What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
HEJ- klas 3K trappen van vergelijking
Trappen van vergelijking
3KDZ
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Trappen van vergelijking
3KDZ
Slide 1 - Slide
Startopdracht
Vorige week wilden Bart, Kees en Ben een cadeaubon gaan kopen.
Persoonsvorm = ?
Werkwoordelijk gezegde = ?
Onderwerp = ?
Lijdend voorwerp = ?
timer
4:00
Slide 2 - Slide
Nakijken
Opdracht 1 t/m 4 (blz. 180-181)
Slide 3 - Slide
- snappen en kunnen toepassen van de
trappen van vergelijking
-
weten wanneer je een vergelijking maakt met de woorden
als en dan
Opdracht 1 t/m 4 (blz. 180-181)
Lesdoelen:
Slide 4 - Slide
stellende trap
vergrotende trap
overtreffendetrap
groot
grot
er
groot
st
duur
duurd
er
duur
st
fijn
fijn
er
fijn
st
dom
domm
er
dom
st
Trappen van vergelijking
Slide 5 - Slide
Trappen van vergelijking
Slide 6 - Slide
Kies de juiste trap van vergelijking van het woord
'traag'.
stellende trap
vergrotende trap
Overtreffende trap
traag
trager
traagst
Slide 7 - Drag question
Vul aan...
Dwaas - dwazer - ?
Slide 8 - Open question
Vul aan
goed - ? - ?
Slide 9 - Open question
trappen van vergelijking
meest kritisch=
A
vergelijkende trap
B
overtreffende trap
C
vergrotende trap
Slide 10 - Quiz
Trappen van vergelijking
Stellende trap
Vergrotende trap
Overtreffende trap
Slimst
Slim
Slimmer
Slide 11 - Drag question
Als - dan
Een
vergelijking
maak je met de woorden
als
en
dan
Bij de
stellende
gebruik je
als
. Het is gelijk aan elkaar.
Kevin is
net zo
groot
als
Jordi.
Kevin is
even
klein
als
Jordi
Slide 12 - Slide
Als - dan
Bij de
vergrotende trap
gebruik je
dan:
Jordi is
groter
dan
Danny.
Danny is
kleiner
dan
Kevin.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Kies
als
of
dan
1. Mijn broertje is twee jaar jonger ik.
2. Daarom krijg ik meer zakgeld hij.
3. Hij krijgt dus minder zakgeld ik.
4. Ik kan van mijn zakgeld net zoveel spullen kopen hij.
5. Hij zeurt vaker om geld ik.
6. Simon is even lang ik.
7. En hij is net zo goed in gamen ik.
dan
als
als
als
als
dan
dan
dan
dan
dan
dan
Slide 15 - Drag question
Als/Dan ik of mij?
Welk woord er na als of dan komt, hoor je als je de zin aanvult met de persoonsvorm:
Femke is even oud als
ik
(ben).
Ricardo kan sneller lopen dan
zij
(kan) met haar zere enkel.
Hester vindt jou aardiger dan (ze)
mij
(vindt).
Slide 16 - Slide
Rawiens broer is ongeveer drie jaar ouder ...
A
als hem
B
als hij
C
dan hem
D
dan hij
Slide 17 - Quiz
Je kamer is nog net zo’n bende … vorige week.
A
als
B
dan
Slide 18 - Quiz
De buren kwamen tot dezelfde conclusie ...
A
als ons
B
als wij
C
dan ons
D
dan wij
Slide 19 - Quiz
Opdrachten maken
WAT?
Opdracht 1,2,3,4 & 6 (blz. 184-185)
HOE?
Je mag zachtjes overleggen
HULP?
Brein, boek, buur, bureau
KLAAR?
Zinsdelen oefenen via Cambiumned.
timer
10:00
Slide 20 - Slide
More lessons like this
Bijzondere trappen van vergelijking
March 2022
-
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Numo
Rekenquiz klas 3
August 2024
-
23 slides
Rekenen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Quiz!
Kinderboekenweek '24 - Lekker Eigenwijs!
October 2024
-
16 slides
Nederlands
Begrijpend lezen
+3
Basisschool
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
LessonUp Inspiratie
1.1 Inkomsten in soorten
December 2024
-
10 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Paris, l'alpiniste
September 2021
-
38 slides
Frans
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids
1.3Getallen op een rij
November 2024
-
7 slides
Nectar 5.4 Planten dl2
July 2025
-
19 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Libris Blauwe tomaten - Elodie Heloise
February 2025
-
10 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
Libris Literatuur Prijs