warmte hoofdstuk 5 par 2 en 3

Warmte hst 5 les 3
1 / 42
next
Slide 1: Slide
naskMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Warmte hst 5 les 3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning:
- Bespreken huiswerk 
- Oefening maken
- Een demo proef

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

https://www.youtube.com/watch?v=7BnSL0O3SMg&t=95s

Slide 4 - Slide

https://www.youtube.com/watch?v=7BnSL0O3SMg&t=95s

Electrische Warmtebronnen:

  • Er zijn veel elektrische apparaten die  elektrische  Energie kunnen omzetten in  warmte Energie.
  • voorbeelden van warmtebronnen die werken op elektrische  energie:
     - koken met elektrisch fornuis, (noem elektrisch erbij in dit geval!!!)
    - een strijkijzer,

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions




  • is er te weinig zuurstof dan ontstaat er ook koolstofmonoxide
  • koolstofmonoxide is dodelijk
5.2 Chemische verbranding
 in cv ketel: er moet genoeg zuurstof zijn 
Goed= er is voldoende zuurstof: 

  • aardgas+ zuurstof--> koolstofdioxide + waterdamp
  • je ziet een blauwe vlam
Fout= er is onvoldoende zuurstof: 
  • aardgas + zuurstof--> waterdamp+ koolstofmonoxide + roet
  • je ziet een gele vlam
  • koolstofmonoxide is een dodelijk, zwaar, kleurloos en geurloos gas

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Warmte hst 5 les 3

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Behandeld tot nu toe:
- wat in energie is
- Welke soorten energie er zijn
- energie omzettingen
- Elektrische warmbronnen / chemische warmte bronnen




Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen:
Na deze les weet je:
- Ken je de verbrandingsdriehoek
- weet je hoe je een brand kunt blussen
- welke soorten warmte transport er zijn 



Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Transport van Warmte
warmte verspreid zich van een hoge temperatuur naar een lage temperatuur= warmtestransport

- Geleiding
- Stroming
- Straling

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Warmte transport Staal: goede warmtegeleider

Kunstof: isolator, slechte warmtegeleider

Warmte transport via geleiding Voorwaarde:
Er moet contact zijn 



  • Warmtegeleider: 
  • Warmte-isolator
  • Isoleren = warmtetransport tegengaan. 
  • Dit lukt goed met een laagje stilstaande lucht of een vacuum b.v. dekbed, thermoskan, dubbelglas.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

warmtetransport via stroming
  • gassen en vloeistof kunnen warmte transporteren(=vervoeren) via stroming
  • warme gassen  of vloeistoffen stijgen 
  • koude gassen en vloeistoffen dalen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Stroming
beweging van lucht door warmte: convectie

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

warmtetransport via straling
  • warmtestraling = infraroodstraling of i.r.
  • voor warmtetransport via straling is géén tussenstof nodig
  • donkere en doffe voorwerpen nemen makkelijk i.r. op en worden warmer
  • glimmende en lichte voorwerpen weerkaatsen veel i.r. straling

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Warmteverlies
Door gaten, kieren en openstaande deuren en ramen
verdwijnt warmte via stroming.

Door muren, dichte ramen en deuren
gaat warmte door geleiding naar buiten.

Warmteverlies gaat door straling door al het glas.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

verbrandingsdriehoek

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

blussen




1. afkoelen tot onder ontbrandingstemperatuur
2. zuurstof weghalen
3. brandstof weghalen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

programma  3 maart
  • toets hst 5 op 6 maart 
  • vragen over test jezelf?
  • bespreken test jezelf
  • afmaken practicumdossier?
  • oefenquiz?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

je donzen dekbed voorkomt dat jij warmte verlies via
A
straling
B
geleiding
C
stroming

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat koelt het snelste af?
1 L warm water in
A
in een metalen pan met een groot oppervlakte
B
in een metalen diepe pan met een klein oppervlakte
C
in een glazen schaal met een groot oppervlakte
D
in een diepe glazen schaal met een klein oppervlakte

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

In de centrale verwarming zit water, dat zorgt dat er warmtetransport is door
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

welke manier van warmtetransport merk je vooral als je hand boven een vlam is?
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Welke vorm van warmtetransport gebruikt de zon om de aarde te verwarmen?
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

welke manier van warmtetransport merk je als je vingers vlak naast een vlam zijn?
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Er is contact tussen twee vaste stoffen. De warmte gaat van de ene vaste stof naar de andere vaste stof.
Welke warmteoverdracht bedoelen we hier?
A
straling
B
stroming
C
geleiding

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Als aardgas niet volledig verbrandt, ontstaat er een giftige stof.
welke stof is dit?
A
koolstofdioxide
B
kalkwater
C
roet
D
koolstofmonoxide

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de brandstof in een cv-ketel?
A
Aardgas
B
houtskool
C
hout
D
water

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Waar mee kun je koolstofdioxide aantonen
A
kalkwater
B
kopersulfaat
C
gloeiende houtspaander

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het gevaar van koolstofmonoxide
A
giftig
B
het is niet gevaarlijk
C
je ziet het niet
D
je ruikt het niet

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

als je graag wilt dat de radiator zoveel mogelijk warmte uitstraalt kan die het beste:
A
wit en glimmend geverfd worden
B
wit en dof geverfd worden
C
zwart en glimmend geverfd worden
D
zwart en dof geverfd worden

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Als je een brand blust met water, dan dooft het vuur omdat:
A
je de zuurstof weg haalt
B
je de brandstof weg haalt
C
water een niet brandbaar laagje over je huis legt
D
je afkoelt tot onder de ontbrandingstemperatuur

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Om een brand te blussen, heb je zuurstof nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Welke brand kan je beter niet met water blussen?
Geef meerdere antwoorden.
A
Vlam in de pan
B
Schoorsteenbrand
C
Benzinebrand
D
Brandend staalwol

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Een gasleiding is in brand geraakt. Om de brand te blussen draait de brandweer de gaskraan dicht.
Welke voorwaarde voor verbranding haalt de brandweer weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Temperatuur

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Ik zet een potje over een brandende kaars. De kaars gaat uit. Welk onderdeel van de branddriehoek haal ik weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandings-temperatuur

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen voorwaarde van de branddriehoek?
A
Brandstof
B
Warmte
C
Lucht
D
Zuurstof

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Ik blaas een kaars uit. Welk onderdeel van de branddriehoek haal ik hier weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandings-temperatuur

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions