Woche 36

H3 Duits, week 36
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

H3 Duits, week 36

Slide 1 - Slide

Diese Woche:
Dienstag (40 Min.)

Woordjes B 
Check:
Aufgabe 8 + 9
Herhaling grammatica klas 2
Hausaufgaben
Donnerstag (40 Min.)

Entdecke den Fehler
Herhaling grammatica klas 2
Hausaufgaben
Montag (80 Min.)

Check:
 Herhalings-oefeningen blz. 1-4
B: Lesen
Grammatik C
An die Arbeit
Hausaufgaben

Slide 2 - Slide

Herhalingsoefeningen blz. 1-4

Slide 3 - Slide

B: Lesen
Lees de tekst en maak Aufgabe 5 en 6 (blz. 14-15)

5A = zet de thema's in de juiste volgorde
5B = beantwoord de vragen (in het NL)

6 = kies een woord uit woordenlijst B bij elke omschrijving

Slide 4 - Slide

Grammatik C
Maak Aufgabe 7 op blz. 16: Vervoeg haben en sein op de juiste manier. 
Hulp nodig? -> blz. 152.
1. sind
2. haben
3. Hast
4. Seid
5. ist
6. habe
7. sind

Slide 5 - Slide

Grammatik C
haben en sein: van de tegenwoordige 
naar de verleden tijd

Let op: Je kent beide tijden 
voor de toets!
haben
sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
volt. dw.

Slide 6 - Slide

Hausaufgaben für Dienstag
- Maken: Aufgabe 5 & 6 (Lesen, blz. 14-15) en 8 & 9 (Grammatik C, blz. 16-17)

- Leren: woordenlijst B, "bremsen" t/m "zeigen" (blz. 40) 


Slide 7 - Slide

Diese Woche:
Dienstag (40 Min.)

Woordjes B 
Check:
Aufgabe 8 + 9
Herhaling grammatica klas 2
Hausaufgaben
Donnerstag (40 Min.)

haben/sein
Herhaling grammatica klas 2
Hausaufgaben
Montag (80 Min.)

Check:
 Herhalings-oefeningen blz. 1-4
B: Lesen
Grammatik C
An die Arbeit
Hausaufgaben

Slide 8 - Slide

Foto-Aufgabe
- Maak groepjes van 3/4 personen
- Maak zoveel mogelijk foto's van de woorden uit de woordenlijsten van Kapitel 1, zie blz. 40 & 41 (1 iemand neemt dus een boek mee naar buiten!) 

- Zorg ervoor dat je het woord ergens opschrijft. Dit staat óók op de foto! Inleveren via Teams. 

Slide 9 - Slide

Wörterliste B 
Vertaal: 
A
B
remmen
lenen 
ruilen
versieren
belangrijk
waardevol
over
vergelijken
laten zien
zich verheugen op

Slide 10 - Slide

Aufgabe 5 (blz. 14)
1 = D
2 = E 
3 = A
4 = C
5 = F
6 = B 

1. omdat hij heel actief is en al 2 jaar skate. 
2. zagen, boren, slijpen, stylen
3. het is een zinvolle opdracht 
Aufgabe 6 (blz. 15)
1. übrig
2. der Jugendliche/die Jugendlichen
3. schmücken
4. der Laden/das Geschäft
5. leihen
6. umtauschen
7. Angebot
8. bremsen

Slide 11 - Slide

Aufgabe 8 (blz. 17)
1. hatte
2. war
3. war
4. hattet
5. Waren
6. hattest
7. hatte
8. waren
9. war
10. hatten
Aufgabe 9 (blz. 17)
1. hatte
2. war
3. war
4. war
5. hatte
6. waren
7. war
8. waren
9. hatten
10. war

Slide 12 - Slide

Herhaling grammatica klas 2
Ga verder met blz. 5-9

Slide 13 - Slide

Hausaufgaben für Donnerstag
- Maken: blz. 5 van het herhalingsboekje af

- Leren: de vervoeging van haben en sein in de verleden tijd (Grammatik C, blz. 44) 

Slide 14 - Slide

Entdecke den Fehler
Op het blaadje staan 10 fouten. Markeer & verbeter ze. 

Slide 15 - Slide

Herhaling grammatica klas 2
Ga verder met blz. 5-9

Slide 16 - Slide

Hausaufgaben für Montag
- Maken: Herhaling grammatica klas 2 blz. 5, 6 en 7 af!!!

- Leren: woordenlijst D/F, "der Aufenthalt" t/m "das Bargeld"

Slide 17 - Slide