2MH - Herhaling H4 P1 t/m P4

2MH - Herhaling H4 P1 t/m P4
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

2MH - Herhaling H4 P1 t/m P4

Slide 1 - Slide

Hitler komt aan de macht
1919
1929
Versailles 
Eco. crisis
Veel Duitsers ontevreden
NSDAP krijgt veel stemmen
Rijksdagbrand
Machtigingswet

Slide 2 - Drag question

1919
1924
1929
1933
1938
Duitsland kreeg de schuld  vanWOI
Economische groei in Duitsland
Hitler komt aan de macht.
Beurskrach
Kristallnacht.

Slide 3 - Drag question

Waardoor werd Hitler dictator?
A
Hitler werd dictator toen hij benoemd werd tot nieuwe kanselier
B
Hitler werd dictator door de machtigingswet
C
Hitler werd dictator door de Rijksdagbrand
D
Hitler werd dictator na het overlijden van president Hindenburg

Slide 4 - Quiz

Waardoor kon Hitler de machtigingswet doorvoeren?
A
Door het Verdrag van Versailles
B
Door de staatsgreep die hij gepleegd had
C
Doordat hij gekozen werd tot kanselier
D
Hitler liet leden van het parlement bedreigen

Slide 5 - Quiz

Op het moment dat Hitler de machtigingswet invoerde, schafte hij de democratie af
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Hieronder staan vier zinnen over nazi-Duitsland. Welke zinnen horen bij de totalitaire samenleving?
A
Communisten werden opgesloten in concentratiekampen.
B
Politieke partijen werden gedwongen om samen te werken.
C
Op school leerden kinderen dat de democratie in Duitsland niet werkte.
D
Vrouwen moesten de kinderen opvoeden.

Slide 7 - Quiz

Een totalitaire samenleving is...
A
Een samenleving waarbij het geloof heel belangrijk is
B
Een samenleving waar de alles voor de mensen bepaald
C
Een samenleving waar het leger heel belangrijk is
D
Een samenleving waarin de arbeiders alle macht hebben

Slide 8 - Quiz

Welke landen hoorden bij de Geallieerden?
A
Oostenrijk-Hongarije, Tsjecho-Slowakije en Duitsland
B
Duitsland, Italië en Japan
C
Amerika, Engeland, Frankrijk en Rusland
D
Oostenrijk, Duitsland en Servië

Slide 9 - Quiz

Hoe en waarom kreeg Duitsland Tsjecho-Slowakije in handen?
A
Eng + FR 'gaven' dit aan Hitler. Ze wilden de vrede bewaren.
B
Hitler viel dit gebied met geweld binnen en voegde het toe aan Duitsland
C
Tsjecho-Slowakije gaf dit gebied op aan de Duitsers omdat ze bang waren voor een oorlog
D
De mensen in dit gebied stemden voor een aaneensluiting met Duitsland

Slide 10 - Quiz

Wat is de directe oorzaak van de Tweede Wereldoorlog?
A
Hitler valt Engeland binnen
B
Hitler valt Frankrijk binnen
C
Hitler valt Nederland binnen
D
Hitler valt Polen binnen

Slide 11 - Quiz

Waarom waren veel Indonesiërs heel enthousiast in het begin over het Japanse bestuur?

Slide 12 - Open question

Wat waren de gevolgen van Japan nadat het Nederlands-Indië binnenviel?
A
Er kwam een hongersnood
B
Japan roofde grondstoffen uit Nederlands-Indië
C
De vrijheid waar Indonesiërs op hoopten, kwam niet
D
Er kwamen meer dan 2 miljoen mensen om tijdens de Japanse bezetting

Slide 13 - Quiz

Wat wordt bedoeld met rassenleer?
A
Onjuiste theorie over verschillen tussen 'mensenrassen'
B
Theorie die stelt dat er geen verschillende 'mensenrassen' bestaan
C
Onjuiste theorie over gelijkheid tussen 'mensenrassen'

Slide 14 - Quiz

Wat is de rassenleer van de nazi's?
A
De leer dat het mensenras gelijk is
B
De leer dat er verschil is tussen het mensenras
C
De leer dat er verschillen zijn tussen dieren

Slide 15 - Quiz

Waarom wordt de vervolging van de Joden vanaf 1941 erger in Nederland?
A
moord op Heydrich
B
De Joodse Raad wordt opgepakt
C
Februaristaking
D
De NSB wordt de grootste partij

Slide 16 - Quiz

De NSB hielpen vaak bij Razzia's, maar wat zijn Razzia's?
A
Nazi-kranten die in Nederland werden verspreid
B
Opsporing en jacht op een groep mensen
C
Het vermoorden van Joodse mensen
D
Het gelijkschakelen van omroepen en organisaties

Slide 17 - Quiz

Wat is D-day?
A
Dat de geallieerden landden op Normandië.
B
Dat Duitsland Nederland aanviel.
C
Dat er atoombommen in Azië werden gebruikt.
D
Een blitzkrieg

Slide 18 - Quiz

Wat zijn de gevolgen van de Duitse bezetting voor Nederland? (politiek/economisch/sociaal)

Slide 19 - Open question

Collaboratie
Verzet
Aanpassing
Het tegenwerken van de bezetter
Samenwerken met de bezetter
Proberen te overleven en het beste ervan te maken
Mensen helpen onderduiken.
Inschrijven voor het Duitse leger
Joden aangeven bij de bezetter
De Februaristaking

Slide 20 - Drag question