H2 Kapitel 5 - Week 20

M/H/V2 Kapitel 5 - week 20
1 / 49
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

M/H/V2 Kapitel 5 - week 20

Slide 1 - Slide

Guten Tag
Wie geht es euch?


Slide 2 - Slide



  • boek/schrift/pen op tafel 

Slide 3 - Slide

Essen und Trinken

Slide 4 - Slide

Lernziele dieser Woche:
  • Je kent de regels van het schrijven van een mailbericht in het Duits
  • je kent de woorden van de woordenlijst van Kapitel 5 over het thema eten
  • je kent de regels van de uitgangen van ein/e en kein/e
  • Je weet wat een bezittelijk voornaamwoord is

Slide 5 - Slide

Aber zuerst.....ein Filmchen!

Logo: Jugendnachrichten

 





timer
10:00

Slide 6 - Slide

Lernziel schreiben

Je kunt eenvoudige zinnen opschrijven over jezelf.
Je kunt de regels voor het gebruik van hoofdletters toepassen.

Slide 7 - Slide

Erklärung schreiben
Conventie regels voor het schrijven van een kaartje:
  • Plaats en datum
  • Aanhef
  • Eerste zin
  • Opbouw van een mailtje
  • Alinea's
  • Slotgroet


Slide 8 - Slide

Theorie SE Schreiben
  • Datum: 14. März 2023
  • Lieber Hans / Liebe Grietje
  • Eerste regel na de aanhef met kleine letter
  • HOOFDLETTERS
  • Na de afsluitende groet geen komma
  • je zit in de zehnte Klasse
  • .................

Slide 9 - Slide

Regels Schreiben

1.  Aanhef
Bij een vrouw schrijf je: Liebe Anna,
Bij een man schrijf je: Lieber Hans,

De komma is heel belangrijk omdat de eerstvolgende letter een kleine letter is.




Bijv:
Liebe Anna,
wie geht es dir?

Na een uitroepteken begin je de alinea met een hoofdletter.
Bijv.
Liebe Anna!
Wie geht es dir? 



Slide 10 - Slide

An die Arbeit!
Schreiben - die Regeln

Was?     Aufgabe 1 + 2 besprechen
Wie?      zusammen
Hilfe?    keine 
Zeit?      5 Minuten
Fertig?   






w
timer
5:00

Slide 11 - Slide

An die Arbeit!
Schreiben - die Regeln

Was?     Aufgabe 3 & 4 machen
Wie?      zusammen
Hilfe?    keine 
Zeit?      20 Minuten
Fertig?   






w
timer
5:00

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Lernziele erreicht?
  • Je kent de regels van het schrijven van een mailbericht in het Duits

Slide 14 - Slide

Wiederholung Grammatik
Ein / e - Kein / e

Slide 15 - Slide

Gebruik van 'ein' en 'eine' (een / geen)
'Ein' voor mannelijke woorden. 'Eine' voor vrouwelijke woorden en het woord kein. Praktijkvoorbeelden:
(M)                     (V)                       (O)                       (mv)
der Mann      die Frau          das Kind              die Menschen
ein Mann       eine Frau        ein Kind                 x   Menschen
kein Mann    keine Frau      kein Kind            keine Menschen

Slide 16 - Slide

 Neue Grammatik

Slide 17 - Slide

Het bezittelijke voornaamwoord:

- Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

Slide 18 - Slide

De bezittelijke voornaamwoorden
Het bezittelijk voornaamwoord
Het bezittelijk voornaamwoord wordt gebruikt om een bezit aan te geven. 


Slide 19 - Slide

Bezittelijke voornaamwoorden horen ook
bij de EIN-Gruppe:
Wanneer komt er een -e achter ein + kein en alle bezittelijke voornaamwoorden.
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
DER
DIE
DAS
DIE
meine
mein
mein
meine

Slide 20 - Drag question

Zijn de onderstaande woordjes persoonlijke of bezittelijke voornaamwoorden?
Sleep elk woord hieronder naar het goede antwoord.

persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
hen
ik
jij
jou
jouw
mijn
onze
wij
uw
zijn

