Grammatica recap

Grammatica recap
  • Genitief
  • Bijvoegelijknaamwoorden en bijwoorden
  • Much & many
  • Few, fewer, fewest & little, less, least
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Grammatica recap
  • Genitief
  • Bijvoegelijknaamwoorden en bijwoorden
  • Much & many
  • Few, fewer, fewest & little, less, least

Slide 1 - Slide

Welke onderdelen vind je moeilijk?
Genitief
BVNW & BW
Much & many
Few & little

Slide 2 - Poll

Genitief

Slide 3 - Mind map

Genitief
  • Vorm van bezit
  • Gemaakt met 's      > Emma's presentation. 
  • GEEN MEERVOUD 
  • Personen en dieren = 's      > the dog's bone. My father's car.
  • Bij meervoud, blijft de ' maar vervalt de S     > my parents' house

Geen mens of dier? Gebruik 'of' en 'of the'     > the history of sports. The paint of the walls is coming of.

Slide 4 - Slide

BVNW & BW

Slide 5 - Mind map

Bijvoeglijknaamwoord & bijwoord
  • BVNW is de basis en zegt wat over een zelfstandig NW.
> De langzame man. The slow man. 
  • AL HET ANDERE is een bijwoord; werkwoorden, andere BVNWen en BWen. Maar ook zinsdelen.


Slide 6 - Slide

Bijvoeglijknaamwoord & bijwoord
> De man loopt langzaam. The man walks slowly. = over een WW 
> De extreem langzame man. The extremely slow man. = over een BVNW 
> De man loopt erg langzaam. The man walks very slowly. = over een BV

Wat kun je zeggen over hoe je een BV maakt?
Je plakt er meestal '-ly' achter. Slow - slowly. Beautiful - beautifully.



Slide 7 - Slide

Bijvoeglijknaamwoord & bijwoord
Uitzonderingen:
  • Zintuigen. She smells wonderful. It looks perfect. > BVNW
  • Veranderen van vorm of juist niet:
  • Place & time. He came in late - niet lately

good 
well
hard 
hard 
fast 
fast 
early 
early 
friendly
friendly

Slide 8 - Slide

Much, many, few & little

Slide 9 - Mind map

Much, many, few & little
Many & few = telbaar, meervoud. Many dogs. Few cats.
Much & litte = ontelbaar, geen meervoud. Much pasta. Little sauce

  • Few, fewer, fewest & little, less, least = weinig, minder, minst
There were few visitors last week and there are even fewer visitors this week. But today there are the fewest so far.

My sister has little money, she loves shopping and my brother has even less. But I just bought a PS5 so I have the least.

Slide 10 - Slide