
Box 2
C
Box 3

Slide 22 - Quiz

Belasting over inkomen, winst en vermogen noem je ...
A
directe belasting.
B
indirecte belasting.

Slide 23 - Quiz

Juist of onjuist?
Over de vrijstelling van je vermogen
betaal je belasting in box 3.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Aan de slag!
Wat? Maak de opdrachten van de mavostof
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Dan ben je echt heel goed bezig

timer
25:00

Slide 25 - Slide

Uitlegvideo's box 3

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video