Communicatie: Motiverende gespreksvoering BG

 Motiverende gespreksvoering 
Communicatie - periode 2.4





1 / 44
next
Slide 1: Slide
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

 Motiverende gespreksvoering 
Communicatie - periode 2.4





Slide 1 - Slide

Lesplanning periode 4
  • Les 1: theorie motiverende gespreksvoering
  • Les 2: theorie motiverende gespreksvoering
  • Les 3: motiverend gesprek trainingsacteur
  • Les 4: motiverend gesprek trainingsacteur
  • Les 5: motiverend gesprek trainingsacteur
  • Les 6: motiverend gesprek trainingsacteur

Slide 2 - Slide

Casus
Je krijgt een casus uitgedeeld. Deze casus ga je tijdens jouw gesprek met de trainingsacteur spelen. Tijdens de komende twee lessen ga je dit voorbereiden. Zorg dus dat je jouw casus bij de hand hebt!

Benodigdheden komende lessen:
- Pen
- Papier
- Laptop
- Licentie Thiemen Meulenhoff
- Jouw casus!

Slide 3 - Slide

Licentie: Methodiek en gedragsbevordering
Module 5: gezondheid en gedragsbevordering


Hoofdstuk 1: Gedragsverandering

Slide 4 - Slide

Gedragsverandering 
Gedragsverandering gaat over het veranderen van gedrag dat je kunt zien of merken. Gedragsverandering is vooral doen. Niet begrijpen dat het anders moet of weten hoe het anders kan, maar het echt anders gaan doen. Gedragsverandering richt zich voornamelijk op gewoontegedrag. Maar juist gewoontegedrag is het moeilijkst aan te passen.

Slide 5 - Slide

In welke situatie zou gedragsverandering nodig zijn?

Slide 6 - Mind map

Gewoontegedrag
Schrijf op wat het gewoontegedrag is van jouw casus

Slide 7 - Slide

Wat is nodig voor gedragsverandering?
-Heeft de cliënt een steunende omgeving? Zo nee, hoe kun je deze creëren?
- Is de cliënt gemotiveerd om het gewenste gedrag te vertonen? Zo nee, hoe kun je dit stimuleren?
- Heeft de cliënt voldoende vaardigheden om het nieuwe gedrag in te zetten? Zo nee, welke vaardigheden moet de cliënt nog aanleren?
- Is de cliënt fysiek en psychisch in staat om de gedragsverandering door te voeren? Zo nee, zorg voor stabilisatie en versterking op dit vlak.

Hoe zit bovenstaand bij jouw casus? Welke vragen roept het op? Noteer deze!

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Inzicht in eigen gedrag, en dat van de ander
DISC- model helpt je bij: 
  • Het helpt je communicatie te verbeteren.
  • Het geeft inzicht in je eigen gedrag.
  • Het helpt bij het oplossen of voorkomen van conflicten.
  • Het geeft inzicht in de (soms verborgen) talenten van cliënten.

Slide 10 - Slide

Het DISC-model geeft jou inzicht in het gedrag van jouw cliënt.

In welke kleur herken jij de cliënt van jouw casus?

En hoe zou jij de cliënt begeleiden hierin? Schrijf dit op. 

Slide 11 - Slide

Wat is het verschil tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Methodiek en gedragsbevordering
Module 5: Gezondheid en Gedragsverandering


Hoofdstuk 2: Technieken voor gedragsverandering

Slide 14 - Slide

Aan de slag met gedragsverandering
Bepaal als eerst welk gedrag de cliënt wil veranderen. Je kunt het gedrag dat de cliënt wil veranderen visualiseren. Je maakt dan een plaatje van de gewenste situatie.

Schrijf op; welke vragen zou je kunnen stellen aan de cliënt van jouw casus, om het veranderende gedrag te visualiseren. 

Slide 15 - Slide

Wat is het verschil tussen selectief en niet- selectief luisteren?

Slide 16 - Open question

Hoe kan je laten zien dat je actief luistert naar de cliënt?

Slide 17 - Mind map

Concretiseren
Met concretiseren help je de cliënt om concrete voorbeelden te noemen bij zijn gevoelens, ervaringen en/of gedrag. Een cliënt met een psychiatrische stoornis wordt soms overspoeld door zijn gevoelens, angsten en gedachten. Soms kan hij niet onder woorden brengen wat hem bezighoudt en waarom. Het kan dan helpen als hij zijn problemen beschrijft in een concrete situatie. De concrete situatie kan de ervaring verlevendigen, waardoor de cliënt inzicht krijgt in zijn handelen. Dit kan een ingang zijn tot ander gedrag.

Welke vraag kan jij stellen aan de cliënt van jouw casus om te concretiseren? 

Slide 18 - Slide

Feedback
Door het geven van feedback geef je de cliënt informatie over zijn huidige gedrag. Dit opent het gesprek omtrent gedragsverandering.

Slide 19 - Slide

Cliënt Julia is druk bezig met alles om haar heen, terwijl jij met haar in gesprek wil over haar gedrag. Ze kijkt je niet aan en is dromerig. Hoe kan jij haar feedback geven volgens de feedbackregels?

