- begrijp ik wat de vier belangrijkste tekstdoelen zijn
- weet ik hoe ik het tekstdoel amuseren kan herkennen
- weet ik hoe ik het tekstdoel instrueren kan herkennen
Slide 2 - Slide
Tekstdoelen
Een schrijver heeft altijd een bedoeling met een tekst, dit noem je het tekstdoel. De belangrijkste tekstdoelen zijn:
- Amuseren
- Instrueren
- Informeren
- Activeren
Slide 3 - Slide
Amuseren
De schrijver wil dat de lezer plezier heeft.
Bijvoorbeeld: stripverhaal, gedicht
Slide 4 - Slide
Instrueren
De schrijver geeft de lezer uitleg over hoe je iets moet doen of hoe iets werkt
Bijvoorbeeld: recept of gebruiksaanwijzing
Slide 5 - Slide
Informeren
De schrijver geeft de lezer informatie over een onderwerp
Bijvoorbeeld: nieuwsbericht of een lesboek
Slide 6 - Slide
Activeren
De schrijver wil de lezer overhalen om iets te doen
Bijvoorbeeld: reclamefolder of een advertentie
Slide 7 - Slide
Ik zit met mij op de achterbank ontzettend te vervelen. Stel dat een vriendin hier zat, dan kon ik het vervelen delen
Welk tekstdoel heeft dit gedicht? amuseren, instrueren, informeren of activeren.
Slide 8 - Slide
Welk tekstdoel heeft deze gebruiksaanwijzing? Amuseren, instrueren, informeren of activeren.
1. Ga met één voet op de step staan
2. zet met de andere voet één of twee keer af, zoals bij een normale step.
3. Druk tijdens het afzetten de gashendel in. De step gaat vanzelf rijden.
4. Zet beide voeten op de step en blijf rijden door gas te geven met de gashendel
Slide 9 - Slide
Welk tekstdoel hoort bij deze reisinformatie? Amuseren, instrueren, informeren of activeren
Onder fiets wordt verstaan een normale fiets, ligfiets, elektrische fiets, tandem, racefiets, BMX/stuntfiets en gedemonteerde fiets. Deze fietsen mogen dus mee in de trein. Bakfietsen en bolderkarren zijn niet toegestaan en mogen niet mee in de trein.
Slide 10 - Slide
Welk tekstdoel hoort bij deze advertentie? Amuseren, instrueren, activeren of informeren
Boek nu jouw ultieme jongerenreis met de tofste feesten en chillste activiteiten bij Yo Fun! Alleen vandaag met 50% korting
Slide 11 - Slide
Aan de slag!
Maken: opdracht 1 en 2
Bladzijde 30
Ben je klaar? Inleveren op de inleverplek. Je doet iets voor jezelf in stilte.