Pedagogisch klimaat les 3

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Pedagogisch klimaat

Programma

• Signalen van kindermishandeling
• Meldcode kindermishandeling
• Acute / structurele onveiligheid 
• Afsluiting

Lesdoel

• Je kunt diverse signalen van kindermishandeling benoemen.
• Je kunt kritisch kijken naar situaties die te maken hebben met (de meldcode) kindermishandeling door de opties af te wegen

Vormen van kindermishandeling: 

1. Lichamelijke mishandeling
   
2. Emotionele of geestelijke mishandeling
   
3. Lichamelijke verwaarlozing
   
4. Emotionele of geestelijke verwaarlozing
   
5. Seksueel misbruik

Signalen : kijk in je boek

Ethische dilemma's

Dilemma

EeEen situatie waarbij je een keuze moet maken of een knoop moet doorhakken. Elke keus levert weer weer een ander probleem op.

Kiezen tussen 2 kwaden: beide hebben plussen en minnen.n situatie waarbij je een keuze moet maken of een knoop moet doorhakken. Elke keus levert weer weer een ander probleem op. 

Kiezen tussen 2 kwaden: beide hebben plussen en minnen.

 Een sEen situatie waarbij je een keuze moet maken of een knoop moet doorhakken. Elke keus levert weer weer een ander probleem op. 

Kiezen tussen 2 kwaden: beide hebben plussen en minnen.

 ituatie waarbij je een keuze moet maken of een knoop moet doorhakken. Elke keus levert weer weer een ander probleem op. 

Kiezen tussen 2 situaties: beide hebben plussen en minnen. situatie waarbij je een keuze moet maken of een knoop moet doorhakken. Elke keus levert weer weer een ander probleem op. 

Kiezen tussen 2 situaties: beide hebben plussen en minnen. atie waarbij je een keuze moet maken of een knoop moet doorhakken. Elke keus  levert weer weer een ander probleem op. 

Kiezen tussen 2 situaties: beide hebben plussen en minnen.

Een situatie waarbij je een keuze moet maken of een knoop moet doorhakken. Elke keus levert weer weer een ander probleem op.

Kiezen tussen 2 kwaden: beide hebben plussen en minnen.

Lees het dilemma en overleg in groepjes.

Schrijf jullie argument op.

Dilemma 1

Je hebt vermoedens van kindermishandeling bij een kind, maar het kind heeft expliciet gevraagd om niets tegen de ouders te zeggen, omdat het zich bedreigd voelt door de gevolgen van een melding. 

Doe je wel of niet een melding?

Dilemma 2

Je hebt twijfels over de situatie van een kind, maar je kunt niet zeker zeggen of er sprake is van mishandeling. De signalen zijn vaag, zoals een kind dat regelmatig blauwe plekken vertoont zonder duidelijke verklaring. 

Doe je wel of niet een melding?

Dilemma 3

Je hebt te maken met een situatie waarin je vermoedens hebt van emotionele verwaarlozing, maar je bent niet zeker of dit inderdaad een geval van mishandeling is. Je hebt geen concrete bewijzen, maar er is wel sprake van zorgwekkend gedrag bij het kind. 

Doe je wel of niet een melding?

Dilemma 4

Tijdens een teamvergadering maak je je zorgen over een bepaald kind, maar je merkt dat een collega die veel ervaring heeft de situatie als niet problematisch beschouwt. Je twijfelt of je je zorgen moet delen, vooral omdat je de collega niet wilt tegenwerken of in een lastige positie wilt brengen. 

Doe je wel of niet een melding?

Dilamma 5

Je hebt vermoedens van mishandeling, maar je weet dat het gezin afkomstig is uit een cultuur waar bepaalde opvoedpraktijken normaal worden geacht, maar in Nederland mogelijk als mishandeling kunnen worden gezien. Hoe ga je om met culturele verschillen in opvoeding?

Doe je wel of niet een melding?

Evaluatie en feedback

Wat hebben jullie geleerd?

Wat willen jullie nog weten?

Wat vonden jullie van deze werkvorm?

BPV opdracht B1.01 deel 1

a. Maak een overzicht van regels en afspraken die bij jou in de groep/ klas gelden

b. Op welke manier spreek je kinderen hier op aan?

Beschrijf een situatie waarin je een kind hebt aangesproken op het niet naleven van de regels en afspraken. Schrijf hiervan een reflectieverslag en gebruik hiervoor de STARR