Slide 20 - Open question

De ladder van Tiggelaar
Dit is een model dat de kern van gedragsverandering 
omschrijft aan de hand van 3 vragen

1. Hoe stel je doelen die wel werken?
- Kies ontwikkeldoelen, geen prestatiedoelen!
- Maak duidelijk waarom dit doel belangrijk is!
- Meer dan 1 doel? Maak een prioriteitenlijst

2. Hoe kies je gedrag dat wel tot succes leidt?
Kan cliënt antwoord geven op de volgende vragen:
Kan ik dit écht? Wil ik dit écht? Lukt dit hier, in deze omgeving?

3. Welke support (ondersteuning) helpt wel bij verandering?
Wat maakt het gewenste gedrag mogelijk?


Slide 21 - Slide

Welke van deze vier doelen is een ontwikkeldoel?
A
Ik ga 10 kilo afvallen.
B
Ik ga een 8 halen voor mijn toets.
C
Ik ga de marathon lopen
D
Ik ga zoeken naar een eet- en beweegpatroon dat bij mij past.

Slide 22 - Quiz

Wat is een ontwikkeldoel die de persoon uit jouw casus kan helpen?

Slide 23 - Mind map

Slide 24 - Slide

Verandercirkel van Prochaska en DiClemente

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Methodiek en gedragsbevordering
Module 5: Gezondheid en Gedragsverandering

 
Hoofdstuk 1: Motiverende gespreksvoering

Slide 27 - Slide

Verandercirkel van Prochaska en DiClemente

Slide 28 - Slide

Motiverende gespreksvoering
'Is een op samenwerking gerichte gespreksstijl waarmee je de motivatie om te veranderen stimuleert'. 

Slide 29 - Slide

Noem een situatie die jij tegen bent gekomen op jouw stage, waar motiverende gespreksvoering ingezet kan worden
(Of misschien ook wel is ingezet)

Slide 30 - Open question

Processen van motiverende gepsreksvoering
Dit doe je om structuur te geven aan het gesprek

1. Engageren
2. Focussen
3. Ontlokken
4. Plannen

Slide 31 - Slide

Engageren
- Opbouwen van een relatie en vertrouwen
- Dit is nodig om de andere processen mogelijk te maken
- Basis voor het gesprek

Slide 32 - Slide

Focussen
- Zorgt dat gesprek richting en doel krijgt
- Komt tot stand vanuit gezamenlijke besluitvorming
- Regelmatig reflecteren op de doelen en bijstellen hiervan is onderdeel van dit proces

Slide 33 - Slide

Ontlokken
- Onderzoek je de intrinsieke motivatie van de cliënt

- Je luistert, stelt vragen en reflecteert op de twijfels van de cliënt

- Je laat cliënt nadenken waarom het goed is om te veranderen

- Laat de cliënt dit zelf bedenken!!!!!!

Slide 34 - Slide

Plannen
- Dit helpt je om te monitoren of cliënt daadwerkelijk veranderd
- Plan van aanpak, stappen zetten om terugval te voorkomen, vervolgafspraak

Slide 35 - Slide

Ontlokken
Engageren
Focussen
Plannen
Stap 1
Stap 3
Stap 2
Stap 4
Zet de processen in de juiste volgorde!

Slide 36 - Drag question

Technieken en vaardigheden bij motiverende gespreksvoering

1. Open vragen stellen
2. Reflectief luisteren
3. Bevestigen
4. Samenvatten
5. Uitlokken van verandertaal

Slide 37 - Slide

'Je probeert te benoemen wat de cliënt bedoelt te zeggen of met zijn non-verbale laat zien, je vat samen wat de cliënt zegt en geeft er een betekenis aan'
Welke techniek wordt hierboven beschreven?
A
Reflectief luisteren
B
Open vragen stellen
C
Samenvatten
D
Bevestigen

Slide 38 - Quiz

Jij zegt tegen de cliënt: 'Ondanks alles vind ik het wel knap dat het je lukt om je trainingsschema vast te houden. Aan je motivatie en kennis ligt het duidelijk niet'.
Welke techniek wordt hier ingezet?
A
Reflectief luisteren
B
Open vragen stellen
C
Bevestigen
D
Samenvatten

Slide 39 - Quiz

Verschil reflectief luisteren en samenvatten?
Doel reflectief luisteren: Je probeert te benoemen wat de cliënt bedoelt te zeggen of met zijn non-verbale gedrag tot uitdrukking brengt. Je vat samen wat de cliënt zegt en geeft er een betekenis aan, waarbij je vraagt of dit is wat hij bedoelt. Hiermee kan je weestand wegnemen omdat je hiermee je best doet om de cliënt écht te begrijpen

Doel samenvatten: Delen van het gesprek samenvatten laat blijken dat je geluisterd hebt. Je kunt sturing en structuur geven aan het gesprek

Slide 40 - Slide

'Uitlokken van verandertaal'
Wat denk jij dat dit betekent?

Slide 41 - Open question

Uitlokken van verandertaal
Uitspraken in het voordeel van de verandering noem je 'verandertaal'.

Richt je gesprek op
- Redenen
- Wensen
- Mogelijkheden
- Noodzaak

Slide 42 - Slide

Welke vraag zou jij kunnen stellen aan de cliënt uit jouw casus om verandertaal uit te lokken?

Slide 43 - Open question

Aan de slag!
Zelf invullen hoe jij dit handig vindt :)

Wat moet af:
  • Casus voorbereiden

Licentie Methodiek en gedragsbevordering
  •  Module 5  - Hoofdstuk 1 - 2 en 3
  • Zelftoets. 

Slide 44 - Slide