blz. 142, Aufgabe 2:
vertaal de werkwoordsvormen in de kantlijn naar het Duits.
blz. 143, Aufgabe 2: kies tussen de tegenwoordige/verleden tijd van werden en vervoeg in de zin.
blz. 142, Aufgabe 3: kies tussen haben/sein/werden en vervoeg juist.
blz. 30-31: Lees de tekst en beantwoord de vragen in het NL.