2HV - les 21

Programa
  1. Controlamos los deberes
  2. Toetsweek
  3. Gustar
  4. Ser vs. Hay
  5.  Trabajamos online
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Programa
  1. Controlamos los deberes
  2. Toetsweek
  3. Gustar
  4. Ser vs. Hay
  5.  Trabajamos online

Slide 1 - Slide

Controlamos los deberes
Voca Unidad 4 blz 107 NL-SP
1-90

Slide 2 - Slide

Toets in de toetsweek (4x)
Lees + luister
Voca Unidad 3 81-90 NL-SP
Voca Unidad 4 1-90 NL-SP
Ser
Llamarse (en andere wederkerende ww)
Bijvoeglijk naamwoord
Getallen tot 100 NL - SP
Klokkijken
Tener
Regelmatige werkwoorden
Bezittelijk voornaamwoord
Querer
Gustar
Hay

Slide 3 - Slide

Gustar
Gustar = houden van/ leuk vinden/ lekker vinden

Er zijn maar 2 vervoegingen: GUSTA & GUSTAN

Ook staat er altijd een meewerkend voorwerp  voor het werkwoord. dit is anders dan bij een wederkerend voorwerp, lees goed de uitleg)

Zie de volgende slides voor het stappenplan voor het vervoegen van dit werkwoord!

Slide 4 - Slide

¿Te gusta el español?
1. A ellos _____________________________(gustar) el español.
I. Zeg dat je het eens bent:__________________________________
2. A tí no_______________________________(encantar) las pizzas.
I. Zeg dat je het oneens bent:____________________________________
3. A mí y Ricardo no __________________________(gustar) la paella.
I. Zeg dat je het eens bent:__________________________________
4. A vosotros ______________________(encantar) los postres.
I. Zeg dat je het oneens bent:____________________________________

Slide 5 - Slide

¿Te gusta el español?
1. A ellos les gusta el español.
I. Zeg dat je het eens bent: A mí también.
2. A tí no te encantan las pizzas.
I. Zeg dat je het oneens bent: A mí si.
3. A mí y Ricardo no nos gusta la paella.
I. Zeg dat je het eens bent: A mí tampoco.
4. A vosotros  os encantan los postres.
I. Zeg dat je het oneens bent: A mí no.

Slide 6 - Slide

GUSTAR

Slide 7 - Slide

1.  te gusta (werkwoord) 
2. les gusta (werkwoord) 
3. les gusta (enkelvoud) 
4. les gusta (werkwoord) 
5. le gusta (werkwoord) 
6. me gusta (werkwoord)
7. te gusta (werkwoord)
8. les gusta (werkwoord) Naam + naam = les
9. le gusta (enkelvoud)
10. le gusta (werkwoord) 
11. nos gustan (meervoud) 
12. le gustan (meervoud) 

Slide 8 - Slide

Hay vs. Ser
Hay = er is / er zijn
- heeft maar 1 vervoeging
- hoeveelheden (getallen, veel, weinig, etc)
- onbepaalde lidwoorden

Ser = zijn
- soy, eres, es, somos, sois, son
- vaste eigenschappen.
- Identiteit (nationaliteit, geslacht, beroep en afkomst)
- Tijd, datums, dagen en gebeurtenissen 
- Waarvan iets gemaakt is, iemand zijn eigendom   

Slide 9 - Slide

Kies uit Ser en Hay
  1. ..... muchos alumnos en la clase
  2. Tú ..... la amiga de Susana
  3. Ana ... española
  4. ..... tres manzanas en la mesa
  5. ..... las dos y media
  6. ..... muchos deberes
  7. Juan y tú ..... amigos 

Slide 10 - Slide

Antwoorden
  1. HAY muchos alumnos en la clase
  2. ERES la amiga de Susana
  3. Ana ES  española
  4. HAY tres manzanas en la mesa
  5. SON las dos y media
  6. HAY muchos deberes
  7. Juan y tú SOIS amigos 

Slide 11 - Slide

Vertaal naar het Spaans
  1. Er zijn veel  kippen
  2. Er is een diner
  3. Er zijn 9 uien
  4. Er is toetje
  5. Er zijn peren
  6. Er zijn veel drankjes

Slide 12 - Slide

Vertaal naar het Spaans
  1. Er zijn veel  kippen           -->         HAY MUCHOS POLLOS
  2. Er is een diner                    -->         HAY UNA CENA
  3. Er zijn 9 uien                       -->         HAY NUEVE CEBOLLAS
  4. Er is toetje                            -->         HAY UN POSTRE
  5. Er zijn peren                        -->         HAY PERAS
  6. Er zijn veel drankjes         -->         HAY MUCHAS BEBIDAS

Slide 13 - Slide

Trabajamos ONLINE

1. Ga naar de LEERMIDDELEN in magister

2. Ga naar compañeros 

3. Klik aan: compañeros huiswerk

4. Klik aan: H4 

5. Klik aan: 4.5 evaluación

6. Maak: alle opdrachten

Slide 14 - Slide

Deberes
Voca Unidad 4 blz 107 NL-SP
1-90


Voca Unidad 3 blz 106 NL-SP
81-90

Slide 15 - Slide