Executieve functies

EXECUTIEVE FUNCTIES
1 / 35
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

EXECUTIEVE FUNCTIES

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Er zijn 11 executieve functies:
  • Plannen
  • Timemanagement
  • Werkgeheugen
  • Organisatie
  • Metacognitie
  • Responsinhibitie
  • Emotieregulatie
  • Volgehouden aandacht
  • Taakinitiatie 
  • Doelgericht gedrag
  • Flexibiliteit

Slide 3 - Slide

Plannen
Werkgeheugen
Timemanagement
Organisatie
Taakinitiatie
Emotieregulatie
Responsinhibitie
Volgehouden aandacht
Metacognitie
Doelgericht gedrag
Flexibiliteit

Slide 4 - Slide

Ken jij de Executieve Functies?

Slide 5 - Slide

Je speelt een potje Fifa, welke Executieve functie(s) gebruik je?
A
Volgehouden aandacht
B
Doorzettingsvermogen
C
Flexibiliteit
D
Taakinitiatie

Slide 6 - Quiz

Taakinitiatie
  • Op tijd en efficiënt aan een taak beginnen.
  • Een juiste werkplek kunnen vinden / creëren. 

Slide 7 - Slide

Tips over uitstelgedrag
  • Stap voor stap
  • Hulp vragen
  • Gedachten
  • Doel
  • Beloning
  • Planning
  • 2-minuten regel
  • Slik eerst de kikker

Slide 8 - Slide

De 11 executieve functies:
  • Plannen
  • Timemanagement
  • Werkgeheugen
  • Organisatie
  • Metacognitie
  • Responsinhibitie
  • Emotieregulatie
  • Volgehouden aandacht
  • Taakinitiatie 
  • Doelgericht gedrag
  • Flexibiliteit

Slide 9 - Slide

Organisatie
  • Informatie en materialen kunnen ordenen.
  • Weten waar alles staat (opgeslagen) en goed kunnen opruimen.

Slide 10 - Slide

Organisatie opdracht
  • Kijk in elkaars tas
  • Hoe is de tas van de ander georganiseerd?
  • Kan je een tip geven aan de ander?

Slide 11 - Slide

Organisatie opdracht
  • Kijk in elkaars tas
  • Hoe is de tas van de ander georganiseerd?
  • Kan je een tip geven aan de ander?

Slide 12 - Slide

Volgehouden aandacht
  • Aandachtig blijven.
  • Afleiding negeren.
  • Langere concentratie kunnen afdwingen bij jezelf.

Slide 13 - Slide

Quiz: Volgehouden aandacht

Slide 14 - Slide

Vind jij het moeilijk om
je aandacht ergens bij te houden?
A
JA! Altijd
B
Best wel vaak ja
C
Lang niet altijd, alleen bij bepaalde vakken
D
Nee, ik ben altijd 'full focus'!

Slide 15 - Quiz

timer
0:30
Werk in tweetallen 
Eén telt het aantal driehoeken;
De ander is de storende factor;
Ben je klaar? Onthoud het getal
Draai nu de rollen om

Slide 16 - Slide

Het waren er 48:

1 heel grote
3 middelgroot
8 ter grootte van 9 kleine driehoekjes
9 ter grootte van 4 driehoekjes
27 kleine driehoekjes

Slide 17 - Slide

Quiz: Volgehouden aandacht
Je aandacht ergens bij houden is lang niet altijd even makkelijk!
Maar vaak wél héél belangrijk!

Slide 18 - Slide

Quiz: Volgehouden aandacht
Volgehouden Aandacht =
Aandacht erbij houden, ondanks afleiding

Slide 19 - Slide

Wat zijn dingen die
jou kunnen afleiden?

Slide 20 - Mind map

Wat helpt jou bij
beter concentreren?

Slide 21 - Mind map

Quiz: Volgehouden aandacht
Er zijn heel veel manieren en technieken om je beter te concentreren
...Bijvoorbeeld de pomodoro-techniek:

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Responsinhibitie
  • Goed nadenken voordat je iets doet of zegt.
  • Je goed kunnen inhouden of stoppen wanneer nodig.

Slide 24 - Slide

Responsinhibitie
  • Eerst denken dan doen (stop-denken-doen)
  • Laat je niet leiden door anderen, maar leid zelf
  • Tot 10 tellen

Slide 25 - Slide

Werkgeheugen
  • Informatie in je geheugen houden bij het uitvoeren van moeilijke taken.
  • Bewust zijn van hoe je geheugen werkt.


Slide 26 - Slide

Bekijk goed!

Slide 27 - Slide

Noem zoveel mogelijk plaatjes op die je net zag:

Slide 28 - Slide

Flexibiliteit
  • Flexibel omgaan met veranderingen of tegenslag. 
  • Tegen iets onverwachts kunnen en niet in paniek raken bij iets onverwachts.

Slide 29 - Slide

Zeg de kleur en niet het woord

Slide 30 - Slide

Plannen
  • Een plan maken en kunnen beslissen wat het belangrijkst is. 
  • Bedenken wat je nodig hebt voor je werk en dat verzamelen voor je begint.


Slide 31 - Slide

Timemanagement
  • Tijd inschatten, kunnen verdelen en deadlines halen.
  • Je goed bewust worden en leren omgaan met tijd


Slide 32 - Slide

Metacognitie
  • Een stapje terug doen om je jezelf en de situatie te overzien.
  • Kennis over de eigen kennis.

Slide 33 - Slide

Doelgericht gedrag
  • Je eigen doelen kunnen bepalen.
  • Je eigen doelen kunnen behalen.
  • Doorzetten.

Slide 34 - Slide

Emotieregulatie
  • Emotie en gedrag kunnen controleren.
  • Leren omgaan met tegenslagen of teleurstellingen.
  • Rustig kunnen blijven.

Slide 35 - Slide