V3: donderdag 29 oktober

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

1. Samengesteld of enkelvoudig?
De leerlingen lezen de uitleg en maken de opdracht.

1. samengesteld (meerdere pv's)
2. enkelvoudig (één pv)

2. Ondergeschikt of nevengeschikt?
De leerlingen lezen de uitleg en maken de opdracht.

1. ondergeschikt (hoofdzin + bijzin)
2. nevengeschikt (hoofdzin + hoofdzin)

1. Samengesteld of enkelvoudig?
De kleuter eet fruit als tussendoortje, omdat dit gezond is.

1. enkelvoudig (één pv)
2. samengesteld (meerdere pv's)

2. Nevengeschikt of ondergeschikt?
De kleuter eet fruit als tussendoortje, omdat dat gezond is.

1. nevengeschikt (hz + hz)
2. ondergeschikt (hz + bz)

3. Wat is de bijzin?
De kleuter eet fruit als tussendoortje, omdat dat gezond is.

1. De kleuter eet fruit als tussendoortje
2. omdat dat gezond is

3. Voor welk woord kan je de bijzin vervangen? 'De kleuter eet fruit als tussendoortje, omdat dat gezond is'

4. Wat is de functie van de bijzin in de zin 'De kleuter eet fruit als tussendoortje, omdat dat gezond is'?

1. onderwerp
2. lijdend voorwerp
3. bijwoordelijke bepaling
4. meewerkend voorwerp

1. Samengesteld of enkelvoudig?
De docente, wie gek is op haar vak, werkt vandaag thuis.

1. enkelvoudig (één pv)
2. samengesteld (meerdere pv's)

2. Nevengeschikt of ondergeschikt?
De docente, wie gek is op haar vak, werkt vandaag thuis.

1. nevengeschikt (hz + hz)
2. ondergeschikt (hz + bz)

3. Wat is de bijzin?
De docente, wie gek is op haar vak, werkt vandaag thuis.

1. wie gek is op haar vak
2. De docente werkt vandaag thuis

3. Voor welk woord kan je de bijzin vervangen? 'De docente, wie gek is op haar vak, werkt vandaag thuis.'

4. Wat is de functie van de bijzin in de zin 'De docente, wie gek is op haar vak, werkt vandaag thuis'

1. bijvoeglijke bepaling
2. bijwoordelijke bepaling
3. lijdend voorwerp
4. meewerkend voorwerp

1. Samengesteld of enkelvoudig?
Sinterklaas geeft cadeaus aan wie zich goed heeft gedragen.

1. enkelvoudig (één pv)
2. samengesteld (meerdere pv's)

2. Nevengeschikt of ondergeschikt?
Sinterklaas geeft cadeaus aan wie zich goed heeft gedragen.

1. nevengeschikt (hz + hz)
2. ondergeschikt (hz + bz)

3. Wat is de bijzin?
Sinterklaas geeft cadeaus aan wie zich goed heeft gedragen.

1. Sinterklaas geeft cadeaus
2. aan wie zich goed heeft gedragen

3. Voor welk woord kan je de bijzin vervangen? 'Sinterklaas geeft cadeaus aan wie zich goed heeft gedragen.'

4. Wat is de functie van de bijzin in de zin 'Sinterklaas geeft cadeaus aan wie zich goed heeft gedragen.'

1. onderwerp
2. gezegde
3. lijdend voorwerp
4. meewerkend voorwerp

Hoe ging het? Wat vond je moeilijk? Waar wil je maandag uitleg over?