What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Verdienen en uitgeven. Inkomensverschillen
Verdienen en uitgeven. Hoofdstuk 3
Inkomensverschillen
1 / 10
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
This lesson contains
10 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Verdienen en uitgeven. Hoofdstuk 3
Inkomensverschillen
Slide 1 - Slide
Opdracht 3.13 A
Hoeveel procent van het inkomen wordt verdiend door de 50 % armste mensen in land X en in land Y
Slide 2 - Slide
Opdracht 3.13 A
In land X verdient de 50 % armste mensen 30 % van het inkomen
In land Y verdient de 50 % armste mensen 10 % van het inkomen
Slide 3 - Slide
Opdracht 3.13 B
Land X heeft een meer gelijke verdeling
Slide 4 - Slide
Opdracht 3.13 C
Land Y heeft 20 miljoen inwoners en totaal inkomen van
€ 600 miljard.
Laat zien dat gemiddeld inkomen in rijkste 10 % € 75.000 is
Tips
hoeveel verdient de 90 % armste mensen
Uit hoeveel personen bestaat 10 % van de bevolking
Slide 5 - Slide
Opdracht 3.13 C
90 % armsten verdient 75 % van het inkomen
10 % rijksten verdient dus
100 % - 75 % = 25 % van het inkomen
600 miljard X 0,25 = 150 miljard
Aantal mensen: 0,1 X 20 miljoen = 2 miljoen
150 miljard/ 2 miljoen = € 75.000
Slide 6 - Slide
Lezen en maken
Lezen bladzijde 33 'ongelijkheid heeft voordelen'
Maken opdracht 3.14 t/m 3.19
Lees ook de stukjes tekst tussen de opgaven
timer
8:00
Slide 7 - Slide
Voordelen inkomensverschillen
Lage inkomens willen een hoger inkomen
Ze gaan harder werken/ bedrijf oprichten/ nieuw product ontwikkelen
De arbeidsproductiviteit stijgt
De productie en dus inkomens in een land stijgen
Er komen nieuwe producten op de markt
Slide 8 - Slide
Nadelen inkomensverschillen
Een groter deel van het nationaal inkomen gaat naar de hoge inkomens
De hoge inkomens geven een kleiner deel van het inkomen uit aan consumptie (sparen veel)
Lage inkomens geven juist groot deel van het inkomen uit aan consumptie (sparen weinig)
Consumptie daalt --> productie daalt--> werkgelegenheid daalt
Hoge inkomens hebben een lage tijdsvoorkeur
Ze hoeven niet NU geld uit te geven.
Willen best wachten. Tijd is niet kostbaar
Lage inkomens hebben een hoge tijdsvoorkeur
Ze willen NU geld uit te geven.
Willen niet wachten. Tijd is kostbaar
Slide 9 - Slide
Nadelen inkomensverschillen
Lage inkomens kunnen geen opleiding betalen. Opleidingsniveau daalt
Omvang schulden stijgt
Sociale binding daalt
Stijging sociale- en gezondheidsproblemen
Slide 10 - Slide
More lessons like this
1.2 Hoe rijk voel je je?
February 2019
-
59 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
1.4 Heb jij voldoende inkomen?
September 2018
-
59 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
4.2 hoge inkomens tegenover lage inkomens
May 2025
-
7 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 4
4.1 Inkomens verschillen
May 2025
-
11 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
2.4 Conjunctuur
May 2025
-
10 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
2.2 Arm en Rijk in de VS
January 2022
-
18 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 3
Arm en Rijk in de VS
January 2022
-
13 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 3
Aardrijkskunde!
§ 1.6 Inkomen en beroep
November 2024
-
6 slides