hulp bieden bij mobiliteit

hulp bieden bij mobiliteit
 je weet hoe het lichaam werkt en hoe je jezelf en anderen op de goede manier verplaatst
 je kent de bouw van het bewegingsapparaat en weet hoe botten en spieren werken
 je weet hoe je hulpmiddelen voor verplaatsen op de juiste manier moet gebruiken

1 / 16
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

hulp bieden bij mobiliteit
 je weet hoe het lichaam werkt en hoe je jezelf en anderen op de goede manier verplaatst
 je kent de bouw van het bewegingsapparaat en weet hoe botten en spieren werken
 je weet hoe je hulpmiddelen voor verplaatsen op de juiste manier moet gebruiken

Slide 1 - Slide

onderkaak
sleutelbeen
ribben
borstbeen
2
23
4
22

Slide 2 - Drag question

17
14
6
18
heup
scheenbeen
ellepijp
staartbeen

Slide 3 - Drag question

Geef 3 functies van het skelet

Slide 4 - Open question

Je neus en oorschelpen bestaat uit
A
beenweefsel
B
botweefsel
C
kraakbeenweefsel
D
spieren

Slide 5 - Quiz

welke van onderstaande gewrichten is een kogelgewricht?
A
B
C
D

Slide 6 - Quiz

Op welke plek in je lichaam/skelet bevindt zich een scharniergewricht

Slide 7 - Open question

noem 2 functies van de gewrichtsbanden.

Slide 8 - Open question

Een spier zwelt op als deze samengetrokken wordt
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Waaruit bestaat het schedeldak?
A
voorhoofdsbeen, achterhoofdsbeen, bovenkaak, onderkaak
B
onderkaak, bovenkaak, jukbeenderen, neusbeentjes
C
voorhoofdsbeen, achterhoofdsbeen, wandbeenderen, slaapbeenderen
D
onderkaak, bovenkaak, wandbeenderen en slaapbeenderen

Slide 10 - Quiz

Hoe heet de ruimte tussen de schedelbeenderen bij een baby?

Slide 11 - Open question

halswervels
Borstwervels
lendewervels
A
B
C

Slide 12 - Drag question

Je schoudergordel bestaat uit:
A
sleutelbeen en schouderblad
B
sleutelbeen, schouderblad, borstbeen, opperarmbeen
C
2 sleutelbeenderen, 2 schouderbladen, 1 borstbeen, 2 opperarmbenen
D
2 sleutelbeenderen, 2 schouderbladen

Slide 13 - Quiz

je bekkengordel is onbeweeglijk
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

scheenbeen
kuitbeen
dijbeen
heupbeen
knieschijf
1
2
3
4
5

Slide 15 - Drag question

welke bewering is juist?
1. je mag max. 15 kg per hand duwen of trekken
2. je mag max. 30 kg tillen
A
1 en 2 zijn juist
B
1 is juist, 2 is onjuist
C
1 is onjuist, 2 is juist
D
1 en 2 zijn onjuist

Slide 16 - Quiz