Als er om een uitleg wordt gevraagd deze opschrijven
Slide 2 - Slide
Op de volgende bladzijde
Je moet weten hoe je het nettoresultaat uit rekend.
Deze vraag mag je niet fout doen.
Slide 3 - Slide
Wat zijn vaste en variabele kosten?
Vaste kosten veranderen niet als je meer of minder gaat produceren, variabele kosten wel.
Slide 4 - Slide
voorbeeld
Brutowinstmarge:
Je drukt de brutowinstmarge uit in en percentage van de inkoopprijs of inkoopwaarde.
oplossing
Welke procent som
Wat weet je over groente en wasmiddel?
Wat is een groot verschil tussen deze twee?
Wat moet je sneller verkopen?
Waarom?
Slide 5 - Slide
Wat moet je eerst uitrekenen?
Je moet eerst uitreken hoeveel de groentenzaken in 2006 en 2016 verkochten.
Met welke formule?
Ben je dan klaar?
Je bent nog niet klaar want je moet uitreken met hoeveel procent de bestedingen zijn gedaald van 2006 naar 2016.
Welke formule?
Infobron volgende bladzijde
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Ze proberen je een verkeerde keuze te laten maken. Goed lezen.
dan kan het alleen maar...zijn.
6 p's
Slide 8 - Slide
Volgende bladzijde
Wat is rendement?
Het staat in de opdracht.
De nettowinst uitgedrukt in procenten van hety geinvesteerde vermogen.
Wat moet je nu eerst uitrekenen?
Nu moet je de nettowinst uitdrukken in procenten van het geinvesteerde vermogen.
Welke formule moet je gebruiken?
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Hoe kan je voor 2011 en 2016 de prijs per potplant uitrekenen?
je weet de formule: afzet X verkoopprijs = omzet
Moet je de verkoopprijs weten: omzet / afzet = verkoopprijs
LET OP: je moet berekenen hoeveel de gemiddelde prijs gestegen of gedaald is. Vergeet dit niet te doen en opschrijven stijging of daling anders geen punt.
Slide 11 - Slide
Omzet = afzet X verkoopprijs.
Jan verkoopt minder terwijl andere winkels zoals hij meer verkopen. Wat kan een reden zijn dat hij minder verkoopt.
Omzet = afzet X verkoopprijs
Dus het enige goede antwoord....
Slide 12 - Slide
Wat is ararbeidsproductiviteit?
Wat doet een bedrijf met loonkosten?
Welke invloed heeft een hogere arbeidsproductiviteit op de prijs van producten?
Nu nog netjes opschrijven waarom de nettowinst dan omhoog gaat.
Slide 13 - Slide
Gebruik de informatie van de vorige bladzijde
a. Hoeveel moet hij zelf investeren.
b. Hoeveel bespaart hij jaarlijks.
Dan is de vraag hoeveel keer passen de besparingen in het geinvesteerde bedrag.
Wat moet je eerst berekenen om de vraag te kunnen oplossen?
Slide 14 - Slide
Belangrijk bij het maken van een examen:
Geld 2 cijfers achter de komma.
Goed lezen, een decimaal, hoeveel redenen geven.
Antwoord geven op de vraag en niet in een paar woorden. ALTIJD DE BEREKENING OP SCHRIJVEN!!
Als de gasprijs daalt heeft hij dan meer of minder voordeel van zijn investering?
Heeft hij het geinveteerde geld dan eerder of later terug?