Verslikken en verstikken

VERSTIKKING-VERSLIKKING
WAT WEET JE NU??
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBO

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

VERSTIKKING-VERSLIKKING
WAT WEET JE NU??

Slide 1 - Slide

Waarom heeft het geen zin om iemand te laten drinken met verstikking?
A
je kan niet slikken, door je verslikking omdat je geen lucht kan weg slikken
B
Met drinken spoel je alleen de blokkade door slokdarm. de lucht pijp blijft verstopt
C
met drinken los je het juist wel op.
D
Geen van alle antwoorden

Slide 2 - Quiz


Longontsteking kan ontstaan door verslikking
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Je ziet een cliënt een snoepje nemen en vervolgens flink hoesten.
Waarvan is er sprake?
A
Verslikken
B
Verstikken

Slide 4 - Quiz

Verslikken;
A
dan komt voedsel in de slokdarm terecht
B
dan komt voedsel in de luchtpijp terecht

Slide 5 - Quiz

Wat doe je bij verstikking?
A
Rautekgreep
B
Stabiele zijligging
C
reanimatie

Slide 6 - Quiz

Wat is een complicatie van verslikken?
A
Slijmproductie
B
ontstoken tong
C
longontsteking
D
verschuiving longvliezen

Slide 7 - Quiz

Wat moet je doen als iemand zich verslikt en niet kan spreken, hoesten of ademen
A
je kijkt in de mond of je iets ziet zitten
B
je begint meteen met 5 rugslagen, daarna 5 buikstoten, daarna bel je 112
C
je belt 112, je begint met 5 rugslagen, daarna 5 buikstoten
D
je begint meteen met 5 buikstoten, daarna 5 rugslagen, daarna bel je 112

Slide 8 - Quiz

Wat zie je bij verslikking?
A
slachtoffer hoest
B
slachtoffer grijpt naar de keel
C
slachtoffer stikt
D
slachtoffer wordt wit/bleek

Slide 9 - Quiz

Welke handelingen moet je eerst uitvoeren bij ernstige verslikking?
A
bel zelf 112
B
geef stoten tussen de schouderbladen
C
let op de 5 punten van EHBO
D
pas buik/rug stoten toe

Slide 10 - Quiz

Hoe handel je als iemand verslikt in vast voedsel?
A
Probeer voedselbrok te verwijderen
B
Geef 5 slagen tussen de schouderbladen
C
Blijf zelf kalm
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 11 - Quiz