Thema 7 werkwoorden
1 / 13
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
(Bespieden)
Door toeschouwers ...... apen kijken brutaal om zich heen.
Door toeschouwers ...... apen kijken brutaal om zich heen.
Slide 6 - Open question
(verbeelden)
De jongens .......... zich dat gisteren.
De jongens .......... zich dat gisteren.
Slide 7 - Open question
(verlichten)
De lamp ......... de straat vorige week nog goed.
De lamp ......... de straat vorige week nog goed.
Slide 8 - Open question
(verkleden)
Hij ............ zich gisteren voor het feest.
Hij ............ zich gisteren voor het feest.
Slide 9 - Open question
(besteden)
Het ............ geld zorgde voor veel plezier.
Het ............ geld zorgde voor veel plezier.
Slide 10 - Open question
(afkoelen)
We moesten wachten totdat ze waren .............. .
We moesten wachten totdat ze waren .............. .
Slide 11 - Open question
(ontcijferen)
De code werd ................. , terwijl wij aan het wachten waren.
De code werd ................. , terwijl wij aan het wachten waren.
Slide 12 - Open question
(verkleden)
De ............... jongen ging naar het feest.
De ............... jongen ging naar het feest.
