VAI les 1

VAI
Module 1.1 Brede kijk op gezondheid
1 / 37
next
Slide 1: Slide
VAIMBOStudiejaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

VAI
Module 1.1 Brede kijk op gezondheid

Slide 1 - Slide

Programma
Welkom/ Voorstelrondje
Lesdoelen
Vliegtuig
Uitleg examen 
Wat is gezondheid
Afsluiting

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • De student maakt kennis met de docent
  • Student heeft informatie ontvangen over het examen
  • Je kunt uitleggen wat gezondheid betekent
  • Je kunt benoemen welke methodieken je kunt gebruiken om in gesprek te gaan over gezondheid met de zorgvrager
  • Je kunt toelichten hoe je binnen de 3 gezondheidstrends aandacht besteedt aan zelfmanagement, zelfredzaamheid en eigen regie

Slide 3 - Slide

O
P
D
R
A
C
H
T

Slide 4 - Slide

Examen B1-K1-W1
Je gaat een gesprek voeren met een zorgvrager of naastbetrokkene, die de zorgvrager vertegenwoordigt, over jouw observaties van de gezondheidstoestand, het welbevinden en de veiligheid van de zorgvrager.

Vervolgens ga je hierover een rapportage schrijven. Je verzamelt voortdurend gegevens over de gezondheidstoestand van de zorgvrager. Je let daarbij op veranderingen in het gedrag, de gezondheidstoestand, het welbevinden en de veiligheid van de zorgvrager.

Slide 5 - Slide

B1-K1-W1 vervolg
Vervolgens rapporteer je de gegevens uit het gesprek in het individuele plan van de zorgvrager en bespreek je dit met de zorgvrager en/of de naastbetrokkene.

Je hebt de gezondheidstoestand, het welbevinden en de veiligheid van de zorgvrager ingeschat, besproken en vastgelegd. 

Slide 6 - Slide

B1-K1-W1 vervolg
Tijdens een gesprek met de zorgvrager of de naastbetrokkene bespreek je de veranderingen of de dreigende veranderingen die jij geobserveerd hebt.
Je geeft advies over hoe de zorgvrager de zelfredzaamheid kan behouden of versterken, over het bevorderen van de gezondheid en het realiseren van een gezonde leefstijl.

Daarbij geef je voorlichting, advies of instructie over veiligheid of hygiëne of het gebruik van (technologische) hulpmiddelen.


Slide 7 - Slide

Criteria

De kandidaat heeft het gedrag, de gezondheidstoestand, het welbevinden
en de veiligheid van de zorgvrager juist ingeschat en correct besproken met
de zorgvrager of naastbetrokkene, die de zorgvrager vertegenwoordigt.



Slide 8 - Slide

Criteria/ indicatoren
De kandidaat heeft:
● actief gevraagd naar de beleving van veiligheid en welbevinden door de zorgvrager;
● besproken welke veranderingen zij heeft gesignaleerd en welke gegevens ze hierover heeft verzameld;
● gevraagd of haar bevindingen kloppen;
● alert gereageerd op de (non-)verbale reacties;
● in een motiverend overleg met de zorgvrager en/of naastbetrokkene de zorgverlening aangepast.

Slide 9 - Slide

Criteria/ indicatoren
De kandidaat heeft op de juiste wijze voorlichting, advies en instructie
gegeven.
De kandidaat heeft:
● het gekozen onderwerp duidelijk en gestructureerd uitgelegd;
● het gekozen onderwerp op het kennis- en taalniveau van de
zorgvrager en/of naastbetrokkene uitgelegd;
● de juiste materialen en middelen gekozen, afgestemd op de
zorgvrager en/of naastbetrokkene.

Slide 10 - Slide

Criteria/ indicatoren
De kandidaat heeft inhoudelijk juist en op correcte wijze gerapporteerd.

De kandidaat heeft:
● volgens de richtlijnen van de organisatie de bevindingen uit het
gesprek verwerkt in het individuele plan van de zorgvrager;
● nauwkeurig en volledig gerapporteerd.

Slide 11 - Slide

Opdracht
“Brainstormen” over het begrip “gezondheid” ( wat is dat, wat is daar voor nodig, welk gedrag hoort daarbij en welk gedrag past daar niet bij, gezondheid op somatisch, psycho-sociaal en Maatschappelijk gebied) 

Slide 12 - Slide

Gezondheid
WHO:
Gezondheid toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van een ziekte of andere lichamelijke gebreken. 

