Mening, argument en conclusie

DOEL



- je weet (nog) wat een feit is 
- je weet (nog) wat een mening (standpunt) is 
- je weet (nog) wat een argument (reden) is 
- je weet wat een conclusie is
meningen, argumenten en conclusies in een tekst herkennen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

DOEL



- je weet (nog) wat een feit is 
- je weet (nog) wat een mening (standpunt) is 
- je weet (nog) wat een argument (reden) is 
- je weet wat een conclusie is
meningen, argumenten en conclusies in een tekst herkennen

Slide 1 - Slide

Mening, feit, argument & conclusie

Slide 2 - Slide

Mening

Slide 3 - Mind map

Argument

Slide 4 - Mind map

Conclusie

Slide 5 - Mind map

Feit
- Iets wat waar is
- Je kunt het controleren
- Je kunt het bewijzen

Slide 6 - Slide

Mening
- Iets wat iemand vindt over iets
- Je kunt het herkennen aan:
'ik vind', 'volgens mij'
- Je kan het ermee eens en oneens zijn
- Ook wel standpunt genoemd

Slide 7 - Slide

Argument
- De reden waarom iemand iets vindt
- Je kunt dit herkennen aan:
 'want', 'omdat', 'daarom', 'namelijk'

Slide 8 - Slide

Conclusie
- Aan het einde van een tekst kan de schrijver een conclusie geven
- Kort herhalen van mening en argument
- Je kunt het herkennen aan:
'dus', 'concluderend', 'dat betekent'

Slide 9 - Slide

Willem-Alexander is de koning van Nederland.

a: feit b: mening c: argument d: conclusie
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie

Slide 10 - Quiz

Ik vind Maxima de mooiste koningin van Europa.

a: feit b: mening c: argument d: conclusie
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie

Slide 11 - Quiz

Dat betekent dat prinses Beatrix haar boot moet verkopen.

a: feit b: mening c: argument d: conclusie
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie

Slide 12 - Quiz

Omdat deze boot de burgers heel veel geld kost.

a: feit b: mening c: argument d: conclusie
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie

Slide 13 - Quiz

Nederlands is het leukste vak op school.

a: feit b: mening c: argument d: conclusie
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie

Slide 14 - Quiz

Dit is een leuke klas!

a: feit b: mening
A
Feit
B
mening

Slide 15 - Quiz

Mevrouw Straatman is docent Nederlands op het Lyceum aan Zee.

a: feit b: mening
A
Feit
B
mening

Slide 16 - Quiz

Feit, mening of argument?
  • Als je te laat bent, dan moet je je melden.
  • Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u
  • Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
  • Omdat hij goede standpunten heeft.
  • Atlete Dafne Schippers wisselt van trainer.

Slide 17 - Slide

Uitleg: signaalwoorden


Slide 18 - Slide

Noteer een signaalwoord voor een mening (standpunt).

Slide 19 - Open question

Noteer een signaalwoord voor een argument.

Slide 20 - Open question

Noteer een signaalwoord voor een conclusie.

Slide 21 - Open question