Slide 21 - Drag question

ik
ich
jij
du
hij
er
zij
sie
het
es
wij
wir
jullie
ihr
zij
sie
u
Sie
Sleep het bezittelijke voornaamwoord op de juiste plaats in het schema
unser
dein
Ihr
euer
mein
ihr
ihr
sein
sein

Slide 22 - Drag question

Bezittelijke voornaamwoorden
mijn
jouw
zijn
haar
ons/onze
jullie
hun/uw
mein
dein
sein
ihr
unser
euer
ihr/Ihr

Slide 23 - Drag question

Een bezittelijk voornaamwoord
A
staat voor het zelfstandig naamwoord
B
staat na het zelfstandig naamwoord
C
kan een persoonlijk voornaamwoord vervangen
D
geeft een bezit aan

Slide 24 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn
A
sein(e)
B
ihr(e)
C
mein(e)
D
dein(e)

Slide 25 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
uw
A
Ihr-
B
ihr-
C
dein
D
euer

Slide 26 - Quiz

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden?
A
jij, u
B
mijn, jouw, jullie
C
onze, uw
D
hij, zij, ik

Slide 27 - Quiz

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden?
A
hij, zijn, hun
B
onze, haar, mijn
C
zij, jullie, jouw
D
mijn, jouw, u

Slide 28 - Quiz

Weet je de bezittelijke voornaamwoorden nog?
Marita hat eine Puppe. Das ist .....................  Puppe (v)
......................
Ihr
Ihre

Slide 29 - Drag question

Weet je de bezittelijke voornaamwoorden nog?
Er hat ein Auto. Das ist  .....................  Auto(o)
......................
seine
sein

Slide 30 - Drag question

Lernziele erreicht?
  • je kent de woorden van de woordenlijst van Kapitel 5 over het thema eten
  • je kent de regels van de uitgangen van ein/e en kein/e
  • Je weet wat een bezittelijk voornaamwoord is

Slide 31 - Slide

2. Stunde

Slide 32 - Slide

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 33 - Slide

Lernziele dieser Woche:
Kapitel 5A - Sehen
Je kunt eenvoudige woorden over eten en drinken begrijpen
- Je kunt een eenvoudige reportage over eten en drinken begrijpen.

Slide 34 - Slide

Was machen wir heute?

  • hören
  • schreiben
  • lesen
  • Grammatik

Slide 35 - Slide

An die Arbeit!
WORTSCHATZ

Was?     Kapitel 5 -Seite 172
Wie?      alleine im Buch
Hilfe?    keine 
Zeit?      5 Minuten
Fertig?   






w
timer
5:00

Slide 36 - Slide

7

Slide 37 - Video

Kapitel 5 - Aufgabe 4
NK Kapitel 5 - Aufgabe 4
timer
5:00

Slide 38 - Slide

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?     Grammatik E: ein (e) / kein (e)
Wie?      zusammen, im Heft schreiben
Hilfe?    keine 
Zeit?      15 Minuten
Fertig?   weiter mit den nächsten Aufgaben






w
timer
15:00

Slide 39 - Slide

An die Arbeit!
Schreiben

Was?     
Wie?      alleine im Buch
Hilfe?    keine 
Zeit?      5 Minuten
Fertig?   






w
timer
5:00

Slide 40 - Slide

Schreiben
Lieber Thomas,

wie geht es dir? Mir geht es gut.


Wat zijn de regels omtrent de hoofdletters in het Duits?

Slide 41 - Slide

Schreibtest - wie
4 Stationen:

1. Karte schreiben
2. Chat schreiben
3. Notiz schreiben
4. Formular ausfüllen
Wann:
Donnerstag den 15. Juni

Slide 42 - Slide

G Schreiben
Lernziel:
- Je kunt in eenvoudige zinnen iets over jezelf en jouw familie vertellen.
- Je kunt de regels voor het gebruik van hoofdletters toepassen.

Ab Seite 54


Slide 43 - Slide

Schreiben

E-mail schrijven 

Luister naar de regels

Slide 44 - Slide

Schreiben
Eine Email schreiben

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Link

Slide 47 - Link

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?     Kapitel 5: 3 - 5 - 6 - 7 - 10 - 11
Wie?      zusammen im Buch
Hilfe?    keine 
Zeit?      15 Minuten
Fertig?   weiter mit den nächsten Aufgaben






w
timer
15:00

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Link