Slide 13 - Slide

Invloed op de gezondheid

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Gezondheidszorg
= geheel aan activiteiten dat gericht is op de verbetering van de gezondheid van mensen.

VP/ VZ grote rol 

Slide 16 - Slide

Welke soorten gezondheid zijn er?

A
Mijn gezondheid
B
Fysieke en psychische gezondheid
C
Fysieke en psychische gezondheid, sociaal welbevinden
D
algemene gezondheid

Slide 17 - Quiz

Lichamelijke gezondheid
Lichamelijke (fysieke) gezondheid betekent dat je niet ziek bent maar vitaal en krachtig.
Alle processen in je lichaam functioneren goed en werken samen.

Slide 18 - Slide

Psychische gezondheid





Psychische (emotionele) gezondheid heeft te maken met je goed voelen, dat je het leven leidt dat bij je past

Slide 19 - Slide

Sociaal welbevinden
Sociaal welbevinden heeft te maken met hoe je zelf denkt over je plaats in de samenleving
Ben je tevreden met je hoeveelheid vrienden, relaties, werk etc.

Slide 20 - Slide

Rol verpleegkundige
Alle factoren die van invloed kunnen zijn op iemands gezondheid in kaart brengen.

Met behulp van Biopsychosociaal model

Slide 21 - Slide

Biopsychosociaal model

Slide 22 - Slide

Positieve gezondheid
Hierbij kijk je breed naar de gezondheid vanuit 6 aandachtsgebieden/ dimensies 
  • Lichaamsfuncties
  • Mentaal welbevinden
  • Zingeving
  • Kwaliteit van leven
  • Sociaal maatschappelijk participeren
  • Dagelijks functioneren

Slide 23 - Slide

Lichaamsfuncties
  • je gezond voelen
  • fitheid
  • klachten en pijn
  • slapen
  • eten
  • conditie
  • bewegen

Slide 24 - Slide

Mentaal welbevinden
  • onthouden
  • concentreren
  • communiceren
  • vrolijk zijn
  • jezelf accepteren
  • omgaan met verandering
  • gevoel van controle

Slide 25 - Slide

Zingeving
  • zinvol leven
  • levenslust
  • idealen willen bereiken
  • vertrouwen hebben
  • accepteren
  • dankbaarheid
  • blijven leren

Slide 26 - Slide

Kwaliteit van leven
  • genieten 
  • gelukkig zijn
  • lekker in je vel zitten
  • balans
  • je veilig voelen
  • hoe je woont
  • rondkomen met je geld

Slide 27 - Slide

Sociaal maatschappelijk participeren
  • sociale contacten
  • serieus genomen worden
  • samen leuke dingen doen
  • steun van anderen
  • erbij horen
  • zinvolle dingen doen
  • interesse in de maatschappij

Slide 28 - Slide

Dagelijkse functioneren
  • zorgen voor jezelf
  • je grenzen kennen
  • kennis van gezondheid
  • omgaan met tijd
  • omgaan met geld
  • kunnen werken
  • hulp kunnen vragen

Slide 29 - Slide

Vitaliteit en leefstijl
Vitaliteit= levenskracht

Kracht waarmee mensen fysiek, mentaal, sociaal emotioneel en inspirationeel in het leven staan.

Slide 30 - Slide

Fysiek
Uithoudingsvermogen
kracht
coördinatie
lenigheid
snelheid
herstelvermogen

Slide 31 - Slide

Mentaal
concentratie
zelfvertrouwen
regulatie van spanning
blijvend leren
zelfreflectie

Slide 32 - Slide

Sociaal emotioneel
assertiviteit
invoelend vermogen
conflicthantering
samenwerking

Slide 33 - Slide

Inspirationeel
Zingeving
motivatie
balans tussen werk en privé

Slide 34 - Slide

Samenvatting
  • Samen gekeken naar het examen B1-K1-W1
  • Verschillende componenten in je gezondheid

Slide 35 - Slide

Volgende les
Voor volgende les:
  • Bekijk het examen goed en noteer als je vragen hebt
  • Lees Module 1.2 door in het boek

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide