Tijd en snelheid

Wat gaan we deze les doen?
  • Nieuw hoofdstuk
  • Doel van de les
  • Voorkennis activeren
  • Instructie 
  • Afsluiting
  • bespreking 2 opgaven quiz                   Lesduur ca 15 minuten
1 / 30
next
Slide 1: Slide
WiskundeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat gaan we deze les doen?
  • Nieuw hoofdstuk
  • Doel van de les
  • Voorkennis activeren
  • Instructie 
  • Afsluiting
  • bespreking 2 opgaven quiz                   Lesduur ca 15 minuten

Slide 1 - Slide

tijd en snelheid

Slide 2 - Slide

Tijd en Snelheid
Na deze les kennen jullie de eenheden van tijd en snelheid en kunnen jullie de snelheid berekenen.

Slide 3 - Slide

welke eenheden
van tijd ken je?

Slide 4 - Mind map

Tijdseenheden 

Slide 5 - Slide

1 kwartaal = 
1 uur
Koppel de juiste tijdseenheden !
1 eeuw =
1 jaar =
3 maanden
100 jaar
52 weken
3 600 sec

Slide 6 - Drag question

Eenheid van tijd
A
centimeter
B
Megabyte
C
kilogram
D
dag

Slide 7 - Quiz

Notatie tijd
Wat betekent 6:15:12,3 uren?
6 uren, 15 minuten en 12,3 seconden

Hoeveel seconden zijn dat?
Totaal 6*3600 + 15*60 + 12,3 = 22512,3 seconden

Slide 8 - Slide

Hoeveel uur is 50 seconden?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Vera loopt op de atletiek een ronde en houdt
dit bij op de stopwatch. Hoeveel seconden is dit, geheel getal ?

Slide 11 - Open question

Iris doet mee aan de Wedstrijd Nieuwelingen, cat 1 en Wedstrijd junioren, cat 5. Hoeveel minuten zitten er tussen de start van beide wedstrijden?
A
145
B
85
C
2 uur , 25 minuten
D
135

Slide 12 - Quiz

Snelheid
Snelheid = afstand : tijd
m/s  of    km/h

Stel een lift gaat 45 meter omhoog en doet hier 15 seconden over. Wat is de snelheid?
Snelheid = afstand : tijd = 45 : 15 = 3 m/s

Slide 13 - Slide

Een scooter rijdt 3 uur lang met een gemiddelde snelheid van 35 km/h. Hoeveel km heeft de scooter afgelegd?
A
100
B
11,7
C
105
D
95

Slide 14 - Quiz

Hoeveel dagen heeft februari in het jaar 2024

Slide 15 - Open question

timer
1:00
jaar
decennium
eeuw
millennium
kwartaal
etmaal
maand
100 jaar
1000 jaar
30 dagen
10 jaar
3 maanden
24 uur
52 weken

Slide 16 - Drag question

snelheid=is de verhouding tussen afstand en tijd

snelheid is afstand :tijd
in meter per seconde m/s
of in kilometer per uur km/u

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Een hardloper loopt de 100 meter in 9 seconde. Hoeveel km per uur is dat?

Slide 19 - Open question

uitleg
100 meter in 9 seconde dus 100 :9= 11,11111 m/sec
in een minuut is dat 11,11111x60=666,66666 m/minuut
in een uur is dat 666,66666 x60= 40.000 m/uur
Maar we willen weten km/u dus delen door 1000 maakt 40 km/uur
of 11,111111 m/s x 3,6= 40 km/uur

Slide 20 - Slide

Kaan heeft een motor deze rijdt gemiddeld 120 km/uur. Hoeveel km legt hij af in 75 minuten?

Slide 21 - Open question

uitleg
120 km legt hij af in 1 uur (=60 minuten)
120 km : 60= 2 km per minuut
in 75 minuten 75 x 2 km= 150 km

Slide 22 - Slide

van km/u naar m/s
: 3,6
  • 54 km/u = .... m/s
  • 54 : 3,6 = 15 m/s

Slide 23 - Slide

Van m/s naar km/u
x 3,6
  • 15 m/s = ....   km/u
  • 15 x 3,6 = 54 km/u

Slide 24 - Slide

Van km/u naar m/s
Van m/s naar km/u
x 3,6
: 3,6

Slide 25 - Drag question

Aisha fiets 21 km/u
hoeveel meter fiets zij per seconde? rond af op 2 decimalen

Slide 26 - Open question

uitleg
21 km/u :3,6 = 5,83 m/s

óf 21 : 60= 0,35 km/minuut
0,35: 60 = 0,0058333 km/seconde
we willen m/s hebben ipv km dus x 1000
0,00583333x1000= 5,83m/s

Slide 27 - Slide

een lift gaat 45 meter omhoog in 15 seconde. Wat is de snelheid van de lift in meter per seconde?
A
0,33 m/s
B
180 m/s
C
3 m/s
D
675m/s

Slide 28 - Quiz

Afsluiting
Wat hebben we geleerd?
- Tijdseenheden
-Tijdseenheden omrekenen
- Snelheid/afstand berekenen

Volgende keer
- Snelheid en toegepast rekenen met tijd en snelheid

Slide 29 - Slide

Maken opgaven
- Opgaven Quiz
uitleg 

-Huiswerk

En natuurlijk de online opgaven niet vergeten!

Slide 30 - Slide